EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32014D0006(01)

(2014/192/EU): Besluit van de Europese Centrale Bank van 24 februari 2014 betreffende de organisatie van voorbereidende maatregelen voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens door het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2014/6)

PB L 104 van 8.4.2014, blz. 72–79 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht: Dezehandelingisgewijzigd. Huidige geconsolideerde versie: 01/06/2016

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/192/oj

8.4.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 104/72


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 24 februari 2014

betreffende de organisatie van voorbereidende maatregelen voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens door het Europees Stelsel van centrale banken

(ECB/2014/6)

(2014/192/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 5 en artikel 46, lid 2,

Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1), inzonderheid artikel 8, lid 5,

Gezien de inbreng van de Algemene Raad,

Overwegende:

(1)

Gedetailleerde kredietgegevens omvatten individuele informatieposten inzake kredietrisico's van kredietinstellingen of van andere aan kredietnemers leningen verstrekkende financiële instellingen. Mits naleving van passende vertrouwelijkheidswaarborgen, mogen niet-geaggregeerde gegevens van dit type kredietnemergewijs of leningsgewijs verzameld worden uit door de nationale centrale banken (NCB's) van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) beheerde kredietregisters (hierna: „centrale kredietregisters” of „CKR's”), of uit andere gediversifieerde gegevensbronnen, inclusief kredietregisters, of andere statistische verzamelingen. Een aantal NCB's dat CKR's beheert, deelt gedetailleerde kredietgegevens met elkaar om deze gegevens door te geven aan rapporterende instellingen en vollediger overzicht van de schuldenlast van kredietnemers te bevorderen (2).

(2)

Artikel 5 van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna: „ESCB-statuten”) bepaalt dat teneinde de taken van het ESCB te kunnen vervullen, de ECB, bijgestaan door de nationale centrale banken, de benodigde statistische gegevens verzamelt, hetzij bij de bevoegde nationale autoriteiten, hetzij rechtstreeks bij de economische subjecten. Bovendien staat artikel 8, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2533/98 de ECB toe om te besluiten tot het verzamelen en de verzending, voor zover noodzakelijk en met de noodzakelijke gedetailleerdheid, binnen het ESCB van vertrouwelijke informatie die oorspronkelijk voor andere doeleinden verzameld werd dan die van artikel 5 van de ESCB-statuten, mits de doelmatige ontwikkeling of productie van statistieken, of de verbetering van de kwaliteit van statistieken zulks vereisen, en deze statistieken noodzakelijk zijn ter vervulling van de in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vermelde ESCB-taken.

(3)

Gedetailleerde kredietgegevens op basis van CKR's en andere beschikbare kredietgegevensbronnen zijn nodig voor: a) de ontwikkeling en productie van nieuwe ESCB-statistieken, zoals statistieken over dubieuze activa, voorzieningen voor dubieuze activa en herwaarderingsreserves en statistieken inzake leningen aan niet-financiële vennootschappen, uitgesplitst naar omvang van de betrokken vennootschappen; b) de kwaliteitsverbetering van bestaande ESCB-statistieken, zoals kredietlijnenstatistieken uitgesplitst naar sector van de tegenpartij, inzake leningen aan niet-financiële vennootschappen uitgesplitst naar economische activiteit, en inzake leningen met onroerend goed als onderpand. Deze op lange termijn te produceren nieuwe of verbeterde statistieken zijn nodig om de taken van het Eurosysteem te kunnen uitvoeren, inclusief monetairebeleidsanalyse en monetairebeleidstransacties, risicobeheer, toezicht op en onderzoek van financiële stabiliteit, alsook de bijdrage van het Eurosysteem tot de goede beleidsvoering door de bevoegde autoriteiten in verband met het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel.

