EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32014D0045(01)

Besluit (EU) 2015/5 van de Europese Centrale Bank van 19 november 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (ECB/2014/45)

PB L 1 van 6.1.2015, blz. 4–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht: Dezehandelingisgewijzigd. Huidige geconsolideerde versie: 21/07/2017

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/5/oj

6.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 1/4


BESLUIT (EU) 2015/5 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 19 november 2014

houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa

(ECB/2014/45)

De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name het eerste streepje van artikel 127, lid 2,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name het tweede streepje van artikel 12.1, in samenhang met het eerste streepje van artikel 3.1 en artikel 18.1,

Overwegende:

(1)

Overeenkomstig artikel 18.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank mag de Europese Centrale Bank (ECB), samen met nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten in de financiële markten opereren, onder andere door de onvoorwaardelijke aan- en verkoop van verhandelbaar papier.

(2)

Op 4 september 2014 heeft de Raad van bestuur besloten dat een nieuw programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (ABSPP) geïnitieerd moet worden. Naast het derde aankoopprogramma voor gedekte obligaties (1) en de gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (2), zal het ABSPP de doorwerking van het monetaire beleid verder versterken, kredietverlening aan de eurogebiedeconomie bevorderen, positieve doorwerking naar andere markten genereren en, dientengevolge, de monetairebeleidskoers van de ECB ontspannen, en ertoe bijdragen dat de inflatie de 2 % weer zal naderen.

(3)

Als onderdeel van het gemeenschappelijke monetaire beleid moet de onvoorwaardelijke aankoop van beleenbare effecten op onderpand van activa (ABS) door de ECB uit hoofde van het ABSPP uniform geïmplementeerd worden en, bij wijze van uitzondering gedurende de initiatiefase, gecentraliseerd, zulks overeenkomstig dit besluit.

(4)

Na de initiatiefase van het ABSPP wordt beoogd dat de centrale banken van het Eurosysteem het ABSPP uniform en gedecentraliseerd implementeren, zulks overeenkomstig een daartoe strekkend besluit van de Raad van bestuur,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Instelling en toepassingsgebied van het ABSPP

Het ABSPP krachtens welk programma de ECB beleenbare ABS aankoopt, zoals bedoeld in artikel 2 en overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, wordt bij deze ingesteld. Krachtens het ABSPP mag de ECB haar agenten instrueren namens haar beleenbare ABS aan te kopen in de primaire en secundaire markten van in aanmerking komende wederpartijen, zoals bedoeld in artikel 4.

Artikel 2

Beleenbaarheidscriteria voor de onvoorwaardelijke aankoop van ABS

ABS komen in aanmerking voor onvoorwaardelijke aankoop krachtens het ABSPP op voorwaarde dat zij aan de volgende beleenbaarheidscriteria voldoen.

1.

De ABS hebben een kredietkwaliteitsbeoordeling die, minimaal, voldoet aan kredietkwaliteitscategorie 3 in de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem (3), zulks in de vorm van minstens twee openbare kredietratings van twee externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI's) die zijn aanvaard binnen het kredietbeoordelingskader van het Eurosysteem (ECAF).

2.

In afwijking van het onder punt 1 hierboven bepaalde voldoen de ABS aan de beleenbaarheidscriteria die van toepassing zijn op ABS die worden aangeboden als onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, zoals bedoeld in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 (4) (gewijzigd bij Richtsnoer ECB/2012/25 (5) en Richtsnoer ECB/2014/10 (6)) en bij Besluit ECB/2013/35 (7).

(3)

Indien de ABS geen kredietkwaliteitsbeoordeling hebben die minimaal voldoet aan de kredietkwaliteitscategorie 2 in de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem, zulks in de vorm van minstens twee openbare kredietratings van twee EKBI's die zijn aanvaard binnen het ECAF, moeten de ABS niet alleen voldoen aan de vereisten onder punt 2, maar tevens voldoen aan de beleenbaarheidscriteria die van toepassing zijn op ABS die zijn aangeboden als onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, zulks krachtens artikel 3 van Richtsnoer ECB/2014/31 (8).

