EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32014R0795

Verordening van de Europese Centrale Bank (EU) nr. 795/2014 van 3 juli 2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2014/28)

PB L 217 van 23.7.2014, blz. 16–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht: Dezehandelingisgewijzigd. Huidige geconsolideerde versie: 25/05/2021

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/795/oj

23.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 217/16


VERORDENING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK (EU) Nr. 795/2014

van 3 juli 2014

met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen

(ECB/2014/28)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid op artikel 127, lid 2,

Gezien de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 3.1, artikel 22 en het eerste streepje van artikel 34.1,

Overwegende:

(1)

Het vierde streepje van artikel 127, lid 2 van het Verdrag en het vierde streepje van artikel 3.1 van de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”) bekleden het Eurosysteem met de bevoegdheid een goede werking van het betalingsverkeer te bevorderen.

(2)

Het Eurosysteem bevordert de goede werking van het betalingsverkeer door, onder meer, het uitoefenen van oversight.

(3)

In januari 2001 werd door het Eurosysteem bepaald dat de „Core Principles for Systemically Important Payment Systems” zoals ontwikkeld door het „Committee on Payment and Settlement Systems (CPSS)” van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) gelden als de minimumvereisten voor systeemrelevantebetalingssystemen („systemically important payment systems”) (SIPS)) (1).

(4)

In april 2012 zijn de „Core Principles for Systemically Important Payment Systems” vervangen door de beginselen voor financiële marktinfrastructuren van het CPSS en het Technisch Comité van de Internationale organisatie van effectentoezichthouders (IOSCO) (hierna de „CPSS-IOSCO-beginselen”) (2), welke beginselen de bestaande internationale oversightnormen voor onder meer SIPS harmoniseren en versterken.

(5)

Volgens de CPSS-IOSCO-beginselen dienen SIPS onderworpen te worden aan effectief oversight aan de hand van duidelijk geformuleerde en openbaar gemaakte criteria, omdat SIPS systeemrisico's kunnen veroorzaken indien zij onvoldoende worden beschermd tegen de risico's waaraan ze worden blootgesteld. Daarnaast dienen de bevoegde autoriteiten over voldoende bevoegdheden en middelen te beschikken om hun respectievelijke taken te vervullen, waaronder het nemen van corrigerende maatregelen. CPSS-IOSCO beveelt aan deze beginselen te implementeren voor zover de nationale wettelijke en regelgevende kaders dat toestaan.

(6)

Om die reden en tevens ter garantie van de efficiency en soliditeit van de SIPS, heeft de Europese Centrale Bank (ECB) besloten de CPSS-IOSCO-beginselen te implementeren door middel van een verordening. Ook autoriteiten in andere landen worden geacht op soortgelijke wijze de CPSS-IOSCO-beginselen te introduceren en toe te passen in hun respectievelijke wettelijke en regelgevende kaders in de maximaal voor zover deze kaders dat toestaan.

(7)

Deze verordening heeft betrekking op SIPS, waaronder zowel systemen voor het betalen van grote bedragen als systeemrelevanteretailbetalingssystemen. De verordening is van toepassing op door centrale banken en door particuliere exploitanten beheerde betalingssystemen. De CPSS-IOSCO-beginselen erkennen dat in uitzonderlijke gevallen de beginselen anders toegepast worden met betrekking tot door centrale banken beheerde betalingssystemen, op grond van vereisten die zijn vastgelegd in relevant(e) wet- en regelgeving of beleid. Het Eurosysteem heeft doelstellingen en verantwoordelijkheden uit hoofde van publiek belang, alsmede een institutioneel kader zoals gedefinieerd in het Verdrag en de ESCB-statuten, hetgeen inhoudt dat Eurosysteem-SIPS vrijgesteld kunnen worden van bepaalde vereisten uit hoofde van deze verordening. In dit kader dienen Eurosysteem-SIPS vrijgesteld te worden van specifieke vereisten: met betrekking tot governance, liquidatieplannen, deelnemingen en liquide activa, onderpand en beleggingsrisico's die hetzelfde gebied bestrijken als de vereisten die de Raad van bestuur formeel heeft vastgesteld. Deze vrijstellingen worden in meerdere bepalingen van deze verordening gespecificeerd.

(8)

Op basis van Richtsnoer ECB/2012/27 van 5 december 2012 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees „real-time” bruto-vereveningssysteem (TARGET2) (3), heeft TARGET2 een gedecentraliseerde structuur die meerdere betalingssystemen met elkaar verbindt. De TARGET2-deelsystemen worden zoveel mogelijk geharmoniseerd, met bepaalde uitzonderingen uit hoofde van beperkingen op basis van nationaal recht. TARGET2 wordt tevens gekenmerkt door een enkelvoudig technisch platform, namelijk het Single Shared Platform. De Raad van bestuur heeft beslissende bevoegdheid met betrekking tot TARGET2 en waarborgt de publieke functie daarvan: deze governance-regeling wordt weerspiegeld in het oversight van TARGET2.

(9)

De efficiency en soliditeit van een SIPS vereist naleving van de toepasselijke nationale wetgeving en heldere regels, procedures en contracten op basis waarvan deze functioneert. Naleving van wetgeving heeft betrekking op de rechtssystemen van alle landen waarin een SIPS-exploitant of diens deelnemers werkzaam zijn.

(10)

De efficiency en soliditeit van een SIPS hangt ook af van de duidelijkheid en geschiktheid van zijn governance-regelingen, die duidelijk vastgelegd dienen te worden.

(11)

Een solide en zich ontwikkelend kader waarin op integrale wijze risico's met betrekking tot juridische zaken, kredieten, liquiditeit, exploitatie, algemene bedrijfsvoering, bewaring, investeringen en andere risico's worden beheerd is van essentieel belang voor het vaststellen, meten, bewaken en beheren van het gehele risicoscala dat zich voordoet in, of wordt gelopen door, een SIPS-exploitant. Dit geldt ook voor de degelijkheid en veerkracht van het onderpandkader van een SIPS-exploitant, voor regels en procedures inzake verzuim door een deelnemer en bedrijfscontinuïteitsplannen.

(12)

Voor de vermindering van systeemrisico is onder meer vereist dat de afwikkeling een definitief karakter heeft. De Unie heeft Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen goedgekeurd (4). Richtlijn 98/26/EG vereist dat de regels van op basis daarvan aangewezen systemen het tijdstip van invoering zullen bepalen (waarna overboekingsopdrachten juridisch afdwingbaar zijn en, zelfs in het geval van een insolventieprocedure tegen een deelnemer, bindend zijn voor derden), alsmede het moment van onherroepelijkheid van overboekingsopdrachten. Afwikkeling binnen een werkdag of realtime is ook aan te raden indien dit verenigbaar is met het algemene ondernemingsmodel van de SIPS en indien dit noodzakelijk is om de SIPS-exploitant en -deelnemers in staat te stellen hun respectievelijke krediet- en liquiditeitsrisico's te beheren.

(13)

Objectieve, op risico's gebaseerde en openbaar gemaakte criteria voor deelname aan een SIPS, die een correcte en een (aan acceptabele risicobeheersingnormen onderworpen) vrije toegang tot een SIPS mogelijk maken, bevorderen de veiligheid en de efficiency van een SIPS en de markten die erdoor worden bediend, zonder disproportionele belemmering van de vrijheid van dienstverlening.

(14)

Bepalingen van deze verordening die een SIPS-exploitant verplichten gegevens te verzamelen, verwerken en verzenden mogen geen afbreuk doen aan geldende regels ten aanzien van bescherming van gegevens van deelnemers of klanten.

(15)

Een integraal efficiënte en effectieve SIPS, met duidelijk gedefinieerde, meetbare en haalbare doelstellingen, is optimaal in staat te voldoen aan de behoeftes van de SIPS-deelnemers en de markten die erdoor worden bediend.

(16)

De ECB kan een beroep doen op de nationale centrale banken voor het uitvoeren van ESCB-taken, in de mate zoals mogelijk en passend geacht.

