EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 31998O0017

Richtsnoer van de Europese Centrale bank van 1 december 1998 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken inzake de internationale investeringspositie (ECB/1998/17)

PB L 115 van 4.5.1999, blz. 47–64 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 10/05/2000; vervangen door 32000O0004

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/1999/294/oj

31998O0017

Richtsnoer van de Europese Centrale bank van 1 december 1998 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken inzake de internationale investeringspositie (ECB/1998/17)

Publicatieblad Nr. L 115 van 04/05/1999 blz. 0047 - 0064


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 1 december 1998

betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken inzake de internationale investeringspositie

(ECB/1998/17)

(1999/294/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna aangeduid als de "statuten"), en in het bijzonder de artikelen 5.1, 12.1 en 14.3 daarvan,

(1) Overwegende dat het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) voor de uitvoering van zijn taken uitvoerige en betrouwbare betalingsbalansstatistieken op maand-, kwartaal- en jaarbasis dient op te maken alsmede statistieken op jaarbasis inzake de internationale investeringspositie, waarin de belangrijkste posten zijn weergegeven die invloed uitoefenen op het monetaire beleid en de valutamarkten in de deelnemende lidstaten, wanneer deze laatste als één economisch gebied worden beschouwd;

(2) Overwegende dat de statuten bepalen dat de Europese Centrale Bank (ECB), bijgestaan door de nationale centrale banken (NCB's), hetzij bij de bevoegde nationale instanties of rechtstreeks bij de economische agenten de statistische gegevens verzamelt die ze nodig heeft voor de vervulling van de taken van het ESCB; dat, ingevolge artikel 5.2 van de statuten, de NCB's voor zover mogelijk de in artikel 5.1 van de statuten omschreven taken uitvoeren;

(3) Overwegende dat het, ingevolge overweging 12 van Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank, uit een oogpunt van kosteneffectiviteit in de beginjaren van de monetaire unie nodig kan zijn dat aan de ECB-vereisten met betrekking tot het rapporteren van statistische gegevens wordt voldaan via overgangsprocedures ingevolge de bestaande beperkingen van de verzamelsystemen; dat dit met name kan inhouden dat, in het geval van de financiële rekening van de betalingsbalans, gegevens betreffende grensoverschrijdende posities of transacties van de als één economisch gebied beschouwde deelnemende lidstaten mogen worden verzameld aan de hand van alle posities of transacties tussen ingezetenen van een deelnemende lidstaat en ingezetenen van andere landen;

(4) Overwegende dat de huidige gegevens omtrent posities en transacties inzake de activa en/of passiva van ingezetenen van deelnemende lidstaten met ingezetenen van andere deelnemende lidstaten na de start van de derde fase van de Economische en Monetaire Unie verder zullen worden gerapporteerd overeenkomstig de nationale vereisten of bestaande praktijken; dat die gegevens in de beginjaren van de monetaire unie nodig zijn om te voldoen aan de door de ECB opgelegde statistische vereisten; dat dit voor de rapporterende populatie niet tot een zwaardere rapportagelast leidt;

(5) Overwegende dat de werkelijk rapporterende populatie in sommige lidstaten, overeenkomstig bestaande nationale praktijken, niet rapporteert aan de NCB, maar aan een andere bevoegde nationale statistische instantie; dat, om te voldoen aan de statistische rapportagevereisten van de ECB, de NCB's van die lidstaten of de andere bevoegde nationale statistische instanties met elkaar dienen samen te werken, zoals bepaald in de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 1 december 1998 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken inzake de internationale investeringspositie (ECB/1998/NP21);

(6) Overwegende dat de toezending van vertrouwelijke statistische gegevens door de NCB's aan de ECB dient te geschieden in de mate en gedetailleerdheid die nodig zijn voor het vervullen van de taken van het ESCB; dat de geheimhoudingsplicht is vastgelegd in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2533/98;

(7) Overwegende dat, overeenkomstig de artikelen 12.1 en 14.3 van de statuten, de richtsnoeren van de ECB een geïntegreerd deel uitmaken van de communautaire wetgeving,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit richtsnoer wordt verstaan onder:

- "deelnemende lidstaat": een lidstaat die overeenkomstig het Verdrag de eenheidsmunt heeft aangenomen;

