Wat zijn de regels voor aanvullende kredietvorderingen als onderpand?
15 mei 2020 (bijgewerkt op 14 januari 2021)
Wanneer het Eurosysteem banken geld leent, doet het dit tegen voldoende onderpand. Elke dag publiceert de ECB een lijst van duizenden verhandelbare waardepapieren, zoals overheidsobligaties, die alle nationale centrale banken als onderpand accepteren. Het Eurosysteem accepteert ook niet-verhandelbare activa als zekerheid, vooral in de vorm van zogenoemde kredietvorderingen. Deze vorderingen kunnen bestaan uit leningen die banken verstrekken aan bedrijven en de overheidssector, waarop banken vervolgens een vordering tot terugbetaling hebben. Waarom accepteert het Eurosysteem uiteenlopende soorten onderpand? Zo zorgt het ervoor dat banken in beginsel over voldoende onderpand beschikken om gebruik te kunnen maken van de liquiditeit van het Eurosysteem, ongeacht het land of bedrijfsmodel van de bank.
Zelfs in ongunstige omstandigheden kunnen banken een beroep op de centrale bank doen om liquiditeit aan te trekken. Dit is mogelijk omdat het Eurosysteem de nationale centrale banken toestaat om tijdelijk aanvullende categorieën onderpand te accepteren. Dit geeft deze centrale banken de mogelijkheid rekening te houden met eventuele specifieke omstandigheden in hun land, zoals de beschikbare soorten onderpand of speciale juridische en operationele omstandigheden.
Een aanvullende kredietvordering (additional credit claim – ACC) is een voorbeeld van een actief dat tijdelijk als onderpand wordt geaccepteerd. Aanvullende kredietvorderingen voldoen niet aan alle in het algemeen onderpandkader opgenomen beleningscriteria. Dat algemene kader van het Eurosysteem voorziet in zekerheidstelling door middel van kredieten aan de overheidssector, grote bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen. Aanvullende kredietvorderingen kunnen bestaan uit leningen aan huishoudens, evenals pools van bijvoorbeeld leningen aan grote bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen, consumptieve kredieten en hypotheekleningen. Aanvullende kredietvorderingen kunnen een lagere kredietkwaliteit hebben dan de binnen het algemeen kader geaccepteerde kredietvorderingen en kunnen in een vreemde valuta luiden. Ter compensatie van het hiermee samenhangende hogere risico passen de nationale centrale banken hogere haircuts toe. Dit betekent dat de nationale centrale bank aan de aanvullende kredietvordering een waarde toekent die onder de nominale waarde ligt. Zo wordt een buffer gecreëerd tegen een mogelijke daling van de waarde van het onderpand. Het maximale bedrag dat een bank bij het Eurosysteem kan lenen is gebaseerd op de totale onderpandwaarde na aftrek van haircuts.
De regels voor het gebruik van aanvullende kredietvorderingen verschillen enigszins van land tot land. Deze regels worden aangeduid als de ACC-regelingen. Elke nationale centrale bank mag een landspecifieke ACC-regeling opzetten. Deze moet echter door de Raad van Bestuur worden goedgekeurd, op basis van gemeenschappelijke minimumregels voor risicobeheersing. De ACC-regelingen vloeien voort uit tijdens de financiële crisis, in december 2011, getroffen maatregelen ter ondersteuning van de kredietverlening door banken. Invoering van zo'n regeling blijft mogelijk tot het einde van de derde reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (TLTRO-III) in maart 2024.
Wat houdt de uitbreiding van de ACC-regelingen in verband met de Covid-19-pandemie in?
De Raad van Bestuur van de ECB besloot op 7 april 2020 een tijdelijke uitbreiding van de ACC-regelingen toe te staan, waardoor nationale centrale banken leningen met een overheidsgarantie in verband met de Covid-19-pandemie kunnen accepteren als onderpand. Dit geldt voor leningen aan grote bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen, zelfstandigen en huishoudens. Zonder die garantie zouden deze leningen in het geheel niet in aanmerking komen voor de ACC-regelingen of zou daarvoor een hogere haircut (voor het hogere risico) gelden. De Raad van Bestuur besloot op hetzelfde moment de haircuts te verlagen en daarmee tijdelijk een hoger restrisico te accepteren, dat wil zeggen het risico dat een bank in gebreke blijft en dat de verkoop van het onderpand de waarde van het verstrekte krediet niet dekt. Verder besloot de Raad van Bestuur tot tijdelijke verlichting van de rapportagelast van banken door de frequentie waarmee ze op leningniveau moeten rapporteren, te verlagen. Tevens werd besloten tot uitbreiding van de lijst van bronnen die mogen worden gehanteerd om de kredietkwaliteit van aanvullende kredietvorderingen te evalueren.
Waarom zijn deze wijzigingen nu goedgekeurd?
Als reactie op de Covid-19-pandemie hebben veel landen in het eurogebied specifieke, door de overheidssector gegarandeerde regelingen in het leven geroepen om hun economieën te ondersteunen. Nu kunnen nationale centrale banken tot op zekere hoogte deze garantieregelingen in hun regels inpassen, ofschoon ze vaak niet voldoen aan de algemene acceptatiecriteria die het Eurosysteem voor garanties hanteert. Sommige van de nieuwe garanties zijn bijvoorbeeld partieel.
Welke nationale centrale banken van het eurogebied hebben een ACC-regeling ingesteld?
Tot dusver hebben 17 nationale centrale banken een ACC-regeling ingevoerd: de Nationale Bank van België, de Deutsche Bundesbank, Eesti Pank, de Central Bank of Ireland, de Bank of Greece, de Banco de España, de Banque de France, de Banca d'Italia, de Central Bank of Cyprus, Latvijas Banka, Lietuvos bankas, de Central Bank of Malta, de Oesterreichische Nationalbank, de Banco de Portugal, Banka Slovenije, Národná banka Slovenska en Suomen Pankki – Finlands Bank. Naar verwachting zullen meer nationale centrale banken volgen. Dankzij de uitbreiding van de regelingen beschikken banken over een grotere pool van leningen die ze in onderpand kunnen geven bij krediettransacties met het Eurosysteem (zoals TLTRO-III-transacties). Dit betreft met name leningen met een garantie in verband met de Covid-19-crisis.
Hoe gaat de reële economie naar verwachting profiteren van de uitbreiding van de ACC-regelingen?
Het bestaan van de ACC-regelingen stimuleert al jaren het gebruik van leningen aan kleinere bedrijven, zelfstandigen en particulieren als onderpand voor het Eurosysteem. De tijdelijke uitbreiding van de ACC-regelingen leidt tot verdere versoepeling van bepaalde eisen voor het accepteren van dergelijke leningen als onderpand. Deze maatregel kan banken helpen de reële economie, waaronder kleinere kredietnemers, te financieren. En dit juist op het moment dat bedrijven in zeer moeilijke economische omstandigheden hun omzet zien wegvallen. Banken kunnen leningen aan zulke kredietnemers financieren door voor maximaal drie jaar van het Eurosysteem te lenen tegen een rente die momenteel negatief is. In het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen en zelfstandigen die van specifieke overheidsgaranties gebruikmaken, kunnen hiervan profiteren en in deze moeilijke tijd hun activiteiten voortzetten.