(17)

De in deze verordening vastgelegde vereisten zijn evenredig aan de specifieke risico's waaraan de SIPS zijn blootgesteld.

(18)

De mogelijkheid voor de bevoegde autoriteiten om corrigerende maatregelen te verlangen met betrekking tot het verhelpen van, of vermijden van herhaling van niet-inachtneming van deze verordening, en de mogelijkheid voor de ECB om effectieve, evenredige en afschrikwekkende sancties op te leggen tegen overtredingen van deze verordening zijn een essentiële onderdelen van de onder het Verdrag en de ESCB-statuten maximaal toegestane implementatie van de CPSS-IOSCO-beginselen.

(19)

De naleving van de in deze verordening vastgestelde oversightvereisten dient onderworpen te worden aan een overgangsperiode, waardoor de SIPS-exploitanten de gelegenheid krijgen vertrouwd te raken met de vereisten en deze uit te voeren,

HEEFT DEZE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en werkingssfeer

1.   Deze verordening stelt oversightvereisten vast voor SIPS.

2.   De Raad van bestuur stelt een besluit vast waarin de aan deze verordening onderworpen betalingssystemen, hun respectievelijke exploitanten en de bevoegde autoriteiten worden aangewezen. Deze lijst wordt op de ECB-website bijgehouden en wordt na iedere wijziging bijgewerkt.

3.   Een betalingssysteem wordt aangeduid als een SIPS indien: a) het in aanmerking komt voor aanwijzing als systeem op basis van Richtlijn 98/26/EG door een lidstaat die de euro als munt heeft of waarvan de exploitant is gevestigd in het eurogebied waaronder vestiging door middel van een bijkantoor via welke het systeem wordt geëxploiteerd, en b) tenminste twee van de volgende zaken zich voordoen in een kalenderjaar:

i)

De totale gemiddelde dagelijkse waarde van verwerkte betalingen die in euro luiden overstijgt een bedrag van 10 000 000 000 EUR;

ii)

Het marktaandeel daarvan tenminste één van de volgende is:

15 % van het totale volume van in euro luidende betalingen;

5 % van het totale volume van in euro luidende grensoverschrijdende betalingen;

75 % van het totale volume van in euro luidende betalingen op het niveau van een lidstaat die de euro als munt heeft;

iii)

De grensoverschrijdende activiteiten daarvan (d.w.z. deelnemers die gevestigd zijn in een ander land dan dat van de SIPS-exploitant en/of grensoverschrijdende koppelingen met andere betalingssystemen) bestrijken vijf of meer landen en genereren een minimum van 33 % van het totale volume van in euro luidende betalingen die door deze SIPS worden verwerkt;

iv)

Het wordt gebruikt voor de afwikkeling van andere FMI's.

4.   SIPS-exploitanten waarborgen dat de door hen beheerde SIPS voldoet aan de in artikel 3 tot en met 21 vermelde vereisten.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt bedoeld met:

1.   „afwikkelingsbank”: een bank die rekeningen aanhoudt met betrekking tot betalingen, waarop de vervulling van verplichtingen uit hoofde van een betalingssysteem plaatsvindt;

2.   „algemeen bedrijfsrisico”: enige potentiële aantasting van de financiële positie van een SIPS in zijn hoedanigheid van bedrijf als gevolg van een daling van de inkomsten of een toename van de kosten daarvan, zodanig dat de kosten hoger zijn dan de inkomsten en resulteren in een verlies dat ten laste van het kapitaal gebracht moet worden;

3.   „betalingsopdracht”: heeft dezelfde betekenis als bedoeld in artikel 2, onder i), eerste streepje van Richtlijn 98/26/EG;

4.   „betalingssysteem”: een formele regeling tussen drie of meer deelnemers, met uitzondering van eventuele afwikkelingsbanken, centrale tegenpartijen, clearing houses van centrale tegenpartijen of indirecte deelnemers, met gemeenschappelijke regels en gestandaardiseerde regelingen voor de uitvoering van betalingsopdrachten tussen de deelnemers;

5.   „bevoegde autoriteit”: de centrale bank van het Eurosysteem die hoofdverantwoordelijke is met betrekking tot oversight en als zodanig is aangewezen in artikel 1, lid 2;

6.   „bewaardersrisico”: het risico dat een verlies wordt geleden op in bewaring genomen activa in het geval van insolventie, nalatigheid, fraude, slecht beheer of gebrekkige administratie van de bewaarder of onderbewaarder;

7.   „bewaarnemingsbank”: een bank die de financiële activa van derden in bewaring houdt en bewaakt;

8.   „de Directie”: de uitvoerend directeuren, d.w.z. leden van een unitair bestuur die zich bezighouden met het dagelijks bestuur van de SIPS-exploitant en leden van een leidinggevend orgaan van de SIPS-exploitant in geval van een getrapt bestuur;

9.   „deelnemer”: een door een betalingssysteem geïdentificeerde of herkende entiteit die, direct of indirect, bevoegd is betalingsopdrachten naar dat systeem te verzenden en daar betalingsopdrachten van kan ontvangen;

10.   „desbetreffende belanghebbenden”: deelnemers, FMI's met invloed op het risico van een SIPS, en, in individuele gevallen, andere marktspelers die beïnvloed worden;

11.   „eenzijdige betaling”: een betaling waarbij slechts één geldoverboeking plaatsvindt in één valuta;

12.   „Eurosysteem-SIPS”: SIPS die eigendom zijn van en beheerd worden door een centrale bank van het Eurosysteem;

13.   „extreme maar aannemelijke marktomstandigheden”: een integrale reeks historische en hypothetische condities, inclusief de meest volatiele perioden die de door een SIPS bediende markten hebben doorgemaakt;

14.   „financiële marktinfrastructuur” (FMI): een multilateraal systeem tussen deelnemende instellingen, inclusief de systeembeheerder, dat wordt gebruikt voor clearing, verevening of vastlegging van betalingen, zekerheden, derivaten of andere financiële transacties;

15.   „grensoverschrijdend onderpand”: onderpand waarvoor, gezien vanuit het perspectief van het land waarin de activa worden aanvaard als onderpand, tenminste één van de volgende elementen buitenlands is: a) de denominatievaluta; b) het land waarin de activa zich bevinden, of c) het land waarin de uitgever is gevestigd;

16.   „grensoverschrijdende betaling”: een betaling tussen deelnemers die in verschillende landen zijn gevestigd;

17.   „herstelplan”: een door een SIPS-exploitant ontwikkeld plan om de goede werking van een SIPS te herstellen;

18.   „het Bestuur”:: het bestuursorgaan dan wel het toezichthoudende orgaan van een SIPS-exploitant, één van beiden of gezamenlijk, krachtens nationaal recht;

19.   „hoofdrisico”: het risico dat een tegenpartij de volledige waarde verliest die met een transactie is gemoeid, d.w.z. hetzij het risico dat een verkoper van financiële activa de activa onherroepelijk levert, maar geen betaling ontvangt, hetzij het risico dat een koper van een financieel activum onherroepelijk betaalt, maar het activum niet ontvangt;

20.   „investeringsrisico”: het risico van verlies waaraan een SIPS-exploitant of deelnemer wordt blootgesteld wanneer de SIPS-exploitant investeert in zijn eigen middelen of die van zijn deelnemers, bijvoorbeeld onderpand;

21.   „juridisch risico”: het risico dat voortvloeit uit de toepassing van wet- of regelgeving, gewoonlijk resulterend in een verlies;

22.   „kredietrisicobedrag”: een bedrag of waarde dat een deelnemer mogelijkerwijze niet voor de volledige waarde zal vereffenen, hetzij wanneer deze opeisbaar wordt, hetzij op enig ander moment in de toekomst;

23.   „kredietrisico”: het risico dat een tegenpartij, ongeacht of dit een deelnemer of een andere entiteit is, niet in staat is zijn financiële verplichtingen volledig na te komen wanneer deze opeisbaar worden of op enig ander moment in de toekomst;