- "ingezetene" en "ingezeten": een centrum van zijn economische belangen hebbend in het economisch gebied van een land, zoals omschreven in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 2533/98;

- "grensoverschrijdende transactie": elke transactie die, volledig of gedeeltelijk, vorderingen of verplichtingen schept of aflost of elke transactie die een rechtsoverdracht inhoudt tussen ingezetenen van als één economisch gebied beschouwde deelnemende lidstaten en ingezetenen van niet-deelnemende lidstaten en/of ingezetenen van derde landen. Grensoverschrijdende posities zijn de uitstaande financiële vorderingen op en financiële verplichtingen tegenover ingezetenen van niet-deelnemende lidstaten en/of ingezetenen van derde landen. Grensoverschrijdende posities omvatten tevens grond, ander vastgoed en andere onroerende activa die zich fysiek buiten het economisch gebied van de deelnemende lidstaten bevinden en in het bezit zijn van ingezetenen van deelnemende lidstaten en/of die zich binnen het economisch gebied van de deelnemende lidstaten bevinden en in het bezit zijn van ingezetenen van niet-deelnemende lidstaten en/of ingezetenen van derde landen; voorts omvatten ze monetair goud en bijzondere trekkingsrechten (SDR's) aangehouden door ingezetenen van deelnemende lidstaten. Tot 31 december 2005 en voorzover dat nodig is voor het opmaken van de rekeningen van de directe investeringen en beleggingen in het effectenverkeer en de rekening van inkomen uit kapitaal in betalingsbalansstatistieken en statistieken inzake de internationale investeringspositie voor het economisch gebied van de deelnemende lidstaten, zullen de grensoverschrijdende posities en grensoverschrijdende transacties ook posities en transacties omvatten inzake de vorderingen en/of verplichtingen van ingezetenen van deelnemende lidstaten tegenover ingezetenen van andere deelnemende lidstaten;

- "betalingsbalans": het statistisch overzicht waarin volgens de gebruikelijke uitsplitsingen grensoverschrijdende transacties worden gerapporteerd die hebben plaatsgevonden in de betreffende kalendermaand of in het betreffende kalenderkwartaal of -jaar;

- "internationale investeringspositie": de jaarbalans van de uitstaande grensoverschrijdende financiële activa en passiva op een referentiedatum.

Artikel 2

Statistische verplichtingen van de NCB's

1. De NCB's verstrekken de gegevens betreffende grensoverschrijdende posities en grensoverschrijdende transacties om de ECB in staat te stellen de geaggregeerde betalingsbalans en de internationale investeringspositie van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten op te maken.

2. De vereiste statistische gegevens worden de ECB ter beschikking gesteld zoals bepaald in de bijlagen I, II, III bij dit richtsnoer, die voldoen aan de huidige internationale normen, met name de vijfde editie van het Betalingsbalanshandboek van het International Monetair Fonds (IMF) (BPM5).

3. De vereiste statistische gegevens dienen op de betalingsbalans op maand-, kwartaal- of jaarbasis en in de internationale investeringspositie aan het einde van het beschouwde kalenderjaar te worden bekendgemaakt.

Artikel 3

Tijdige beschikbaarheid

1. De hoofdposten in de maandelijkse betalingsbalans van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten dienen uiterlijk aan het eind van de dertigste werkdag volgend op het einde van de maand waarop de gegevens betrekking hebben, aan de ECB ter beschikking te worden gesteld.

2. De per kwartaal gedetailleerde uitsplitsingen voor de betalingsbalans van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten dienen de ECB te worden verstrekt binnen drie maanden na het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben.

3. De jaargegevens van een geaggregeerde betalingsbalans van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten moeten ter beschikking zijn binnen drie maanden na het einde van het jaar waarop de gegevens betrekking hebben, met dezelfde uitsplitsingen als voor de kwartaalgegevens.

4. De gegevens over de internationale investeringspositie dienen binnen negen maanden na de balansdatum van het jaar waarop de gegevens betrekking hebben aan de ECB te worden verstrekt.

5. Op nationaal vlak zullen de werkzaamheden zodanig worden georganiseerd dat binnen de gestelde termijnen kan worden verzameld.