(4)

Niet minder dan 90 % van de debiteuren van de kasstroomgenererende activa, die dienen als onderpand voor ABS, zijn ingedeeld als niet-financiële vennootschappen uit de particuliere sector (9) of natuurlijke personen, zulks gemeten aan de hand van de uitstaande hoofdsom van de kasstroomgenererende activa die toe te rekenen zijn aan die debiteuren.

(5)

Niet minder dan 95 % van:

a)

de uitstaande hoofdsom van de kasstroomgenererende activa die dienen als onderpand voor de ABS-emissie luidt in euro;

b)

onroerend goed, dat de kasstroomgenererende activa dekt die dienen als onderpand voor een ABS-emissie van door een pool van particuliere hypotheekleningen gedekte effecten (RMBS) of door bedrijfshypotheken gedekte effecten (CMBS), is gelegen in het eurogebied, zulks gemeten aan de hand van de uitstaande hoofdsom van de kasstroomgenererende activa die toe te rekenen zijn aan zulk onroerend goed, en

c)

de debiteuren van de kasstroomgenererende activa, die dienen als onderpand voor (met uitzondering van ABS-emissies van RMBS en CMBS, zoals bedoeld onder punt b)), zulks gemeten aan de hand van de uitstaande hoofdsom van de kasstroomgenererende activa die toe te rekenen zijn aan die debiteuren, hebben rechtspersoonlijkheid in het eurogebied of zijn daar ingezetene van, al naar gelang.

(6)

De ABS-emittent is gevestigd in het eurogebied.

(7)

Een tranche van ABS (met hetzelfde of fungibele internationaal effectenidentificatienummer (ISIN)), die ten tijde van de beoordeling door de ECB voor mogelijke aankoop overeenkomstig artikel 3, volledig werd aangehouden door de initiator dan wel door entiteiten waarmee de initiator nauwe banden onderhoudt (10), komt in aanmerking voor aankoop krachtens het ABSPP, indien een externe belegger zonder nauwe banden met de initiator (met uitzondering van een centrale bank van het Eurosysteem die buiten het ABSPP-kader optreedt) eveneens een deel van die ABS-tranche aankoopt (met hetzelfde of fungibele ISIN).

(8)

Indien de debiteuren van de kasstroomgenererende activa, die dienen als onderpand voor een ABS-emissie, rechtspersoonlijkheid hebben in of ingezeten zijn in Griekenland of Cyprus, is het onder punt 1 vermelde minimumratingniveau niet van toepassing op die ABS op voorwaarde dat voor die ABS de in artikel 5, lid 2 vastgelegde aankooplimiet geldt en zij voldoen aan alle overige toepasselijke beleenbaarheidscriteria voor aankoop krachtens het ABSPP, en tevens voldoen aan alle hiernavolgende aanvullende vereisten:

a)

krachtens artikel 8, lid 2 van Richtsnoer ECB/2014/31 is de minimumkredietkwaliteitsdrempel van het Eurosysteem niet van toepassing, welke drempel wordt toegepast bij het beoordelen van de beleenbaarheid als onderpand voor verhandelbare schuldbewijzen die de Griekse of Cypriotische regeringen hebben uitgegeven of gegarandeerd;

b)

de ABS hebben twee openbare kredietratings van twee EKBI's die binnen het ECAF zijn geaccepteerd, welke ratings zijn geaccepteerd op het maximaal haalbare ratingniveau voor ABS-emissies in de betrokken lidstaat;

c)

de structuur van de ABS-emissie omvat lopende kredietverbetering (zoals de kredietverbetering van alle tranches van de ABS-emissie die achtergesteld zijn ten opzichte van de voor aankoop in aanmerking komende ABS-tranche), welke kredietverbetering minstens 25 % bedraagt van het huidige uitstaande hoofdsom van alle tranches van de ABS-emissie;

d)

beleggersrapporten zijn beschikbaar en de ABS kunnen gestructureerd worden met behulp van ABS-cashflowstructureringsinstrumenten van derden, die de ECB heeft beoordeeld;

e)