24.   „liquiditeitsrisico”: het risico dat een tegenpartij, ongeacht of dit een deelnemer of een andere entiteit is, over onvoldoende fondsen beschikt om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen wanneer deze opeisbaar worden, hoewel hij in de toekomst mogelijk wel over voldoende fondsen zal beschikken;

25.   „liquiditeitsverschaffer”: een verstrekker van contanten zoals bedoeld onder artikel 5, lid 3, artikel 6, lid 5, artikel 8, lid 1, artikel 8, lid 9 en artikel 8, lid 11, dan wel activa zoals bedoeld in artikel 8, lid 4, inclusief een SIPS-deelnemer of een externe partij;

26.   „marktrisico”: het risico van verliezen op posities, zowel binnen als buiten de balans, die voortvloeien uit schommelingen van de marktprijzen;

27.   „materieel”: kwalificatie van een risico, afhankelijkheid en/of wijziging die de bekwaamheid van een entiteit tot het op de gebruikelijke wijze presteren of het verlenen van diensten zou kunnen aantasten;

28.   „nostro agent”: een bank die door de deelnemers aan een SIPS wordt gebruikt voor verevening;

29.   „onderpand”: een activum of verplichting van een derde die door een onderpandgever wordt gebruikt om een verplichting vis-à-vis een onderpandnemer te verzekeren. Onderpand omvat zowel binnenlands onderpand als grensoverschrijdend onderpand;

30.   „operationeel risico”: het risico dat gebreken in informatiesystemen of interne processen, menselijke fouten, beheersfouten of storingen die zijn veroorzaakt door externe gebeurtenissen of uitbestede diensten resulteren in de vermindering, verslechtering of verstoring van de door een SIPS verschafte diensten;

31.   „ordelijk liquidatieplan”: een door een SIPS-exploitant ontwikkeld plan voor de ordelijke sluiting van een SIPS;

32.   „relevante autoriteiten”: autoriteiten die een legitiem belang hebben bij toegang tot informatie van een SIPS om aan hun wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen, zoals afwikkelingsautoriteiten en toezichthouders van grote deelnemers;

33.   „SIPS-exploitant”: de rechtspersoon die juridisch aansprakelijk is voor de exploitatie van een SIPS;

34.   „systeemrisico”: het risico dat een deelnemer of de SIPS-exploitant hun respectievelijke verplichtingen uit hoofde van een SIPS niet nakomen, als gevolg waarvan andere deelnemers en/of de SIPS-exploitant hun verplichtingen niet kunnen nakomen wanneer deze opeisbaar worden, mogelijkerwijs met overloopeffecten die de stabiliteit van of het vertrouwen in het financiële system bedreigen;

35.   „tweezijdige betaling”: een betaling waarbij twee geldoverboekingen worden gedaan in verschillende valuta door middel van een exchange-for-value afwikkelingssysteem;

36.   „uitgesteld netto-vereveningssysteem” (DNS): een systeem dat op netto-basis verevent aan het einde van een vooraf vastgestelde vereveningscyclus, bijvoorbeeld aan het einde van of gedurende de werkdag;

37.   „voorgenomen afwikkelingsdatum”: de datum die door de verzender van een betalingsopdracht als afwikkelingsdatum wordt ingevoerd in een SIPS;

38.   „werkdag”: heeft dezelfde betekenis als bedoeld in artikel 2, onder n) van Richtlijn 98/26/EG.

39.   „wrong-way risk”: het risico dat ontstaat voor een deelnemer of een emittent indien het door die deelnemer verschafte of door die emittent uitgegeven onderpand in hoge mate samenhangt met het kredietrisico daarvan;

Artikel 3

Juridische deugdelijkheid

1.   Een SIPS-exploitant beoordeelt of het toepasselijke recht van alle betrokken rechtsstelsels een hoge mate van zekerheid verschaft voor en ondersteuning verleent aan elk materieel aspect van de activiteiten van zijn SIPS.

2.   Een SIPS-exploitant stelt SIPS-regels en -procedures vast en gaat overeenkomsten aan, welke helder zijn en consistent met het toepasselijke recht van alle betrokken rechtsstelsels.

3.   Een SIPS-exploitant is in staat de toepasselijke wet- en regelgeving, procedures en contracten met betrekking tot de exploitatie van een SIPS op heldere en begrijpelijke wijze uit te leggen aan de bevoegde autoriteit, de deelnemers, en, indien van toepassing, de klanten van de deelnemers.

4.   Een SIPS-exploitant neemt maatregelen teneinde te verzekeren dat de toepasselijke wet- en regelgeving, procedures en contracten afdwingbaar zijn in alle betrokken rechtstelsels en dat de handelingen die hij verricht op basis van dergelijke wet- en regelgeving, procedures en contracten niet worden vernietigd, ongeldig worden verklaard of worden opgeschort.

5.   Een SIPS-exploitant die zijn bedrijfsactiviteiten in meer dan één rechtssysteem uitoefent, stelt de risico's die voortvloeien uit enig mogelijk wetsconflict vast en beperkt deze.

6.   Een SIPS-exploitant spant zich tot het uiterste in om de aanwijzing van het SIPS krachtens Richtlijn 98/26/EG te verzekeren.

Artikel 4

Governance

1.   Een SIPS-exploitant beschikt over schriftelijk vastgelegde doelstellingen waarin een hoge prioriteit wordt gegeven aan de veiligheid en de efficiency van het SIPS. De doelstellingen bevorderen expliciet financiële stabiliteit en andere relevante overwegingen van publiek belang, in het bijzonder open en efficiënte markten.

2.   Een SIPS-exploitant beschikt over schriftelijk vastgelegde governance-regelingen die voorzien in heldere en directe verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten. Deze regelingen worden ter beschikking gesteld aan de bevoegde autoriteit, de eigenaren en de deelnemers. Een SIPS-exploitant stelt een beknopte uitgave daarvan beschikbaar aan het publiek.

3.   De rollen en verantwoordelijkheden van het Bestuur zijn helder gedefinieerd. De rollen en verantwoordelijkheden van het Bestuur omvatten alle volgende aspecten:

a)

vaststelling van heldere strategische doelen voor het SIPS;

b)

vaststelling van schriftelijke procedures met betrekking tot het functioneren van het SIPS, inclusief procedures met betrekking tot herkenning, behandeling en beheersing van belangenconflicten van zijn leden;

c)

verzekering van effectieve selectie, toezicht en, indien nodig, ontslag van leden van de Directie, uitgezonderd Eurosysteem-SIPS;

d)

vaststelling van een passend vergoedingsbeleid dat consistent is met „best practices” en is gebaseerd op lange-termijn prestaties, met uitzondering van Eurosysteem-SIPS.

4.   Met uitzondering van Eurosysteem-SIPS, beoordeelt het Bestuur zowel haar integrale functioneren als dat van haar individuele Bestuursleden tenminste eenmaal per jaar.

5.   De samenstelling van het Bestuur verzekert integriteit evenals, behalve voor Eurosysteem-SIPS, een passende mix van technische vaardigheden, kennis en ervaring van zowel SIPS als die van de financiële markt in het algemeen, waarbij het Bestuur in staat wordt gesteld haar respectievelijke rollen en verantwoordelijkheden te vervullen. De samenstelling hangt verder af van de algemene allocatie van bevoegdheden op basis van nationaal recht. Met uitzondering van Eurosysteem-SIPS, heeft het Bestuur, indien toegestaan op basis van nationaal recht, ook niet-uitvoerende bestuursleden.