(4)

Een langetermijn kader voor het verzamelen van gedetailleerde kredietgegevens, welk kader is gebaseerd op geharmoniseerde statistische rapportagevereisten van de ECB, dient vastgelegd te worden in een ECB-rechtshandeling, die krachtens artikel 5 van de ESCB-statuten vastgesteld moet worden welke rechtshandeling bij de Raad van bestuur ingediend moet worden, zodanig dat tegen eind 2016 verzekerd is dat: a) alle Eurosysteem-NCB's nationale databases voor gedetailleerde kredietgegevens beheren, zulks overeenkomstig tijdens de voorbereidingsfase vastgelegde minimumnormen, en b) een gemeenschappelijke database voor gedetailleerde kredietgegevens zal worden ingevoerd en gedeeld tussen de Eurosysteemleden, met invoergegevens voor alle lidstaten die de euro als munt hebben, welke invoering zal geschieden op basis van nationale databases voor gedetailleerde kredietgegevens, teneinde stapsgewijs, over kredietstatistieken te beschikken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van Eurosysteemtaken, waaronder met name bijdragen aan de goede beleidsvoering door de bevoegde autoriteiten in verband met het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel. Deze langetermijnrechtshandeling van de ECB dient ook een datum vast te leggen, niet later dan de hierboven vastgelegde datum, met ingang van welke datum met de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens begonnen dient te worden, zulks op basis van geharmoniseerde statistische rapportagevereisten van de ECB. Alhoewel de inhoud van de toekomstige gedetailleerde kredietgegevens op basis van geharmoniseerde statistische rapportagevereisten van de ECB breed van opzet is, zoals uiteengezet in het referentierapportagekader in de bijlage bij dit besluit, dienen de precieze reikwijdte en de inhoud van de uit hoofde van dit langetermijnkader te verzamelen gegevens nog vastgesteld te worden. Voorbereidingen voor de invoering van dit langetermijnkader zullen uitgevoerd worden middels uit hoofde van dit besluit geïmplementeerde voorbereidende maatregelen die het volgende beogen: a) het vastleggen van een kerngroep van geharmoniseerde gedetailleerde kredietgegevensreeksen die de NCB's op lange termijn aan de ECB moeten leveren, b) op lange termijn vaststellen en beoordelen van relevante gebruikersbehoeften aangaande de toepassing van gedetailleerde kredietgegevens binnen het ESCB, c) raming van de kosten van procedures voor verzameling, kwaliteitsgarantie en gegevensdeling, d) geleidelijke opheffing van datahiaten in verband met onvolledige databases voor gedetailleerde krediet gegevens in sommige lidstaten, dan wel het ontbreken daarvan, e) vastleggen van geschikte bestuurs- en organisatorische aspecten voor het beheer van het langetermijnkader, en f) zorgen voor een verbeterde interoperabiliteit en het gegevenshergebruik tussen CKR's, kredietregisters en andere relevante datbases voor kredietgegevens die voldoen aan de kwaliteitscriteria.

(5)

De Raad van bestuur dient het ESCB-Comité Statistieken („CST”) te mandateren om de Raad van bestuur bij te staan, in het bijzonder bij de implementatie van deze voorbereidende maatregelen. Het CST dient met name de jaarlijkse verzending te organiseren van die gedetailleerde op lange termijn te verzamelen kredietgegevens van de NCB's naar de ECB om een juiste afstemming van die gedetailleerde kredietgegevens te verzekeren met de waarschijnlijke ESCB-gebruikersbehoeften. Te dien einde kan ESCB-gebruikers die geen ontheffing genieten uit hoofde van artikel 3, lid 3 van dit besluit, toegang verschaft worden tot vertrouwelijke statistische informatie die is afgeleid uit aan de ECB verschafte gedetailleerde kredietgegevens, zulks tot een langetermijnkader wordt geïmplementeerd, het een en ander conform de relevante vertrouwelijkheidswaarborgen.