Artikel 4

Indieningsnorm

1. De vereiste statistische gegevens dienen de ECB ter beschikking te worden gesteld in een vorm die voldoet aan de in bijlage IV bij dit richtsnoer bepaalde vereisten.

2. De NCB's zullen gebruikmaken van de faciliteit die het ESCB ter beschikking stelt en die gebaseerd is op het telecommunicatienetwerk ("ESCB-net") voor de elektronische verzending van de door de ECB gevraagde statistische gegevens inzake de betalingsbalans en de internationale investeringspositie. Voor deze elektronische uitwisseling van statistische gegevens is het statistischeberichtenformaat "Gesmes/CB" ontwikkeld. Dit neemt niet weg dat bepaalde andere middelen kunnen worden gebruikt als erkende noodoplossing voor de verzending van statistische gegevens aan de ECB.

Artikel 5

Kwaliteit van de statistische gegevens

1. Onverminderd de in bijlage V bij dit richtsnoer omschreven controletaken van de ECB, dienen de NCB's toe te zien op de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de aan de ECB verstrekte statistische gegevens.

2. Deze procedure kan de verzending van door de NCB's aangebrachte herzieningen omvatten, teneinde, ten eerste, de kwaliteit te verbeteren door de meest recente statistische gegevens aan te bieden, en, ten tweede, ervoor te zorgen dat de corresponderende betalingsbalansposten voor de verschillende rapportagefrequenties zoveel mogelijk met elkaar overeenstemmen.

Artikel 6

Slotbepalingen

1. Dit richtsnoer is gericht aan de NCB's van de deelnemende lidstaten.

2. Dit richtsnoer wordt van kracht met ingang van 1 januari 1999.

3. Dit richtsnoer zal worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 1 december 1998.

Namens de raad van bestuur van de ECB

Willem F. DUISENBERG

BIJLAGE I

STATISTISCHE RAPPORTAGEVEREISTEN VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

1. Betalingsbalansstatistieken en statistieken inzake de internationale investeringspositie

De ECB vraagt betalingsbalansstatistieken met drie verschillende frequenties: maandelijks, per kwartaal en op jaarbasis met betrekking tot de overeenkomstige referentiekalenderperiodes.

1.1. Maandelijkse betalingsbalansstatistieken - hoofdposten

Doel

Het doel is op een maandelijkse betalingsbalans voor het economisch gebied van de deelnemende lidstaten de belangrijkste posten weer te geven die het monetaire beleid en de valutamarkten beïnvloeden.

Vereisten

Het is van wezenlijk belang dat de gegevens kunnen worden gebruikt bij de berekening van de betalingsbalans voor het economisch gebied van de deelnemende lidstaten.

Voor de uitvoering van het monetaire beleid en van valutatransacties wordt de door de ECB opgelegde vereiste inzake maandelijkse betalingsbalansstatistieken beperkt tot algemene transactiecategorieën of "hoofdposten" (zie bijlage II, tabel 1). De korte tijdslimiet voor het verstrekken van de maandelijkse hoofdposten, het zeer geaggregeerde karakter van die posten en het gebruik ervan voor monetairebeleidsdoeleinden en valutamarkttransacties moeten het mogelijk maken enigszins af te wijken van internationale richtlijnen, ingeval dat onvermijdelijk is. Er hoeft niet te worden geregistreerd volgens het beginsel van periodetoerekening of op transactiebasis. Met instemming van de ECB mogen NCB's van de deelnemende lidstaten gegevens over de lopende en de financiële rekening verstrekken op kasbasis. Ramingen of voorlopige gegevens worden aanvaard indien dat nodig is om te voldoen aan de tijdslimiet.

Voor elke algemene transactiecategorie worden vorderingen en verplichtingen gevraagd (of credit- en debetsaldi voor posten op de lopende rekening). Dit betekent dat de NCB's van de deelnemende lidstaten voor externe transacties een onderscheid dienen te maken tussen transacties met ingezetenen van andere deelnemende lidstaten en transacties buiten het economisch gebied van de deelnemende lidstaten, en de NCB's van alle lidstaten dienen dat overeenkomstig te doen. De NCB's in de deelnemende lidstaten moeten hun rapportage aanpassen wanneer andere lidstaten als deelnemers worden toegelaten.

