EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 52014AB0084

Advies van de Europese Centrale Bank van 5 december 2014 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 184/2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen wat betreft de toekenning van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie voor het vaststellen van bepaalde maatregelen (CON/2014/84)

PB C 31 van 30.1.2015, blz. 3–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 31/3


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 5 december 2014

inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 184/2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen wat betreft de toekenning van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie voor het vaststellen van bepaalde maatregelen

(CON/2014/84)

(2015/C 31/04)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 15 juli 2014 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 184/2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen wat betreft de toekenning van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie voor het vaststellen van bepaalde maatregelen (1) (hierna: de „voorgestelde verordening”).

De bevoegdheid van de ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op de artikelen 127, lid 4, en 282, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien de voorgestelde verordening het verzamelen van betalingsbalansstatistieken betreft, hetgeen overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad (2) een taak is van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB). Dit advies is overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank goedgekeurd door de Raad van Bestuur.

1.   Algemene opmerkingen

1.1.

Er worden zowel door het Europees statistisch systeem (ESS) als door het ESCB Europese statistieken ontwikkeld, geproduceerd en verspreid, maar binnen een verschillend juridisch kader dat voortvloeit uit de governancestructuur van elk systeem (3).

1.2.

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2533/98 geeft de ECB, bijgestaan door de nationale centrale banken (NCB’s), de taak gegevens te verzamelen over onder meer betalingsbalansstatistieken (BB-statistieken) en statistieken van de internationale investeringspositie (IIP-statistieken), hetzij bij de bevoegde nationale autoriteiten, hetzij rechtstreeks bij de economische subjecten. De initiële statistische rapportagevereisten van de ECB op het gebied van BB- en IIP-statistieken zijn door de Raad van Bestuur van de ECB gespecificeerd in Richtsnoer ECB/1998/17 (4) en op 9 december 2011 herzien bij Richtsnoer ECB/2011/23.

1.3.

BB- en IIP-statistieken zijn essentieel om het ESCB te ondersteunen bij zijn taken betreffende het vaststellen en ten uitvoer leggen van het gemeenschappelijke monetaire beleid, het eventueel verrichten van valutatransacties en het aanhouden en beheren van officiële reserves. Ze dienen ook ter ondersteuning van de beoordeling van externe kwetsbaarheden en onderlinge vervlechting ten behoeve van financiële stabiliteit, het „risk dashboard” van het Europees Comité voor Systeemrisico’s (ECSR) (5) en het „scorebord” van de procedure betreffende betreffende macro-economische onevenwichtigheden (6). BB- en IIP-statistieken zijn onderdeel van de „Special Data Dissemination Standard” en de „Special Data Dissemination Standard Plus” van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) (7) en zijn verplicht voor „artikel IV-raadplegingen” van het IMF van de eurozone en de lidstaten. De ECB en de NCB’s publiceren maandelijks en per kwartaal BB- en IIP-statistieken.

1.4.

Op 12 januari 2005 hebben het Europees Parlement en de Raad Verordening (EG) nr. 184/2005 (8) vastgesteld, waarin rapportagevereisten werden vastgesteld voor de productie van statistieken van de Europese Unie betreffende de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen. Het Betalingsbalanscomité dat bij diezelfde verordening is ingesteld (9) en waarin lidstaten voornamelijk worden vertegenwoordigd door NCB’s, waarborgt dat rapportagevereisten, methodieken en kwaliteitsborgingsprocessen met betrekking tot BB- en IIP-statistieken in hoge mate op elkaar zijn afgestemd.

1.5.

NCB’s produceren als leden van het ESCB Europese statistieken uit hoofde van de artikelen 3 en 5 van het statuut van het ESCB, zoals verder is uitgewerkt in Verordening (EG) nr. 2533/98, en nemen niet deel aan de productie van Europese statistieken uit hoofde van Verordening (EG) nr. 223/2009 (10). Om die reden kunnen, nadat hierover overeenstemming is bereikt tussen een NCB en de Commissie (Eurostat), door de desbetreffende NCB geproduceerde gegevens direct of indirect door de Commissie (Eurostat) worden gebruikt voor de productie van Europese statistieken.