6.   De rol, verantwoordelijkheden en rapportagelijnen van de Directie zijn helder omschreven. De samenstelling verzekert integriteit, alsmede een passende mix van technische vaardigheden, kennis en ervaring van zowel SIPS als die van de financiële markt in het algemeen, waarbij de Directie in staat wordt gesteld haar verantwoordelijkheden met betrekking tot de exploitatie en het risicobeheer van de SIPS-exploitant te vervullen. De verplichtingen van de Directie houden, onder leiding van het Bestuur, alle volgende zaken in, waardoor wordt verzekerd dat:

a)

de activiteiten van de SIPS-exploitant overeenkomen met zijn doelstellingen, strategie en risicobereidheid;

b)

interne controles en aanverwante procedures naar behoren worden ontworpen, uitgevoerd en gecontroleerd ter bevordering van de doelstellingen van de SIPS-exploitant;

c)

interne controles en aanverwante procedures regelmatig worden herzien en getest door adequaat opgeleide en voldoende bemande risicobeheers- en interne controlefuncties;

d)

actieve betrokkenheid in het risicobeheersproces;

e)

voldoende middelen worden toegewezen aan het risicobeheerskader van het SIPS.

7.   Het Bestuur stelt een schriftelijk vastgelegd risicobeheerskader vast, en controleert dat, dat:

a)

het beleid betreffende risicobereidheid van de SIPS-exploitant omvat;

b)

verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten toewijst met betrekking tot risicobeslissingen;

c)

besluitvorming in geval van een crisis of buitengewone omstandigheden vaststelt;

d)

interne controlefuncties vaststelt.

Het Bestuur verzekert dat het risicobeheer en de interne controlefuncties over voldoende bevoegdheden, onafhankelijkheid, middelen en toegang tot het Bestuur beschikken.

8.   Het Bestuur verzekert dat belangrijke beslissingen die invloed hebben op de technische en functionele opzet, regels en algehele strategie van het SIPS, meer in het bijzonder met betrekking tot de keuze van clearing- en vereveningsregelingen, werkstructuur, het aanbod aan geclearde of verevende producten, alsmede het gebruik van technologie en procedures, de rechtmatige belangen van de desbetreffende SIPS-belanghebbenden op behoorlijke wijze weergeven. De desbetreffende belanghebbenden en, waar passend, het publiek worden redelijkerwijs vooraf geraadpleegd met betrekking tot zulke beslissingen.

Artikel 5

Integraal risicobeheerskader

1.   Een SIPS-exploitant zet een solide risicobeheerskader op en onderhoudt dat, zulks met betrekking tot de integrale identificatie, meting, bewaking en beheer van het scala aan risico's die zich voordoen in, of worden gelopen door, een SIPS. Hij herziet het risicobeheerskader tenminste eenmaal per jaar. Het risicobeheerskader:

a)

omvat het beleid inzake risicobereidheid van de SIPS-exploitant en passende risicobeheersinstrumenten;

b)

wijst verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten toe met betrekking tot risicobeslissingen;

c)

behandelt besluitvorming in buitengewone omstandigheden met betrekking tot een SIPS, inclusief ontwikkelingen op de financiële markten die een schadelijk effect hebben op de marktliquiditeit en de stabiliteit van het financiële systeem in enige lidstaat die de euro als munt heeft en waar de SIPS-exploitant of één van de deelnemers is gevestigd.

2.   Een SIPS-exploitant stimuleert deelnemers, en waar van toepassing hun klanten, om de risico's die zij vormen voor een SIPS evenals de risico's waaraan zij zelf blootstaan door een SIPS, te beheersen en te limiteren. Met betrekking tot deelnemers omvatten dergelijke stimulerende maatregelen een effectief, proportioneel en afschrikwekkend boetesysteem en/of regelingen voor deling van verlies.

3.   Een SIPS-exploitant toetst de materiële risico's die het SIPS loopt en zelf vormt voor andere entiteiten, waaronder FMI's, afwikkelingsbanken, liquiditeitsverschaffers en dienstverleners, als gevolg van onderlinge afhankelijkheden tenminste eenmaal per jaar. De SIPS-exploitant ontwikkelt risicobeheersinstrumenten die solide zijn en in verhouding staan tot het vastgestelde risiconiveau.

4.   Een SIPS-exploitant stelt vast wat de kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten van het SIPS zijn. De SIPS-exploitant identificeert de specifieke scenario's die het SIPS mogelijk zouden kunnen belemmeren om deze kritieke activiteiten en -diensten als going concern te leveren en beoordeelt de effectiviteit van alle herstelacties of, met uitzondering van Eurosysteem-SIPS, een ordelijke liquidatie. Hij beoordeelt de kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten van het SIPS tenminste eenmaal per jaar. Op basis van deze beoordeling stelt een SIPS-exploitant een SIPS-herstelplan op of, met uitzondering van Eurosysteem-SIPS, een ordelijk liquidatieplan. Het herstel- en ordelijk liquidatieplan bevat onder meer een inhoudelijke samenvatting van de cruciale herstel- en ordelijke liquidatiestrategieën, een herformulering van de kritieke activiteiten en -diensten van het SIPS en een beschrijving van de benodigde maatregelen voor het uitvoeren van de cruciale strategieën. Een SIPS-exploitant verschaft, waar toepasselijk, de relevante autoriteiten informatie die benodigd is voor het plannen van afwikkeling. Hij herziet het herstel- en ordelijk liquidatieplan tenminste eenmaal per jaar.

Artikel 6

Kredietrisico

1.   Een SIPS-exploitant zet een solide kader op ten behoeve van het meten, bewaken en beheersen van zijn kredietrisicobedrag aan zijn deelnemers en kredietrisicobedragen tussen deelnemers die voortvloeien uit het betalings-, clearing- en afwikkelingsproces van het SIPS.

2.   Een SIPS-exploitant identificeert alle bronnen van kredietrisico. Het meten en bewaken van kredietrisicobedragen vindt gedurende de dag plaats, waarbij gebruik wordt gemaakt van tijdige informatie en passende risicobeheersinstrumenten.

3.   Een SIPS-exploitant, inclusief diegene die een DNS met een afwikkelingsgarantie exploiteert, die in de loop van de exploitatie van het SIPS een kredietrisico oploopt vis-à-vis zijn deelnemers, dekt zijn kredietrisicobedrag naar iedere deelnemer toe af met behulp van onderpand, garantiefondsen, deelnemingen (na aftrek van het bedrag wat is bestemd ter afdekking van algemeen bedrijfsrisico) of andere gelijkwaardige financiële middelen.

4.   Een SIPS-exploitant, inclusief diegene die een DNS zonder afwikkelingsgarantie exploiteert, maar waar de deelnemers worden geconfronteerd met een kredietrisicobedrag dat voortvloeit uit het betalings-, clearing- en afwikkelingsproces van het SIPS, stelt regels of contractuele arrangementen met deze deelnemers vast. De regels of contractuele arrangementen garanderen dat de deelnemers voldoende middelen zullen verschaffen, zoals gedefinieerd in paragraaf 3, om kredietrisicobedragen die voortvloeien uit het betalings-, clearing- en afwikkelingsproces van het SIPS af te dekken met betrekking tot de twee deelnemers die, samen met aan hen gelieerde partijen, de grootste gezamenlijke kredietrisicobedragen hebben.

5.   Een SIPS-exploitant stelt regels en procedures vast voor het opvangen van verliezen die rechtstreeks voortvloeien uit het in gebreke blijven door een of meer deelnemers met betrekking tot hun verplichtingen onder het SIPS. Deze regels en procedures behandelen de toewijzing van potentieel ongedekte verliezen, inclusief de terugbetaling van fondsen die een SIPS-exploitant mag lenen van liquiditeitsverschaffers. Zij houden de regels en procedures in van de SIPS-exploitant voor de aanvulling van de door het SIPS tijdens een stress-evenement gebruikte financiële middelen, tot aan het in paragraaf 3 vastgelegde niveau.