Teneinde de beleggingen in het effectenverkeer en directe investeringen voor het economisch gebied van de deelnemende lidstaten zinvol op maandbasis te kunnen aggregeren, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen transacties in door ingezetenen van de deelnemende lidstaten uitgegeven effecten en andere financiële instrumenten, en effecten en andere financiële instrumenten uitgegeven door ingezetenen van alle andere landen. Daartoe moet afzonderlijk worden nagegaan of de emittent van het effect al dan niet een ingezetene van een deelnemende lidstaat is. Om de nettotransacties in beleggingen in het effectenverkeer en directe-investeringsactiva van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten samen te stellen, worden de gerapporteerde nettotransacties in door niet-ingezetenen uitgegeven effecten geaggregeerd. Nettotransacties in portefeuille- en directe-investeringspassiva van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten worden samengesteld door de gerapporteerde nettotransacties in door ingezetenen van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten uitgegeven effecten te aggregeren.

1.2. Betalingsbalans op kwartaal- en jaarbasis

Doel

Het doel van de op kwartaal- en jaarbasis opgemaakte betalingsbalans van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten bestaat erin meer gedetailleerde informatie te verschaffen met het oog op een grondigere analyse van externe transacties. Deze statistieken zullen met name bijdragen aan de financiële rekening die wordt samengesteld en voorbereid in een publicatie van de EU/MU-betalingsbalans in samenwerking met de Commissie van de Europese Gemeenschappen (Eurostat).

Vereisten

De door de ECB gevraagde betalingsbalansstatistieken op kwartaal- en jaarbasis komen zoveel mogelijk overeen met de normen vastgelegd in het BPM5 (zie artikel 2, lid 2 van dit richtsnoer). Tabel 2 van bijlage II geeft de door de ECB vereiste uitsplitsing van de betalingsbalansstatistieken op kwartaal- en jaarbasis weer. In bijlage III bij dit richtsnoer worden speciale Europese geharmoniseerde begrippen en definities van de kapitaal- en financiële rekening uiteengezet.

De uitsplitsing van de lopende rekening op kwartaal- of jaarbasis is vergelijkbaar met die voor de maandgegevens. Voor goederen, diensten en overdrachtsuitgaven zijn slechts hoofdposten vereist. Voor inkomens is een gedetailleerde uitsplitsing vereist.

Voor de financiële rekening worden de vereisten van de IMF-standaardcomponenten van het BPM5 gevolgd, behalve voor de volgende punten:

- voor directe investeringen is slechts een uitsplitsing naar inkomende en uitgaande investeringen nodig;

- de post "Overig financieel verkeer" is vereenvoudigd. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen leningen en deposito's aan elke zijde van de balans, de uitsplitsing naar looptijd valt weg en de uitsplitsing wordt op een andere manier voorgesteld (waarbij eerst wordt ingedeeld naar sector). Deze uitsplitsing is verenigbaar met, maar niet gelijk aan die van het BPM5, dat allereerst volgens instrument indeelt.

De lidstaten dienen in hun betalingsbalansstatistieken op kwartaal- en jaarbasis een onderscheid te maken tussen transacties met andere deelnemende lidstaten en alle andere externe transacties. Zoals voor de maandgegevens dienen kwartaal- en jaarcijfers op het gebied van portefeuillebeleggingen en directe investeringen te worden uitgesplitst in transacties in effecten en door ingezetenen van deelnemende lidstaten uitgegeven andere financiële instrumenten, en transacties in effecten en andere financiële instrumenten die zijn uitgegeven door ingezetenen van alle andere landen.

Voor de betalingsbalans van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten dienen kwartaalcijfers te worden verstrekt inzake de groei van de inkomens uit beleggingen en investeringen. Net als het stelsel van nationale rekeningen beveelt het BPM5 aan de rente toe te rekenen aan de periode waarop deze betrekking heeft. Deze aanbeveling heeft invloed op zowel de lopende rekening (inkomens uit beleggingen en investeringen) als de financiële rekening. Om te kunnen registreren op grond van het beginsel van periodetoerekening dienen sommige NCB's nieuwe berekenings- en ramingsmethoden te ontwikkelen.