1.6.

Aangezien Verordening (EG) nr. 2533/98 de taak van het verzamelen van gegevens over BB- en IIP-statistieken toewijst aan de ECB, bijgestaan door de NCB’s, en teneinde de rapportagelast te verminderen en de samenhang te waarborgen die noodzakelijk is voor de productie van Europese statistieken, wordt de Commissie verzocht passend gebruik te maken van de door het ESCB verstrekte BB- en IIP-statistieken.

2.   Specifieke opmerkingen

2.1.   Tenuitvoerlegging van een nieuw systeem voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen op het gebied van BB- en IIP-statistieken

2.1.1.

De voorgestelde verordening legt een nieuw systeem ten uitvoer voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen op het gebied van BB- en IIP-statistieken, uit hoofde van de artikelen 290 en 291 van het Verdrag. Artikel 1, lid 1, van de voorgestelde verordening heeft als doel de Commissie de bevoegdheid te geven gedelegeerde handelingen vast te stellen om de gegevensvereisten voor BB- en IIP-statistieken te wijzigen, met inbegrip van herzieningen, uitbreidingen en stopzettingen van gegevensstromen, en indieningstermijnen. Evenzo beoogt artikel 1, lid 2, de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te geven voor het vaststellen van kwaliteitsnormen en de inhoud en frequentie van de kwaliteitsrapporten voor BB- en IIP-statistieken.

2.1.2.

Gegevensvereisten, indieningstermijnen en kwaliteitsborgingsnormen zijn essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 184/2005 en hebben rechtstreekse gevolgen voor de rapportagelast van gegevensverzamelaars en rapporterende instanties. Aangezien het ESCB sinds 1998 door de Raad is belast met de taak BB- en IIP-statistieken hetzij bij de bevoegde nationale instanties hetzij rechtstreeks van de economische subjecten te verzamelen, moet bij het vaststellen, wijzigen of bijwerken van dergelijke statistieken nauwe samenwerking tussen het ESCB en het ESS worden gewaarborgd. Anders bestaat het risico dat door het ESS en het ESCB geproduceerde BB- en IIP-statistieken onnodig uiteenlopen of inconsistent zijn.

2.1.3.

Uiteenlopende of inconsistente rapportagevereisten voor BB-statistieken verzwaren niet alleen de rapportagelast voor respondenten uit onder meer het midden- en kleinbedrijf, maar kunnen ook leiden tot verschillende BB-statistieken afhankelijk van het doel waarvoor de gegevens worden gebruikt. Dergelijke verschillen zouden niet in overeenstemming zijn met de beginselen van relevantie van gegevens, kosteneffectiviteit en minimalisering van de rapportagelast die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 223/2009 en Verordening (EG) nr. 2533/98.

2.1.4.

Om die reden ondersteunt de ECB het voorstel in artikel 1, lid 1, van de voorgestelde verordening om bevoegdheden voor het wijzigen van de gegevensvereisten voor BB en IIP, met inbegrip van indieningstermijnen en herzieningen, uitbreidingen en stopzettingen van gegevensstromen, aan de Commissie te delegeren, niet. Artikel 1, leden 1 en 3, zouden derhalve moeten worden geschrapt.

2.2.   De rol van het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek

2.2.1.

De voorgestelde verordening schaft het Betalingsbalanscomité af en draagt alle bevoegdheden voor de comitéprocedure over aan het Comité voor het Europees statistisch systeem, waarin leden van het ESCB niet zijn vertegenwoordigd (11). Bovendien produceren NCB’s, als leden van het ESCB, Europese statistieken uit hoofde van de artikelen 3 en 5 van het statuut van het ESCB, zoals verder uitgewerkt in Verordening (EG) nr. 2533/98, en nemen zij niet deel aan de productie van Europese statistieken uit hoofde van Verordening (EG) nr. 223/2009.