(6)

Gelijke behandeling van onderscheiden NCB's dient de leidraad te zijn bij het nader uitwerken van de voorbereidende maatregelen voor het langetermijnkader. Voorstellen inzake de noodzakelijke criteria inzake de werkingssfeer, de boven- en ondergrens van lagen of strata voor de hele populatie van kredietnemers en de overige mogelijke uitsplitsingen, detailniveau van data-attributen en de kwaliteit van verzamelde gedetailleerde kredietgegevens worden gedurende de voorbereidingsfase voor alle Eurosysteem-NCB's bij de Raad van bestuur ingediend. Verschillen in datareeksen die de onderscheiden NCB's indienen, worden vastgesteld en geleidelijk aan verminderd door aangepaste gegevens bij volgende indieningen uit hoofde van dit besluit. Tegelijkertijd hebben bepaalde Eurosysteem-NCB's in de voorbereidingsperiode voor de ontwikkeling van of het verkrijgen van toegang tot uitgebreide databases voor gedetailleerd kredietgegevens wellicht een langere inwerkperiode nodig. Deze NCB's dienen in de voorbereidingsfase in aanmerking te komen voor tijdelijke ontheffing van de verplichting om bepaalde door het CST ontwikkelde voorbereidende maatregelen toe te passen, mits de periode van elke specifieke ontheffing uitsluitend beperkt is tot de minimumtijd die de betrokken NCB nodig heeft om tijdens de voorbereidingsfase te voldoen aan de door die ontheffing afgedekte voorbereidende maatregelen en dat die periode in voorkomende gevallen dusdanig is dat de doelstellingen van artikel 1 in relatie tot alle Eurosysteem-NCB's worden gehaald.

(7)

In overeenstemming met de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie hebben de Verdragen en het recht dat de Unie op grond van de Verdragen vaststelt onder de voorwaarden bepaald in die rechtspraak voorrang boven het nationale recht van de lidstaten (3). Dienovereenkomstig zal de implementatie van dit besluit niet resulteren in de schending van bepalingen van nationaal recht die bepaalde vertrouwelijkheids- en wederkerigheidseisen opleggen in verband met grensoverschrijdende gegevensverzameling via CKR's.

(8)

Het is noodzakelijk om een procedure op te zetten om doelmatig technische wijzigingen in de bijlage bij dit besluit aan te brengen, mits dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast. NCB's kunnen dergelijke technische wijzigingen in de bijlage via het CST voorstellen met wiens standpunten bij de toepassing van deze procedure rekening wordt gehouden.

(9)

De toepasselijkheid van de bepalingen van dit besluit kan worden uitgebreid tot de NCB's van lidstaten die de euro niet als munt hebben doordat dergelijke NCB's een samenwerking aangaan met centrale banken van het Eurosysteem op basis van een ECB-aanbeveling,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Werkingssfeer en doelstellingen

Dit besluit legt de voorbereidende maatregelen vast die noodzakelijk zijn om stapsgewijs een langetermijnkader in te voeren voor het verzamelen van gedetailleerde kredietgegevens gebaseerd op geharmoniseerde statistische rapportagevereisten van de ECB. Dit langetermijnkader omvat tegen eind 2016: (a) door alle Eurosysteem-NCB's beheerde nationale databases voor gedetailleerde kredietgegevens, en (b) een gemeenschappelijke database voor gedetailleerde kredietgegevens gedeeld tussen de Eurosysteemleden, met gedetailleerde kredietgegevens voor alle lidstaten die de euro als munt hebben.

Artikel 2

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

1.   „centraal kredietregister” (CKR): een kredietregister dat een ESCB-NCB beheert;

2.   „kredietregister”: een register dat gedetailleerde kredietgegevens bij rapporterende instellingen verzamelt;

3.   „gedetailleerde kredietgegevens”: informatie inzake kredietrisico's van kredietinstellingen of andere aan kredietnemers leningen verstrekkende financiële instellingen, welke informatie kredietnemergewijs of leninggewijs wordt verstrekt.