2. Statistieken inzake de internationale investeringspositie

Doel

Het doel is een jaarlijks overzicht samen te stellen van de externe activa en passiva van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten als geheel, met het oog op het monetaire beleid en een analyse van de valutamarkt. De statistieken inzake de internationale investeringspositie moeten voor de ECB de aan het einde van het kalenderjaar uitstaande bedragen bevatten. Deze statistische gegevens kunnen tevens bijdragen tot de samenstelling van de betalingsbalansgegevens.

Vereisten

De door de ECB gevraagde gegevens inzake de internationale investeringspositie stemmen zoveel mogelijk overeen met de normen van het BPM5. De ECB stelt de internationale investeringspositie voor het economisch gebied van de deelnemende lidstaten als geheel samen. De uitsplitsing van de internationale investeringspositie voor het economisch gebied van de deelnemende lidstaten is weergegeven in bijlage II, tabel 3.

De ECB kan posten opvragen die van bijzonder belang zijn voor de monetairebeleidsvoering, met name die posten in de rekening betreffende het overige financiële verkeer die momenteel op kwartaalbasis aan de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) worden verstrekt voor haar statistieken inzake het internationale bankwezen.

De internationale investeringspositie omvat financiële standen aan het einde van de referentieperiode, gewaardeerd tegen prijzen aan het einde van de periode. Als zodanig zullen de wijzigingen in de uitstaande bedragen tijdens de referentieperiode deels toe te schrijven zijn aan de financiële transacties die hebben plaatsgevonden en zijn opgenomen in de betalingsbalans. Evenzo wordt een deel van de wijzigingen in de posities aan het begin en aan het einde van een gegeven periode veroorzaakt door veranderingen in de prijzen van de weergegeven financiële activa en passiva. Ingeval de uitstaande bedragen luiden in andere valuta's dan de voor de internationale investeringspositie gebruikte munteenheid, zullen veranderingen in de wisselkoersen ten opzichte van andere valuta's ook een weerslag hebben op de waarde van die uitstaande bedragen. Ten slotte zal elke andere wijziging in de uitstaande bedragen die niet toe te schrijven is aan de voornoemde factoren, worden beschouwd als overige aanpassingen.

De financiële stromen en uitstaande bedragen van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten echt verenigbaar maken kan slechts door de waardeveranderingen ingevolge wijzigingen in prijzen of wisselkoersen en de andere aanpassingen afzonderlijk weer te geven. Om praktische redenen zullen die veranderingen bij het begin van de derde fase van de Economische en Monetaire Unie echter worden geregistreerd als één gezamenlijk bedrag onder één rubriek en zal de internationale investeringspositie worden samengesteld op nettobasis steunend op geaggregeerde nationale gegevens. Daarenboven kunnen specifieke regels worden toegepast voor de waardering van aandelenkapitaal in directe investeringen, met name bij niet-genoteerde aandelen.

De registratie van de internationale investeringspositie dient zo nauw mogelijk aan te sluiten bij die van de betalingsbalansgegevens op kwartaal- en jaarbasis. De begrippen, definities en uitsplitsingen zijn in overeenstemming met die voor de betalingsbalansgegevens op kwartaal- en jaarbasis. Voor de directe-investeringsrekening is evenwel een verdere uitsplitsing naar aandelen en ander kapitaal vereist. De voor de internationale investeringspositie van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten samengestelde bedragen worden verzocht verenigbaar te zijn met andere statistieken zoals monetaire en bancaire statistieken en financiële rekeningen, die eveneens door de ECB worden opgemaakt, en nationale rekeningen. Die bedragen omvatten door de Commissie van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) samengestelde gegevens inzake de directe-investeringspositie.

BIJLAGE II

VEREISTE UITSPLITSINGEN

Tabel 1

Maandelijkse hoofdposten voor de betalingsbalans van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten

(Crediteringen en debiteringen in de lopende rekening en de kapitaalrekening, activa en passiva in de financiële rekening afzonderlijk)

I. Lopende rekening (crediteringen en debiteringen)

Goederen

Diensten

Inkomens

Lopende overdrachten

II. Kapitaalrekening

III. Financiële rekening (activa en passiva)

Directe investeringen

- In het buitenland

- In de rapporterende economie

Beleggingen in het effectenverkeer

- Aandelen

- Schuldpapieren

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Overig financieel verkeer

- MFI's (exclusief centrale banken)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