2.2.2.

Teneinde een voortgezette nauwe samenwerking op dit gebied te waarborgen, dient het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (CMFB) (12) een centrale rol te vervullen in de onderlinge samenwerking op het gebied van BB- en daarmee samenhangende statistieken (zoals statistieken inzake internationale handel in goederen, internationale handel in diensten, buitenlandse directe investeringen en buitenlandse filialen) en zou het moeten worden geraadpleegd over voorstellen voor nieuwe rechtshandelingen, met inbegrip van de wijziging van rechtshandelingen, met betrekking tot BB- en daarmee samenhangende statistieken.

2.2.3.

Er zou daarom in artikel 1, leden 2 en 4, van de voorgestelde verordening een passende tekst moeten worden ingevoegd die de Commissie verplicht het advies van het CMFB te vragen voordat wijzigingen worden voorgesteld op wezenlijke onderdelen van Verordening (EG) nr. 184/2005. Dit zou met name van toepassing moeten zijn op wijzigingen met betrekking tot: a) de gegevensvereisten, met inbegrip van indieningstermijnen, alsmede herzieningen, uitbreidingen en stopzettingen van gegevensstromen; b) bijwerking van de definities in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 184/2005, en c) de gemeenschappelijke kwaliteitsnormen, alsmede de inhoud en frequentie van de kwaliteitsrapporten.

2.3.   Raadpleging van de ECB

Uitvoeringshandelingen van de Commissie gelden als voorgestelde handelingen van de Unie in de zin van het eerste streepje van artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, van het Verdrag (13). De ECB dient derhalve, afzonderlijk van het CMFB, te worden geraadpleegd over elke ontwerp-uitvoeringshandeling die binnen haar bevoegdheidsgebied valt. Dit raadplegingsproces zal de ECB ertoe in staat stellen een bijdrage te leveren met de volle inzet van haar jarenlange ervaring en deskundigheid op het gebied van BB-statistieken.

Gedaan te Frankfurt am Main, 5 december 2014.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  COM(2014) 379 definitief.

(2)  Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8); zie ook Aanbeveling ECB/2003/8 van 2 mei 2003 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken betreffende de internationale investeringspositie en het template van de internationale reserves (PB C 126 van 28.5.2003, blz. 7) en Richtsnoer ECB/2011/23 van 9 december 2011 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot externe statistieken (PB L 65 van 3.3.2012, blz. 1).

(3)  Zie artikel 338, lid 1, van het Verdrag, artikel 5 van het statuut van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna het „statuut van het ESCB”) en overweging 8 van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

(4)  Richtsnoer ECB/1998/17 van 1 december 1998 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken inzake de internationale investeringspositie (PB L 115 van 4.5.1999, blz. 47).

(5)  Vastgelegd in een afzonderlijke rechtshandeling.

(6)  Zie artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).

(7)  Zie IMF Policy Papers, „Revisions to the Special Data Dissemination Standard and Establishment of the Special Data Dissemination Standard Plus-Proposed Decisions”, 4 oktober 2012, en „Modifications to the Special Data Dissemination Standard Plus”, 19 maart 2014, beschikbaar op de website van het IMF op www.imf.org

(8)  Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (PB L 35 van 8.2.2005, blz. 23).

(9)  Zie artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 184/2005.

(10)  Zie overweging 9 van deze verordening.

(11)  Zie artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 223/2009.

(12)  Zie artikel 9 van Verordening (EG) nr. 223/2009. Het CMFB is opgericht bij Besluit van de Raad 2006/856/EG van 13 november 2006 tot oprichting van een Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (PB L 332 van 30.11.2006, blz. 21).

(13)  Het eerste streepje van artikel 127, lid 4, van het Verdrag bepaalt dat de ECB wordt geraadpleegd „over elk voorstel voor een besluit van de Unie op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen”. Artikel 282, lid 5, van het Verdrag bepaalt: „Op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen, wordt de Europese Centrale Bank geraadpleegd over ieder ontwerp van een handeling van de Unie”.


Naar boven