de beste beschikbare kredietkwaliteitsbeoordeling van elk van de volgende wederpartijen in de ABS-emissie (indien toepasselijk), met uitzondering van de beheerder, voldoet minimaal aan kredietkwaliteitscategorie 3 in de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem, zulks in de vorm van minstens een openbare kredietrating van een EKBI die is aanvaard binnen het ECAF:

i)

een bank waar de emittent op eigen naam een rekening aanhoudt;

ii)

garant van een bank waar de emittent op eigen naam een rekening aanhoudt;

iii)

liquiditeitsfaciliteitaanbieder;

iv)

een hedgewederpartij;

v)

de agent die de hoofdsom voldoet, en

vi)

opdrachtverstrekker van gegarandeerde beleggingen;

f)

voor de ABS-emissie is een beheerdervervanger benoemd.

Artikel 3

Kredietrisicobeoordeling en zorgvuldigheid

Voorafgaande aan de aankoop van ABS die voldoen aan de beleenbaarheidscriteria van artikel 2, voert de ECB met betrekking tot die ABS een kredietrisicobeoordeling en zorgvuldigheidsonderzoek uit.

Artikel 4

In aanmerking komende wederpartijen

De volgende partijen zijn in aanmerking komende wederpartijen voor het ABSPP, zowel voor onvoorwaardelijke transacties, alsook voor effectenuitleningstransacties met in ABSPP-portfolio's aangehouden ABS: a) wederpartijen die deelnemen aan monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem zoals bedoeld in paragraaf 2.1 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14; b) wederpartijen die centrale banken van het Eurosysteem gebruiken voor de belegging van hun in euro luidende beleggingsportfolio's; en c) entiteiten die de Raad van bestuur beschouwt als in aanmerking komende wederpartijen voor onvoorwaardelijke transacties krachtens het ABSPP, zulks op basis van een door de ECB uitgevoerde risicobeoordeling van een wederpartij van het Eurosysteem.

Artikel 5

Aankooplimieten

1.   In afwijking van het in lid 2 bepaalde, kan niet meer dan 70 % van het uitstaande bedrag van een ABS-tranche (met hetzelfde of fungibele ISIN) op enig tijdstip krachtens het ABSPP aangekocht en aangehouden worden.

2.   In verband met een ABS-tranche (met hetzelfde of fungibele ISIN) die krachtens punt 8 van artikel 2 voor aankoop in aanmerking komt, kan niet meer dan 30 % van het uitstaande bedrag van die tranche op enig tijdstip krachtens het ABSPP aangekocht en aangehouden worden.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan op de ECB-website.

Gedaan te Frankfurt am Main, 19 november 2014.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Besluit ECB/2014/40 van 15 oktober 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het derde programma voor de aankoop van gedekte obligaties. Is nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad.

(2)  Besluit ECB/2014/34 van 29 juli 2014 betreffende met gerichte langerlopende herfinancieringstransacties verband houdende maatregelen (PB L 258 van 29.8.2014, blz. 11).

(3)  Zoals gepubliceerd op de ECB-website.

(4)  Richtsnoer ECB/2011/14 van 20 september 2011 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (PB L 331 van 14.12.2011, blz. 1).

(5)  Richtsnoer ECB/2012/25 van 26 november 2012 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2011/14 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het (PB L 348 van 18.12.2012, blz. 30).

(6)  Richtsnoer ECB/2014/10 van 12 maart 2014 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2011/14 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (PB L 166 van 5.6.2014, blz. 33).

(7)  Besluit ECB/2013/35 van 26 september 2013 inzake aanvullende met herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand verband houdende maatregelen (PB L 301 van 12.11.2013, blz. 6).

(8)  Richtsnoer ECB/2014/31 van 9 juli 2014 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (PB L 240 van 13.8.2014, blz. 28).

(9)  „Niet-financiële vennootschappen” heeft dezelfde betekenis als in het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen, zoals bedoeld in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14.

(10)  „Nauwe banden” heeft de betekenis zoals bedoeld in paragraaf 6.2.3.2 bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14.


Naar boven