Artikel 3

Organisatie van voorbereidende maatregelen

1.   Uit te voeren voorbereidende maatregelen om de in artikel 1 vastgelegde doelstellingen te verwezenlijken omvatten:

a)

het vaststellen van de relevante gebruikersbehoeften en raming van verbonden kosten van voorgestelde procedures van verzameling, kwaliteitsgarantie en gegevensdeling;

b)

het vaststellen en verbeteren van het uit hoofde van het langetermijnkader te verzamelen datareeksen van gedetailleerde kredietgegevens, met name aangaande de werkingssfeer, de grenzen van lagen of strata voor de kredietnemerspopulatie en de overige mogelijke uitsplitsingen, detailniveau van data-attributen en de kwaliteit van verzamelde gedetailleerde kredietgegevens;

c)

het overeenkomstig artikel 4 organiseren van de verzending van gedetailleerde kredietgegevens in de voorbereidende fase en vaststellen van kwaliteitsnormen waaraan de van CKR's of andere kredietregisters verkregen gedetailleerde kredietgegevens moeten voldoen, zulks voordat die verzending begint;

d)

het ontwikkelen van gedetailleerde operationele regelingen die verzending, samenstelling, opslag en gebruik van gedetailleerde kredietgegevens specificeren, welke gegevens tijdens de voorbereidingsfase getest en nader afgestemd moeten worden om vervolgens te worden opgenomen in het langetermijnkader;

e)

het opzetten van een tijdschema voor bepaalde stappen en resultaten die de onderscheiden NCB's en de ECB dienen te realiseren, waaronder de stappen die NCB's moeten realiseren die thans geen toegang hebben tot uitgebreide databases voor gedetailleerde kredietgegevens, zulks om toegang te verkregen middels de ontwikkeling van een eigen CKR of anderszins;

f)

het monitoren van geboekte vooruitgang aangaande de onder de punten a tot en met e opgesomde maatregelen, en het vaststelllen van relevante aanpassingen, indien van toepassing.

2.   Het CST, rekening houdend met het advies van overige betrokken ESCB-comités, indien van toepassing, bereidt de besluiten voor die nodig zijn voor de implementatie van de in lid 1 vastgelegde maatregelen en dient die ter vaststelling in bij de Raad van bestuur. Het CST rapporteert jaarlijks aan de Raad van bestuur over de door de ECB en de onderscheiden NCB's geboekte vooruitgang.

3.   Aangaande NCB's die in de voorbereidingsperiode voor de ontwikkeling van of het verkrijgen van toegang tot uitgebreide databases voor gedetailleerde kredietgegevens wellicht een langere inwerkperiode nodig hebben, kan de Raad van bestuur gedurende de voorbereidingsfase individuele tijdelijke ontheffing verlenen van de verplichting tot toepassing van de in lid 1 vastgestelde voorbereidende maatregelen. Iedere individuele ontheffingsperiode wordt nauwgezet beperkt tot de minimumtijd die de betrokken NCB nodig heeft om gedurende de voorbereidingsfase te voldoen aan de door deze ontheffing afgedekte voorbereidende maatregelen, en wordt hoe dan ook dusdanig vastgesteld dat de in artikel 1 vastgestelde doelstellingen ten aanzien van alle Eurosysteem-NCB's verwezenlijkt worden. Gedurende elke ontheffingsperiode rapporteert de betrokken NCB twee keer per jaar aan het CST in hoeverre zij voldoen aan de door de ontheffing afgedekte voorbereidende maatregelen. Toegangsrechten tot vertrouwelijke statistische informatie, die is afgeleid uit aan de ECB verzonden gedetailleerde kredietgegevens als onderdeel van een specifieke voorbereidende maatregel, worden ten aanzien van NCB's die met betrekking tot deze maatregel een tijdelijke ontheffing genieten, opgeschort. De Raad van bestuur kan besluiten tot oplegging van nadere passende beperkingen aan individuele NCB's die uit hoofde van dit lid een ontheffing genieten.