Artikel 7

Onderpand

1.   Een SIPS-exploitant accepteert alleen de volgende activa als onderpand: a) contanten, en b) activa met lage krediet-, liquiditeits- en marktrisico's, d.w.z. activa waarvoor de SIPS-exploitant kan aantonen aan de bevoegde autoriteit, gebaseerd op een adequaat intern onderzoek, dat deze voldoen aan alle volgende criteria:

i)

ze zijn uitgegeven door een emittent met een laag kredietrisico;

ii)

ze zijn vrij overdraagbaar zonder enige juridische belemmering of aanspraken daarop van derden;

iii)

ze luiden in een valuta waarvan het risico wordt beheerd door de SIPS-exploitant;

iv)

ze hebben betrouwbare prijsgegevens die regelmatig gepubliceerd worden;

v)

ze staan niet op andere wijze bloot aan een aanzienlijk wrong-way risico;

vi)

ze zijn niet uitgegeven door de deelnemer die het onderpand verstrekt of een entiteit die deel uitmaakt van dezelfde groep als die deelnemer, met uitzondering van een gedekte obligatie en alleen indien de activa in de cover pool naar behoren zijn afgescheiden binnen een sterk juridisch kader en voldoen aan de vereisten zoals uiteengezet in punt i) tot en met v).

Bij de interne toetsing van punt i) tot en met vi), stelt de SIPS-exploitant een objectieve methodologie vast, legt die schriftelijk vast en past die toe.

2.   Een SIPS-exploitant stelt beleidslijnen en procedures vast, en voert deze uit, zulks met betrekking tot het bewaken van de kredietkwaliteit, marktliquiditeit en prijsvolatiliteit van ieder als onderpand geaccepteerd activum. Een SIPS-exploitant controleert regelmatig, in ieder geval eenmaal per jaar, de toereikendheid van zijn beoordelingsbeleidslijnen en -procedures. Een dergelijke controle vindt ook plaats wanneer zich een materiële wijziging voordoet die de risicopositie van het SIPS beïnvloedt. Een SIPS-exploitant stelt in ieder geval dagelijks de actuele marktwaarde (mark-to-market) vast van zijn onderpand.

3.   Een SIPS-exploitant stelt stabiele en conservatieve surpluspercentages vast en test deze tenminste eenmaal per jaar waarbij gestreste marktomstandigheden in aanmerking worden genomen. Surpluspercentageprocedures worden tenminste eenmaal per jaar beoordeeld door andere personeelsleden dan degenen die de surpluspercentages hebben ontworpen en toegepast.

4.   Een SIPS-exploitant neemt maatregelen ter voorkoming van geconcentreerd bezit van bepaalde activa indien dit een aanzienlijke belemmering zou vormen voor de mogelijkheid de activa snel van de hand te doen zonder aanzienlijke nadelige prijseffecten.

5.   Een SIPS-exploitant die grensoverschrijdend onderpand accepteert, identificeert de risico's die aan het gebruik hiervan zijn verbonden en verminderen en verzekert tevens dat het grensoverschrijdend onderpand tijdig gebruikt kan worden.

6.   Een SIPS-exploitant gebruikt een effectief en operationeel flexibel systeem voor onderpandbeheer.

7.   Lid 1 is niet van toepassing op Eurosysteem-SIPS.

Artikel 8

Liquiditeitsrisico

1.   Een SIPS-exploitant stelt een integraal kader in voor het beheren van liquiditeitsrisico's gevormd door deelnemers aan het SIPS, afwikkelingsbanken, nostro agenten, bewaarnemingsbanken, liquiditeitsverschaffers en andere relevante entiteiten.

2.   Een SIPS-exploitant installeert operationele en analytische instrumenten, waarmee hij in staat is afwikkelings- en financieringstromen te identificeren, meten en bewaken, inclusief het gebruik van intradayliquiditeit, op voortdurende en tijdige basis.

3.   Een SIPS-exploitant houdt te allen tijde voldoende liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, in alle valuta waarin hij werkzaam is, teneinde verevening op dezelfde dag te effectueren van betalingsverplichtingen in een brede variëteit van mogelijke potentiële stress-scenario's. Waar passend omvat dit intradayverevening of meerdaagse verevening. Tot stress-scenario's behoren onder meer: a) een verzuim onder extreme, maar aannemelijke marktomstandigheden van de deelnemer die, samen met de daaraan gelieerde partijen, de grootste totale betalingsverplichting heeft, en b) andere scenario's op basis van lid 11.

4.   Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen in euro verevent houdt liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat de deelnemers dit doen, in overeenstemming met lid 3, teneinde tijdige afwikkeling te effectueren van betalingsverplichtingen in geval van een verzuim van de deelnemer die, samen met de daaraan gelieerde partijen, de grootste totale betalingsverplichting heeft zoals vastgesteld in lid 3, onder a) op één van de volgende manieren:

a)

in contanten bij het Eurosysteem, of

b)

in beleenbaar onderpand zoals gedefinieerd in het onderpandkader van het Eurosysteem dat is vastgelegd in Richtsnoer ECB/2011/14 van 20 september 2011 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (5), met name indien de SIPS-exploitant toegang heeft tot permanente faciliteiten van het Eurosysteem.

5.   Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen afwikkelt in euro, houdt additionele liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, in overeenstemming met lid 3, onder b), op de wijze zoals vastgelegd in lid 4 of bij een kredietwaardige commerciële bank in één of meer van de volgende instrumenten:

a)

gecommitteerde kredietlijnen;

b)

gecommitteerde deviezenswaps;

c)

gecommitteerde retrocessieovereenkomsten (repo's);

d)

activa zoals gedefinieerd in artikel 7, lid 1, die worden aangehouden door een bewaarnemer;

e)

investeringen die eenvoudig beschikbaar zijn en geconverteerd kunnen worden in contanten volgens vooraf gearrangeerde financieringsarrangementen ten aanzien waarvan de SIPS-exploitant kan aantonen aan de bevoegde autoriteit, op basis van adequaat intern onderzoek, dat de financieringsarrangementen in hoge mate betrouwbaar zijn, zelfs onder extreme maar aannemelijke marktomstandigheden.

De SIPS-exploitant is erop voorbereid aan te kunnen tonen aan de bevoegde autoriteit, op basis van adequaat intern onderzoek, dat de commerciële bank kredietwaardig is.

6.   Een SIPS-exploitant die tweezijdige betalingen of eenzijdige betalingen in andere valuta dan de euro afwikkelt, houdt liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, in overeenstemming met lid 3, op de wijze zoals gedefinieerd in lid 5.

7.   Indien een SIPS-exploitant de middelen zoals vermeld in lid 3 aanvult met andere activa, zijn deze activa verhandelbaar of acceptabel als onderpand (ten behoeve van bijvoorbeeld kredietlijnen, swaps, or repo's) op een ad hoc basis na een verzuim, zelfs indien dit niet op betrouwbare wijze vooraf gearrangeerd of gegarandeerd kan worden onder extreme maar aannemelijke marktomstandigheden. Indien een deelnemer de in lid 3 genoemde bronnen aanvult met andere activa, verzekert de SIPS-exploitant dat deze andere activa voldoen aan de in de eerste zin genoemde vereisten. Activa worden geacht eenvoudig verhandelbaar of acceptabel als onderpand te zijn indien de SIPS-exploitant rekening houdt met de regels en praktijken van de betreffende centrale bank met betrekking tot geschiktheid voor onderpand.

8.   Een SIPS-exploitant mag er niet vanuit gaan dat er noodkredieten beschikbaar zijn van de centrale bank.

9.   Een SIPS-exploitant voert een due diligence onderzoek uitvoeren teneinde te verifiëren dat iedere aanbieder van liquide middelen van het SIPS op basis van lid 3: a) beschikt over voldoende en actuele informatie met betrekking tot het begrip en beheer van zijn liquiditeitsrisico's die verbonden zijn aan het verstrekken van contanten of activa, en b) in staat is contanten of activa al naar gelang de behoefte te verstrekken. Een SIPS-exploitant toetst tenminste eenmaal per jaar of hij voldoet aan de due diligence verplichting. Alleen entiteiten met toegang tot krediet van de centrale uitgevende bank worden geaccepteerd als liquiditeitsverschaffers. Een SIPS-exploitant toetst zijn procedures voor het beschikken over de liquide middelen van het SIPS regelmatig.

10.   Een SIPS-exploitant met toegang tot rekeningen, betalingsdiensten of effectendiensten van de centrale bank gebruikt deze diensten waar mogelijk.