- Overheid

- Monetaire autoriteiten

- Overige sectoren

Financiële derivaten (netto)

Officiële reserves

Statistische verschillen (aanpassingen als gevolg van onevenwichtigheden)

Tabel 2

Betalingsbalans op kwartaal- en jaarbasis van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten

(Crediteringen en debiteringen in de lopende rekening en de kapitaalrekening, activa en passiva in de financiële rekening afzonderlijk)

I. Lopende rekening (crediteringen en debiteringen)

Goederen

Diensten

Inkomens

Werknemersbezoldigingen

Inkomens uit beleggingen en investeringen

- Directe investeringen

Inkomens uit aandelen

Inkomens uit schuld (interesten)

- Beleggingen in het effectenverkeer

Inkomens uit aandelen (dividenden)

Inkomens uit schuld (interesten)

Obligaties e.d.

Geldmarktpapier

- Overige financieel verkeer

Lopende overdrachten

II. Kapitaalrekening (crediteringen en debiteringen)

(Geen verdere uitsplitsing nodig)

III. Financiële rekening (activa en passiva)

Directe investeringen

- Directe investeringen in het buitenland

- Directe investeringen in de rapporterende economie

Beleggingen in het effectenverkeer

Activa

- Aandelen

Monetaire autoriteiten

Overheid

MFI's (exclusief centrale banken)

Overige sectoren

- Schuldpapieren

Obligaties e.d.

Monetaire autoriteiten

Overheid

MFI's (exclusief centrale banken)

Overige sectoren

Geldmarktpapier

Monetaire autoriteiten

Overheid

MFI's (exclusief centrale banken)

Overige sectoren

Passiva

- Aandelen

MFI's (exclusief centrale banken)

Overige sectoren

- Schuldpapieren

Obligaties e.d.

Monetaire autoriteiten

Overheid

MFI's (exclusief centrale banken)

Overige sectoren

Geldmarktpapier

Monetaire autoriteiten

Overheid

MFI's (exclusief centrale banken)

Overige sectoren

Overig financieel verkeer

Activa

- Monetaire autoriteiten

Leningen/valuta's en deposito's

Overige tegoeden

- Overheid

Handelskredieten

Leningen/valuta's en deposito's

Overige tegoeden

- MFI's (exclusief centrale banken)

Leningen/valuta's en deposito's

Overige tegoeden

- Overige sectoren

Handelskredieten

Leningen/valuta's en deposito's

Overige tegoeden

Passiva

- Monetaire autoriteiten

Leningen/valuta's en deposito's

Overige passiva

- Overheid

Handelskredieten

Leningen

Overige passiva

- MFI's (exclusief centrale banken)

Leningen/valuta's en deposito's

Overige passiva

- Overige sectoren

Handelskredieten

Leningen

Overige passiva

Financiële derivaten (netto)

- Monetaire autoriteiten

- Overheid

- MFI's (exclusief centrale banken)

- Overige sectoren

- Officiële reserves

Monetair goud

Bijzondere trekkingsrechten

Reservepositie in het Internationaal Monetair Fonds

Deviezen

Valuta's en deposito's

Bij monetaire autoriteiten

Bij MFI's (exclusief centrale banken)

Effecten

Aandelen

Obligaties e.d.

Geldmarktpapier en financiële derivaten(1)

Overige vorderingen

Statistische verschillen (aanpassingen als gevolg van onevenwichtigheden)

Tabel 3

Internationale investeringspositie op jaarbasis van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten

1. Directe investeringen

1.1. In het buitenland

1.1.1. Aandelenkapitaal en geherinvesteerde winsten

1.1.2. Overig kapitaal

1.2. In de rapporterende economie

1.2.1. Aandelenkapitaal en herbelegde winsten

1.2.2. Overig kapitaal

2. Beleggingen in het effectenverkeer

2.1. Activa

2.1.1. Aandelen

i) Monetaire autoriteiten

ii) Overheid

iii) MFI's (exclusief centrale banken)

iv) Overige sectoren

2.1.2. Schuldpapieren

2.1.2.1. Obligaties e.d.

i) Monetaire autoriteiten

ii) Overheid

iii) MFI's (exclusief centrale banken)