Artikel 4

Verzending van gedetailleerde kredietgegevens in de voorbereidingsfase en vertrouwelijkheidswaarborgen

1.   Teneinde op lange termijn de te verzamelen gedetailleerde kredietgegevens af te stemmen op de statistische behoeften van toekomstige ESCB-gebruikers, organiseert het CST gedurende de voorbereidingsfase de jaarlijkse verzending van de NCB's naar de ECB van direct beschikbare gedetailleerde kredietgegevens, betrekking hebbend op 30 juni en 31 december, met voldoende anonimisatie en aggregatie van de informatie inzake de kredietnemers om te verzekeren dat individuele kredietnemers niet geïdentificeerd kunnen worden. De eerste verzending vindt plaats eind maart 2014, met als referentie 30 juni en 31 december 2013, en is gebaseerd op het referentierapportagekader in de bijlage. Nadere verzendingen organiseert het CST op basis van het rapportagekader dat rekening houdt met direct beschikbare gedetailleerde kredietgegevens en hun kenmerken, en verzekeren dat de verzamelde gegevens evenredig zijn aan de status van het ten tijde van de verzending voltooide voorbereidende werk. Kredietnemersgegevens die niet tot institutionele sectoren van niet-financiële vennootschappen behoren, kunnen gedurende de voorbereidingsfase geaggregeerd gerapporteerd worden, mits de NCB de betrokken methodologische informatie levert.

2.   Individuele NCB's verzenden de verzochte gedetailleerde kredietgegevens op basis van de CKR's of andere beschikbare databases voor gedetailleerde kredietgegevens. De NCB's die krachtens artikel 3, lid 3 genieten van een ontheffing van voorbereidende maatregelen uit hoofde van artikel 3, lid 1, onder c), aangaande specifieke gegevensverzendingen rapporteren aan het CST in hoeverre zij hebben voldaan aan de tijdens de voorbereidingsperiode vereiste gegevensverzendingen.

3.   De krachtens het eerste lid aan de ECB verstrekte gegevens worden elektronisch middels beveiligde toegang op afstand en op een beveiligde locatie opgeslagen. Slechts statistische deskundigen op de lijst die het CST voor het begin van de verzending aan de Raad van bestuur heeft gecommuniceerd, hebben toegang tot die gegevens. De ECB neemt in het jaarlijkse vertrouwelijkheidsverslag informatie op inzake de genomen veiligheidsmaatregelen.

Artikel 5

Gebruik van tijdens de voorbereidingsfase uit gedetailleerde kredietgegevens afgeleide statistische informatie

1.   Aan de ECB krachtens artikel 4 verstrekte gegevens worden gebruikt voor: a) het vaststellen en verbeteren van uit hoofde van het langetermijnkader te verzamelen gedetailleerde kredietgegevens en de respectieve data-attributen, en b) vaststellen en produceren van geaggregeerde statistische informatie om tijdens de voorbereidingsfase te voldoen aan de statistische behoeften van de ESCB-gebruikers.

2.   Naast toegang tot en gebruik van geaggregeerde statistische informatie kunnen gebruikers binnen het ESCB die geen ontheffing genieten uit hoofde van artikel 3, lid 3 verzoeken om toegang tot en gebruik van uitgesplitste vertrouwelijke statistische informatie die is afgeleid uit krachtens artikel 4 verzonden gedetailleerde kredietgegevens, mits die toegang tot vertrouwelijke statistische informatie: a) strekt tot het vaststellen en verbeteren van uit hoofde van het langetermijnkader te verzamelen gedetailleerde kredietgegevens en de respectieve data-attributen, en b) het geen directe toegang betreft tot door de NCB's of de ECB verzamelde oorspronkelijke gedetailleerde kredietgegevens. Bij elk gebruikersverzoek wordt een lijst van personen gevoegd die toegang zullen hebben tot de betrokken informatie.

3.   Overeenkomstig de door de ECB vastgestelde procedure, beoordeelt de Raad van bestuur en hecht zijn goedkeuring aan uit hoofde van lid 2 ingediende gebruikersverzoeken. Het CST ondersteunt de Raad van bestuur bij de beoordeling van die verzoeken.

Artikel 6

Vereenvoudigde wijzigingsprocedure

De directie van de ECB kan met inachtneming van de CST-standpunten technische wijzigingen in de bijlage bij dit besluit aan te brengen, mits dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast. De directie stelt de Raad van bestuur onverwijld in kennis van een dergelijke wijziging.