11.   Een SIPS-exploitant stelt door middel van grondige stress-testen vast hoeveel contanten en andere activa benodigd zijn om te voldoen aan de vereisten onder lid 3 en 4. Hij herziet dit bedrag regelmatig, onder meer aan de hand van een breed scala aan scenario's, waaronder:

a)

historische prijsvolatiliteitspieken van de bovengenoemde activa;

b)

verschuivingen van andere marktfactoren, waaronder prijsbepalende factoren en rendementscurves;

c)

verzuim van één of meer deelnemers op dezelfde dag en op verschillende opeenvolgende dagen;

d)

gelijktijdige druk op de financierings- en de activamarkten;

e)

een spectrum van toekomstgerichte stress-scenario's onder verschillende extreme maar aannemelijke marktomstandigheden.

Dergelijke scenario's houden ook rekening met het ontwerp en de werking van het SIPS; onderzoeken alle entiteiten die materiële liquiditeitsrisico's kunnen opleveren voor het SIPS, waaronder afwikkelingsbanken, nostro agenten, bewaarnemingsbanken, liquiditeitsverschaffers en daaraan verbonden FMI's, en bestrijken, waar passend, een meerdaagse periode.

12.   Een SIPS-exploitant legt schriftelijk zijn redenen vast voor het aanhouden van -en heeft passende governance-regelingen voor- het bedrag aan contanten en andere activa die door de SIPS-exploitant of de deelnemers worden aangehouden. Hij stelt heldere procedures vast voor de reportage van de resultaten van de stresstesten aan het Bestuur. Hij gebruikt deze resultaten om de adequaatheid van zijn liquiditeitsrisicobeheerskader te evalueren en aan te passen.

13.   Een SIPS-exploitant stelt heldere regels en procedures vast waarmee het SIPS in staat is verevening op dezelfde dag, en waar toepasselijk, tijdige intraday- en meerdaagse verevening van betalingsverplichtingen toe te passen na verzuim van één of meer van de deelnemers. Deze regels en procedures:

a)

houden en regeling in voor onvoorziene en mogelijk ongedekte liquiditeitstekorten;

b)

streven ernaar dat vermindering, terugtrekking of vertraging wordt vermeden met betrekking tot verevening op dezelfde dag van betalingsverplichtingen;

c)

geven aan hoe de contanten en andere activa, die door het SIPS worden gebruikt tijdens een stress-evenement, worden aangevuld tot de op basis van lid 3 tot en met 5 vereiste hoeveelheid.

Artikel 9

Finale afwikkeling

Een SIPS-exploitant stelt regels en procedures vast waardoor finale afwikkeling uiterlijk aan het einde van de voorgenomen afwikkelingsdatum plaats kan vinden.

Artikel 10

Afwikkeling in geld

1.   Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen in euro afwikkelt, verzekert dat de finale afwikkeling plaatsvindt in centralebankgeld.

2.   Een SIPS-exploitant die tweezijdige betalingen afwikelt, of eenzijdige betalingen afwikkelt in andere valuta dan de euro, verzekert dat finale afwikkeling plaatsvindt in centralebankgeld, waar toepasselijk en beschikbaar.

3.   Indien geen centralebankgeld wordt gebruikt, verzekert een SIPS-exploitant dat geldafwikkeling plaatsvindt met gebruik van vereveningsactiva met weinig tot geen krediet- en liquiditeitsrisico.

4.   Indien verevening plaatsvindt in commerciëlebankgeld, bewaakt, beheert en limiteert de SIPS-exploitant de krediet- en liquiditeitsrisico's afkomstig van de commerciële afwikkelingsbanken. De SIPS-exploitant stelt in het bijzonder strikte criteria voor haar afwikkelingsbanken vast, en monitoort naleving ervan,, waarbij rekening wordt gehouden met, onder andere, hun regulering en toezicht, kredietwaardigheid, kapitalisatie, toegang tot liquiditeiten en operationele betrouwbaarheid. De SIPS-exploitant monitoort en bewaakt daarnaast de concentratie van krediet- en liquiditeitsblootstelling aan de commerciële afwikkelingsbanken van het SIPS.

5.   Indien een SIPS-exploitant geldafwikkelingen via zijn eigen boeken laat lopen, minimaliseert hij zijn krediet- en liquiditeitsrisico's en bewaakt deze streng.

6.   Indien afwikkeling plaatsvindt in commerciëlebankgeld, vermelden de juridische overeenkomsten van een SIPS-exploitant met commerciële afwikkelingsbanken duidelijk:

a)

wanneer overdrachten worden verwacht in de boeken van individuele afwikkelingsbanken;

b)

dat overdrachten finaal zijn wanneer ze zijn uitgevoerd;

c)

dat ontvangen fondsen zo snel mogelijk overdraagbaar zijn, op zijn minst tegen het einde van de dag.

Artikel 11

Betaling tegen betaling

Een SIPS-exploitant die een betaling-tegen-betaling systeem (payment versus payment) gebruikt, elimineert het hoofdrisico door ervoor te zorgen dat de finale afwikkeling van één verplichting plaatsvindt indien, en alleen in het geval dat, de finale afwikkeling van de daaraan verbonden verplichting eveneens plaatsvindt. Deze regel wordt gevolgd ongeacht of verevening plaatsvindt op een bruto- of nettobasis en wanneer er finaliteit is.

Artikel 12

Regels en procedures met betrekking tot verzuim van deelnemers

1.   Een SIPS-exploitant definieert in de SIPS-regels en -procedures wat verzuim van een deelnemer inhoudt, waarbij vermeld wordt dat er in ieder geval sprake is van verzuim wanneer de deelnemer niet voldoet aan zijn financiële verplichtingen wanneer deze opeisbaar worden, als gevolg van, onder meer, operationele redenen, schending van de overeenkomst of de aanvang van een insolventieprocedure tegen de betreffende deelnemer. Een SIPS-exploitant onderscheidt tussen automatisch en discretionair verzuim. In dit laatste geval vermeldt de SIPS-exploitant welke entiteit die discretionaire bevoegdheid zal uitoefenen en beoordeelt deze definitie tenminste eenmaal per jaar.

2.   Een SIPS-exploitant beschikt over regels en procedures met betrekking tot verzuim die hem in staat stellen aan zijn verplichtingen te blijven voldoen ingeval van verzuim door een deelnemer, waarbij de aanvulling van middelen na verzuim wordt geregeld. De regels en procedures omschrijven in ieder geval alle volgende zaken:

a)

de maatregelen die een SIPS-exploitant kan nemen wanneer verzuim plaatsvindt;

b)

of het treffen van dergelijke maatregelen automatisch of discretionair is en de wijze waarop deze discretionaire bevoegdheid wordt uitgeoefend;

c)

mogelijke wijzigingen van de normale afwikkelingsprocedures van de SIPS-exploitant teneinde tijdige verevening te verzekeren;

d)

het management van betalingen in de verschillende behandelingsfasen daarvan;

e)

de waarschijnlijke volgorde van maatregelen;

f)

de rollen, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, inclusief de deelnemers die niet in verzuim zijn;

g)

andere mechanismen die geactiveerd kunnen worden teneinde de impact van verzuim te verminderen.

3.   Een SIPS-exploitant is erop voorbereid de regels en procedures inzake verzuim uit te voeren, inclusief passende discretionaire procedures die zijn opgenomen in zijn regels. Een SIPS-exploitant verzekert onder meer dat: a) hij over de operationele capaciteit inclusief voldoende goed opgeleid personeel beschikt om de in lid 2 uiteengezette procedures tijdig uit te voeren, en b) dat de regels en procedures van het SIPS de behoefte aan documentatie, informatie en communicatie en, indien er meer dan één FMI of autoriteit bij betrokken is, coördinatie als zodanig beschrijven.

4.   Een SIPS-exploitant maakt de cruciale aspecten van de in lid 2 uiteengezette regels en procedures openbaar, waaronder tenminste alle volgende zaken:

a)

de omstandigheden waaronder maatregelen getroffen moeten worden;

b)

wie deze maatregelen neemt;

c)

de reikwijdte van de te nemen maatregelen;

d)

het mechanisme voor verplichtingen van een SIPS-exploitant versus deelnemers die niet in verzuim zijn.