iv) Overige sectoren

2.1.2.2. Geldmarktpapier

i) Monetaire autoriteiten

ii) Overheid

iii) MFI's (exclusief centrale banken)

iv) Overige sectoren

2.2. Passiva

2.2.1. Aandelen

iii) MFI's (exclusief centrale banken)

iv) Overige sectoren

2.2.2. Schuldpapieren

2.2.2.1. Obligaties e.d.

i) Monetaire autoriteiten

ii) Overheid

iii) MFI's (exclusief centrale banken)

iv) Overige sectoren

2.2.2.2. Geldmarktpapier

i) Monetaire autoriteiten

ii) Overheid

iii) MFI's (exclusief centrale banken)

iv) Overige sectoren

3. Overig financieel verkeer

3.1. Activa

3.1.1. Monetaire autoriteiten

3.1.1.1. Leningen/valuta's en deposito's

3.1.1.2. Overige activa

3.1.2. Overheid

3.1.2.1. Handelskredieten

3.1.2.2. Leningen/valuta's en deposito's

3.1.2.3. Overige activa

3.1.3. MFI's (exclusief centrale banken)

3.1.3.1. Leningen/valuta's en deposito's

3.1.3.2. Overige activa

3.1.4. Overige sectoren

3.1.4.1. Handelskredieten

3.1.4.2. Leningen/valuta's en deposito's

3.1.4.3. Overige activa

3.2. Passiva

3.2.1. Monetaire autoriteiten

3.2.1.1. Leningen/valuta's en deposito's

3.2.1.2. Overige passiva

3.2.2. Overheid

3.2.2.1. Handelskredieten

3.2.2.2. Leningen/valuta's en deposito's

3.2.2.3. Overige passiva

3.2.3. MFI's (exclusief centrale banken)

3.2.3.1. Leningen/valuta's en deposito's

3.2.3.2. Overige passiva

3.2.4. Overige sectoren

3.2.4.1. Handelskredieten

3.2.4.2. Leningen/valuta's en deposito's

3.2.4.3. Overige passiva

4. Financiële derivaten

4.1. Activa

4.1.1. Monetaire autoriteiten

4.1.2. Overheid

4.1.3. MFI's (exclusief centrale banken)

4.1.4. Overige sectoren

4.2. Passiva

4.2.1. Monetaire autoriteiten

4.2.2. Overheid

4.2.3. MFI's (exclusief centrale banken)

4.2.4. Overige sectoren

5. Officiële reserves

5.1. Monetair goud

5.2. Bijzondere trekkingsrechten

5.3. Reservepositie in het Internationaal Monetair Fonds

5.4. Deviezen

5.4.1. Valuta's en depositio's

5.4.1.1. Bij monetaire autoriteiten

5.4.1.2. Bij MFI's (exclusief centrale banken)

5.4.2. Effecten

5.4.2.1. Aandelen

5.4.2.2. Obligaties e.d.

5.4.2.3. Geldmarktpapier en financiële derivaten(2)

5.5. Overige vorderingen

(1) De mogelijkheid om financiële derivaten op te nemen in een afzonderlijke post werd besproken op IMF-niveau en in het ECB-comité voor de statistiek.

(2) De mogelijkheid om financiële derivaten op te nemen in een afzonderlijke post werd besproken op IMF-niveau en in het ECB-comité voor de statistiek.

BIJLAGE III

BEGRIPPEN EN DEFINITIES VOOR DE AAN DE EUROPESE CENTRALE BANK TE RAPPORTEREN BETALINGSBALANSSTATISTIEKEN EN STATISTIEKEN INZAKE DE INTERNATIONALE INVESTERINGSPOSITIE

Teneinde zinvolle geaggregeerde betalingsbalansstatistieken te kunnen samenstellen voor het economisch gebied van de deelnemende lidstaten, zijn begrippen en definities gedefinieerd voor de betalingsbalansstatistieken (kapitaal- en financiële rekening) en de internationale investeringspositie. Deze vereisten berusten op het zogenoemde "Implementation Package" (juli 1996) en op aanvullende documenten die in september 1998 door de raad van bestuur van de ECB werden goedgekeurd. Bij het formuleren van die begrippen en definities wordt verwezen naar bestaande internationale normen, zoals de aanbevelingen van het Betalingsbalanshandboek van het IMF (BPM5). De belangrijkste harmoniseringsvoorstellen worden hieronder vermeld. Meer inlichtingen zijn te vinden in de desbetreffende rapporten, waarnaar de referentiecodes tussen haakjes verwijzen. Deze nuttige referenties maken geen deel uit van de wetstekst.