Artikel 7

Slotbepalingen

1.   Dit besluit treedt in werking op de dag van kennisgeving.

2.   Tegen 31 december 2014 ontvangt de Raad van bestuur een verslag dat het volgende analyseert: a) de stand van zaken aangaande de bij dit besluit vastgestelde voorbereidende maatregelen, en b) in hoeverre dit besluit kan worden vervangen door een ECB-rechtshandeling die de geharmoniseerde statistische rapportagevereisten van de ECB omvat en de invoering verzekert van een gemeenschappelijke databse voor gedetailleerde kredietgegevens, welke database wordt gedeeld door Eurosysteemleden en welke database de gedetailleerde kredietgegevens omvat van de lidstaten die de euro als munt hebben, zulks met inbegrip van de beoordeling of het tijdschema voor de vaststelling van de in artikel 1 vastgelegde maatregelen gezien de vooruitgang haalbaar is.

Artikel 8

Geadresseerden

Dit besluit is gericht tot de NCB's van lidstaten die de euro als munt hebben.

Gedaan te Frankfurt am Main, 24 februari 2014.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(2)  Memorandum van Overeenstemming betreffende de uitwisseling van informatie tussen nationale centrale kredietregisters voor het doorgeven van dergelijke informatie aan rapporterende instellingen, beschikbaar op de ECB-website op www.ecb.europa.eu.

(3)  Verklaring 17 betreffende de voorrang, bijgevoegd bij de Slotakte van de intergouvernementele conferentie die het Verdrag van Lissabon van 13 december 2007 heeft aangenomen (PB C 115 van 9.5.2008, blz. 344).


BIJLAGE

REFERENTIERAPPORTAGEKADER

Op niet-geconsolideerde basis gerapporteerde gedetailleerde kredietgegevens, zoals in de onderstaande tabel opgenomen, welke gegevens de volgende informatie omvatten:

„eigenschappen van de kredietgever”: beschrijven de kredietinstelling of andere financiële instelling die de lening heeft verstrekt,

„eigenschappen van de kredietnemer”: beschrijven de niet-financiële vennootschap of een andere kredietnemer die de lening heeft opgenomen,

„variabelen van de kredietgegevens”: beschrijven kwalitatief de leningsovereenkomst en de leningstatus,

„metingen van kredietgegevens”: verschaffen de numerieke waarden die verder uitgesplitst kunnen worden (kwantitatieve indicatoren) en gerapporteerd als ultimogegevens.

Type

Eigenschappen

Overzicht

Niveau van anonimisering

Eigenschappen kredietgever

Identificatiecode van de kredietgever

Identificatie van de kredietgevers in overeenstemming met de codificatie die door het Register of Institutions and Assets Database (RIAD) van het ESCB wordt gebruikt (1).

Niet-geanonimiseerd

Eigenschappen kredietnemer

Identificatiecode van de kredietnemer

Alfanumerieke identificatiecode van kredietnemers, opdat de individuele kredietnemers niet kunnen worden geïdentificeerd

Geanonimiseerd

Land van ingezetenschap

Land van ingezetenschap van de kredietnemer, in overeenstemming met de ISO 3166-standaard (2).

Institutionele sector

Institutionele sector (of subsector) van de kredietnemer, in overeenstemming met de ESA 95-classificatie. De volgende (sub)sectoren zijn vereist:

Centrale bank

Overheid

Kredietinstellingen

Geldmarktfondsen

Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen

Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen

Niet-financiële vennootschappen

Huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens

Sector van economische activiteit

Classificatie van (financiële en niet-financiële) kredietnemers volgens hun economische activiteiten, in overeenstemming met de NACE rev. 3 statistische classificatie (3). NACE codes worden met twee detailniveau's (naar „afdeling”) gerapporteerd

Omvang

Classificatie van kredietnemers naar omvang: zeer klein, klein, middelgroot en groot.

Kredietgegevensvariabelen

Identificatiecode van de lening

Alfanumerieke identificatiecode van leningen, zoals toegepast door rapporterende instellingen op nationaal niveau.