5.   Ofwel tenminste eenmaal per jaar, ofwel na iedere materiële wijziging aan het SIPS die van invloed is op die regels en procedures, test een SIPS-exploitant de in lid 2 uiteengezette regels en procedures van het SIPS, en herziet deze. Een SIPS-exploitant betrekt de deelnemers aan het SIPS en de desbetreffende belanghebbenden bij het testen en beoordelen.

Artikel 13

Algemeen bedrijfsrisico

1.   Een SIPS-exploitant zorgt voor solide beheers- en controlesystemen voor het vaststellen, bewaken en beheren van algemene bedrijfsrisico's, waaronder verliezen die voortvloeien uit slechte uitoefening van bedrijfsstrategie, negatieve cashflows of onverwachte en excessief hoge exploitatiekosten.

2.   Een SIPS-exploitant houdt liquide netto-activa aan die worden verschaft middels deelnemingen, zoals gewone aandelen, openbare reserves of andere ingehouden winsten, zodat hij de bedrijfsvoering en de diensten kan voortzetten als een going concern indien hij algemene bedrijfsverliezen lijdt. Het bedrag van deze activa wordt bepaald door het algemene bedrijfsrisicoprofiel en de duur van de periode die vereist is om een herstel of ordelijke liquidatie tot stand te brengen van zijn kritische bedrijfsvoering en diensten indien dergelijke actie wordt ondernomen.

3.   Een SIPS-exploitant beschikt over een uitvoerbaar herstelplan of, behalve voor Eurosysteem-SIPS, een ordelijk liquidatieplan.

4.   Een SIPS-exploitant houdt voldoende liquide netto-activa aan die worden verschaft middels vermogen om het in lid 3 bedoelde plan uit te voeren. Een SIPS-exploitant houdt minimaal liquide netto-activa aan, verschaft door deelnemingen, voor een waarde die gelijk is aan tenminste de exploitatiekosten over zes maanden. Deze activa komen bovenop de middelen die worden aangehouden om verzuim van deelnemers af te dekken of andere in artikel 6 en 8 bedoelde risico's. Deelnemingen die worden aangehouden op basis van internationale risico-gebaseerde kapitaalnormen kunnen opgenomen worden teneinde dubbele kapitaaleisen te vermijden.

5.   Activa die worden aangehouden ter afdekking van algemeen bedrijfsrisico zijn dermate liquide en van hoge kwaliteit dat deze tijdig beschikbaar zijn. De SIPS-exploitant moet deze activa met weinig, of geen nadelig prijseffect kunnen verkopen, zodat hij de bedrijfsvoering kan voortzetten als going concern wanneer algemene bedrijfsverliezen worden geleden.

6.   Een SIPS-exploitant stelt een levensvatbaar plan op voor het inzamelen van additioneel vermogen, indien zijn vermogen het in lid 4 bepaalde bedrag te dicht nadert of lager is dan dit bedrag. Het plan wordt ter goedkeuring aan het Bestuur voorgelegd en wordt tenminste eenmaal per jaar geactualiseerd.

7.   Lid 2 en lid 4 tot en met 6 hebben geen betrekking op Eurosysteem-SIPS.

Artikel 14

Bewaarnemings- en beleggingsrisico's

1.   Een SIPS-exploitant houdt zijn eigen activa en die van de deelnemers aan bij gecontroleerde en gereguleerde entiteiten (hierna te noemen de „bewaarnemers”), die boekhoudkundige procedures, regels voor bewaarneming en interne controle hebben ter volledige bescherming van deze activa tegen het risico van verlies in het geval van insolventie, nalatigheid, fraude, slecht beheer of gebrekkige administratie van de bewaarnemer of sub-bewaarnemer.

2.   Een SIPS-exploitant heeft tijdig toegang tot zijn activa en die van de deelnemers.

3.   Een SIPS-exploitant evalueert en begrijpt zijn risico's ten aanzien van zijn bewaarnemingsbanken, waarbij rekening wordt gehouden met de volledige relatie die hij met ieder van hen heeft.

4.   Een SIPS-exploitant heeft een investeringsstrategie die consistent is met zijn algehele risicobeheerstrategie en die volledig openbaar wordt gemaakt aan de deelnemers. De SIPS-exploitant herziet deze investeringsstrategie tenminste eenmaal per jaar.

5.   De investeringen van een SIPS-exploitant op basis van zijn investeringsstrategie worden gedekt door debiteuren van hoge kwaliteit of vorderingen op deze. Een SIPS-exploitant stelt criteria voor crediteuren van hoge kwaliteit vast. Investeringen worden gedaan in instrumenten met een minimaal krediet-, markt- en liquiditeitsrisico.

6.   De leden 3 tot en met 5 zijn niet van toepassing op Eurosysteem-SIPS.

Artikel 15

Operationeel risico

1.   Een SIPS-exploitant zet een solide kader op met toepasselijke systemen, beleidslijnen, procedures en controles voor het vaststellen, bewaken en beheren van exploitatierisico's.

2.   Een SIPS-exploitant stelt doelstellingen en beleidslijnen vast met betrekking tot het dienstverleningsniveau en de betrouwbaarheid van de exploitatie ten behoeve van het bereiken van die doelstellingen. De SIPS-exploitant herziet de doelstellingen en beleidslijnen tenminste eenmaal per jaar.

3.   Een SIPS-exploitant verzekert dat de capaciteit van een SIPS te allen tijde uitgebreid kan worden om toenames van betalingsvolumes die plaatsvinden als resultaat van stress-evenementen op te vangen; tevens verzekert hij dat het SIPS zijn doelstellingen op het gebied van dienstverleningsniveau kan behalen.

4.   Een SIPS-exploitant zet een integraal beleid op met betrekking tot fysieke veiligheid en beveiliging van informatie waarmee alle mogelijke zwakheden en bedreigingen genoegzaam kunnen worden vastgesteld, beoordeeld en beheerst. De SIPS-exploitant toetst het plan tenminste eenmaal per jaar.

5.   Een SIPS-exploitant zet een bedrijfscontinuïteitsplan op met betrekking tot gebeurtenissen die een aanzienlijk risico voor verstoring van de bedrijfsvoering van de SIPS vormen. Het plan houdt het gebruik in van een tweede locatie en is ontworpen om zeker te stellen dat kritische informatietechnologiesystemen binnen twee uur na dergelijke gebeurtenissen weer in werking kunnen zijn. Het plan is zodanig opgezet dat het SIPS altijd in staat is om alle betalingen aan het einde van de werkdag waarop de verstoring plaatsvond te verevenen. De SIPS-exploitant test het plan tenminste eenmaal per jaar en herziet het.

6.   Een SIPS-exploitant stelt vast wie de kritische deelnemers, met name op basis van betalingsvolumes en de waarde daarvan, alsmede hun potentiële invloed op andere deelnemers en het SIPS in zijn geheel, indien dergelijke deelnemers te maken krijgen met een aanzienlijk exploitatieprobleem.

7.   Een SIPS-exploitant stelt de risico's vast, bewaakt, en beheert deze, die kritische deelnemers, andere FMI's en dienstverleners en nutsbedrijven kunnen vormen voor de operaties van het SIPS.

Artikel 16

Toegangs- en deelnamecriteria

1.   Een SIPS-exploitant stelt non-discriminatoire toegangs- en deelnamecriteria met betrekking tot de diensten van het SIPS vast, en maakt deze openbaar,voor directe en, indien relevant, indirecte deelnemers en andere FMI's. De SIPS-exploitant herziet de criteria tenminste eenmaal per jaar.

2.   De toegangs- en deelnamecriteria van lid 1 worden gerechtvaardigd door de eisen van veiligheid en efficiency van het SIPS en de markten die daardoor worden bediend en worden afgestemd op, en staan in verhouding tot, de specifieke risico's van het SIPS. In overeenstemming met het proportionaliteitsprincipe stelt een SIPS-exploitant vereisten vast die de toegang zo min mogelijk beperken. Indien een SIPS-exploitant toegang weigert aan een entiteit, geeft hij hiervoor schriftelijke redenen aandie zijn gebaseerd op een integrale risicoanalyse.

3.   Een SIPS-exploitant bewaakt voortdurend of de deelnemers voldoen aan de toegangs- en deelnamecriteria van het SIPS. Hij stelt non-discriminatoire procedures vast, en maakt deze openbaar, op basis waarvan het mogelijk is het deelnamerecht van een deelnemer te schorsen of ordelijk te beëindigen wanneer de deelnemer niet voldoet aan de toegangs- en deelnamecriteria. De SIPS-exploitant herziet de procedures tenminste eenmaal per jaar.

Artikel 17

Getrapte deelnameregelingen

1.   Met het oog op risicobeheer verzekert een SIPS-exploitant dat de regels, procedures en contractuele arrangementen van het SIPS het SIPS in staat stellen informatie te verzamelen met betrekking tot indirecte deelname, teneinde de materiële risico's voor het SIPS die voortvloeien uit deelname vast te stellen, te bewaken en te beheersen. Deze informatie omvat minimaal alle volgende elementen:

a)

het aandeel activiteiten dat directe deelnemers verrichten ten behoeve van indirecte deelnemers;

b)

het aantal indirecte deelnemers die verevenen via individuele directe deelnemers;

c)

het volume of de waarde van de betalingen in het SIPS die afkomstig zijn van iedere indirecte deelnemer;

d)

het volume of de waarde van de betalingen onder c) in verhouding tot die van de directe deelnemers via wie de indirecte deelnemer toegang heeft tot het SIPS.

2.   Een SIPS-exploitant stelt de materiële afhankelijkheden vast die bestaan tussen directe en indirecte deelnemers en die het SIPS zouden kunnen aantasten.

3.   Een SIPS-exploitant identificeert de indirecte deelnemers die een reëel risico vormen voor het SIPS en de directe deelnemers via welke zij zich toegang verschaffen tot het SIPS, met het oog op het beheren van dergelijke risico's.

4.   Een SIPS-exploitant beoordeelt tenmminste eenmaal per jaar de risico's die voortvloeien uit getrapte deelnameregelingen. De SIPS-exploitant neemt naar behoeve limiteringsmaatregelen teneinde te verzekeren dat de risico's naar behoren worden beheerst.

Artikel 18

Efficiency en doeltreffendheid

1.   Een SIPS-exploitant zorgt voor een procedure ter vaststelling van en tegemoetkoming aan de behoeften van de markten die het SIPS bedient, meer in het bijzonder met betrekking tot:

a)

keuze van een clearing- en vereveningsregeling;

b)

operationele structuur;

c)

aanbod van producten die worden gecleared of verevend;

d)

gebruik van technologie en procedures.

2.   Een SIPS-exploitant zorgt voor helder gedefinieerde doelstellingen die meetbaar en haalbaar zijn, zoals bijvoorbeeld op het gebied van het minimum-dienstverleningsniveau, verwachtingen voor risicobeheer en zakelijke prioriteiten.

3.   Een SIPS-exploitant zorgt voor mechanismen voor de regelmatige beoordeling, in ieder geval jaarlijks, van de in lid 1 en 2 vastgelegde vereisten.

Artikel 19

Communicatieprocedures en -normen

Een SIPS-exploitant gebruikt relevante internationaal geaccepteerde communicatieprocedures en -normen,of accommodeert deze, teneinde efficiënte betalingen, clearing, verevening en vastlegging te faciliteren.

Artikel 20

Openbaarmaking van de regels, cruciale procedures en marktgegevens

1.   Een SIPS-exploitant stelt heldere en integrale regels en procedures vast die volledig openbaar worden gemaakt aan deelnemers. Toepasselijke regels en cruciale procedures worden ook openbaar gemaakt.

2.   Een SIPS-exploitant maakt heldere beschrijvingen openbaar van de opzet en de werking van het systeem alsmede de rechten en verplichtingen van de SIPS-exploitant en de deelnemers, zodat de deelnemers de risico's kunnen beoordelen die zij zouden lopen bij deelname aan het SIPS.

3.   Een SIPS-exploitant verschaft alle benodigde en toepasselijke documentatie en training teneinde te bewerkstelligen dat de deelnemers de regels en procedures van het SIPS begrijpen evenals de risico's die zij lopen bij deelname aan het SIPS.

4.   Een SIPS-exploitant maakt de tarieven van het SIPS bekend met betrekking tot de individuele SIPS-diensten evenals het beleid inzake kortingen. De SIPS-exploitant geeft heldere beschrijvingen van de betaalde diensten, zodat vergelijking mogelijk is.

5.   Een SIPS-exploitant completeert de reacties op het CPSS-IOSCO „Disclosure framework for financial market structures” en maakt deze openbaar. De SIPS-exploitant werkt zijn reacties bij na materiële wijzigingen aan het systeem of de omgeving daarvan, en in ieder geval elke twee jaar. Een SIPS-exploitant maakt ook, tenminste, basisgegevens met betrekking tot transactievolumes en -waarden openbaar.

Artikel 21

Openbaarmaking aan de bevoegde autoriteit

De bevoegde autoriteit is gerechtigd alle informatie en documenten te verkrijgen van een SIPS-exploitant die benodigd zijn om te beoordelen of wordt voldaan aan de vereisten uit hoofde van deze verordening. Een SIPS-exploitant rapporteert de betreffende specifieke informatie aan de bevoegde autoriteit.

Artikel 22

Corrigerende maatregelen

1.   Indien een SIPS-exploitant deze verordening niet in acht neemt:

a)

informeert de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant over de aard van de niet-naleving, en

b)

verschaft de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant de gelegenheid te reageren en een toelichting te geven.

2.   Op basis van de door de SIPS-exploitant verschafte informatie, mag de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant opdragen specifieke corrigerende maatregelen te treffen teneinde de niet- inachtneming te herstellen en/of te voorkomen dat deze wordt herhaald.

3.   De bevoegde autoriteit mag direct, daar waar geconstateerd, corrigerende maatregelen opleggen op basis van een met redenen omklede mening dat het betreffende geval van niet-inachtneming ernstig genoeg is om directe actie te rechtvaardigen.

4.   De bevoegde autoriteit informeert de ECB direct over enige corrigerende maatregel die is opgelegd aan een SIPS-exploitant.

5.   Corrigerende maatregelen kunnen opgelegd worden onafhankelijk van of in samenhang met sancties op basis van Verordening (EG) Nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 (6) met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen.

Artikel 23

Sancties

Indien inbreuk wordt gemaakt op deze verordening, legt de ECB sancties op uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen en Verordening (EG) nr. 2157/1999 van de Europese Centrale Bank van 23 september 1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (7). De ECB publiceert de berekeningsmethodologie van de sanctiebedragen.

Artikel 24

Evaluatie

De Raad van bestuur evalueert de algemene toepassing van deze verordening ten laatste twee jaar na de datum van inwerkingtreding, en daarna elke twee jaar, en beoordeelt of wijzigingen eventueel nodig zijn.

Artikel 25

Slotbepalingen

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   SIPS-exploitants krijgen een periode van een jaar, gerekend vanaf de datum waarop de beslissing van de Raad van bestuur op basis van artikel 1, lid 2, aan hen is bekendgemaakt, om te voldoen aan de vereisten die in deze verordening zijn vastgelegd.

3.   Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 3 juli 2014.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Beschikbaar op de BIS-website, zie www.bis.org/publ/cpss43.pdf.

(2)  Beschikbaar op de BIS-website, zie www.bis.org/publ/cpss101a.pdf.

(3)  PB L 30 van 30.1.2013, blz. 1.

(4)  PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.

(5)  PB L 331 van 14.12.2011, blz. 1.

(6)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4.

(7)  PB L 264 van 12.10.1999, blz. 21.


Naar boven