Valuta

De valuta waarin de lening luidt, in overeenstemming met de ISO 4217-standaard (4)

Type lening

Classificatie van leningen volgens type:

Op aanvraag en kortetermijn (lopende rekening)

Schuld op kreditkaarten

Handelskrediet

Financiële leasings

Repo-overeenkomsten met wederinkoopverplichting

Andere termijnleningen

Type zekerheid

Type zekerheid als onderpand van de verstrekte lening; onroerend goed, andere zekerheden (inclusief effecten en goud), geen zekerheid.

Oorspronkelijke looptijd

Looptijd van de verstrekte lening sinds aanvang of op een later tijdstip van onderhandeling; korter of gelijk aan een jaar, langer dan een jaar.

Resterende looptijd

Looptijd die verwijst naar het afgesproken tijdstip van de aflossing van de lening: korter of gelijk aan een jaar, langer dan een jaar.

Oninbare status

Leningen waarvoor de kredietnemer zijn betalingsverplichtingen niet nakomt.

Syndicaatsleningen

Eén enkele lening waarin verscheidene instellingen als geldgevers deelnemen.

Achtergestelde schulden

Achtergestelde schuldinstrumenten verschaffen een achtergestelde vordering op de uitgevende instellingen die pas geïnd kan worden nadat alle vorderingen met een hogere status (e.g. deposito's/leningen) zijn voldaan, waardoor zij de sommige kenmerken krijgen van aandelen en overige deelnemingen.

Kredietgegevensmetingen

Opgenomen krediet

Totale uitstaande bedrag van een lening (hoofdsom, zonder aftrek van afwaarderingen), gerapporteerde bruto kredietrisicoaanpassingen, behoudens kredietverliezen die zijn opgeslagen als afschrijvingen.

Kredietlijnen

Bedrag van toegekend maar niet opgenomen krediet.

Achterstallige betalingen

Betalingen (bedragen) op een lening die sinds meer dan 90 dagen achterstallig zijn.

Waarde van de zekerheid

Waarde van de zekerheid op het rapportagetijdstip.

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Specifieke voorziening voor verliezen op leningen voor kredietrisico's in overeenstemming met de toepasselijke boekhoudregels. Die meting moet alleen voor oninbare leningen gerapporteerd worden.

Risicogewogen activa

Bedragen van risicogewogen posten overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) of latere rechtshandelingen.

Wanbetalingsrisico (uitsluitend voor kredietinstellingen die een interne-ratingmethode toepassen)

Wanbetalingsrisico van een tegenpartij over een periode van een jaar overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG of latere rechtshandelingen. Bij kredietnemersgewijze rapportage wordt een volumegewogen gemiddelde gerapporteerd.

Verlies bij wanbetaling (uitsluitend voor kredietinstellingen die een interne-ratingmethode toepassen)

De verhouding tussen het verlies op een vordering als gevolg van wanbetaling door een tegenpartij en het uitstaande bedrag bij wanbetaling overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG of latere rechtshandelingen. Bij kredietnemersgewijze rapportage wordt een volumegewogen gemiddelde gerapporteerd.

Rentevoet

De ratio, als een jaarpercentage van het bedrag dat de debiteur over een bepaalde periode aan de crediteur verschuldigd is op het bedrag van de hoofdsom van de lening, het deposito of het schuldbewijs in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 63/2002 van de Europese Centrale Bank of latere rechtshandelingen (6). Bij kredietnemersgewijze rapportage wordt een volumegewogen gemiddelde gerapporteerd.


(1)  Zie de lijst van monetaire financiële instellingen (MFI's) gepubliceerd op de website van de ECB onder www.ecb.europa.eu.

(2)  Zoals gepubliceerd door de International Organization for Standardization (ISO) op haar website onder www.iso.org.

(3)  Zoals gepubliceerd door de Europese Commissie (Eurostat) op haar website onder www.ec.europa.eu/eurostat.

(4)  Zoals gepubliceerd door de International Organization for Standardization (ISO) op haar website onder www.iso.org.

(5)  Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 63/2002 van de Europese Centrale Bank van 20 december 2001 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito's en leningen (ECB/2001/18) (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 24).


Naar boven