1. Begrippen en definities in verband met inkomens uit beleggingen en investeringen en posten in de financiële rekening

1.1. Inkomens uit beleggingen en investeringen (ST/SC/BP/INCO9801)

Definitie

Inkomen uit beleggingen en investeringen wordt gevormd door het inkomen uit een door een ingezeten instelling aangehouden buitenlands financieel activum en, parallel daarmee, het inkomen uit een door een niet-ingezeten instelling aangehouden binnenlands financieel activum.

Bereik

Inkomen uit beleggingen en investeringen omvat ontvangsten en betalingen met betrekking tot directe investeringen, beleggingen in het effectenverkeer en overig financieel verkeer en ontvangsten uit de officiële reserves. Voor maandelijkse hoofdposten zal de ECB slechts een totaal inkomenscijfer vragen (bestaande uit de inkomens uit beleggingen en investeringen en werknemersbezoldigingen). De vereisten voor de betalingsbalans op kwartaal- en jaarbasis zijn nagenoeg gelijk aan de in het BPM5 gedefinieerde IMF-standaardcomponenten. Het voornaamste verschil is dat de ECB voor het inkomen uit directe investeringen in maatschappelijk kapitaal geen uitsplitsing zal vereisen in uitgekeerde en ingehouden winsten.

Tijdstip van registratie

Rente-inkomens worden geregistreerd volgens het beginsel van periodetoerekening (dit is niet nodig voor de maandelijkse gegevens). Dividenden worden geregistreerd vanaf de datum waarop ze betaalbaar worden.

1.2. Kapitaalrekening (STA/WGS/BOP/CAPITAL96)

Definitie

De nieuwe definitie van de kapitaalrekening omvat kapitaaloverdrachten en de aan- of verkoop van niet-financiële niet-geproduceerde activa. Lopende overdrachten moeten worden opgenomen in de lopende rekening.

Bereik

De standaardcomponenten van de nieuwe kapitaalrekening bestaan uit een sectorale uitsplitsing naar de posten overheid en overige sectoren, die daarna verder worden uitgesplitst. De ECB zal slechts een globale kapitaalrekening samenstellen waarin geen verdere uitsplitsing vereist is. Het onderscheid tussen lopende en kapitaaloverdrachten is belangrijk en hangt in de praktijk doorgaans af van de aanwending van die overdrachten door het land dat ze ontvangt.

1.3. Directe investeringen (STA/WGS/BOP/DI95)

Definitie

Volgens internationale normen (IMF/OESO) vormt het directe of, waar dat mogelijk is, het indirecte bezit van 10 % of meer van de aandelen van een onderneming een directe-investeringsrelatie. Lidstaten die een norm van 20 % of een ander criterium hanteren, aanvaarden de 10 %-regel in belangrijke gevallen.

Bereik

Bijzondere financiële instellingen (BFI's) worden beschouwd als reguliere directe investeerders en/of directe-investeringsondernemingen. De NCB's van de deelnemende lidstaten die deze aanbeveling niet kunnen toepassen, verschaffen afzonderlijk gegevens over de BFI's.

Teneinde discrepanties te vermijden en conform zowel de IMF-aanbevelingen als de Eurostat/OESO-richtsnoeren, worden directe-investeringsrelaties geregistreerd volgens het "directioneel"-principe. Met het oog op een eenvormige samenstelling van de geherinvesteerde winsten, worden de berekeningswijze en de rapporteringsperiode overeengekomen.

Financiële transacties tussen ondernemingen onderling, met inbegrip van handelskredieten, worden beschouwd als directe-investeringsstromen.

1.4. Beleggingen in het effectenverkeer (STA/WGS/BOP/PORT95)

Definitie

De volgende criteria worden gebruikt om te beoordelen of een financieel instrument moet worden beschouwd als een effect; een enkel criterium kan daarbij niet de doorslag geven:

a) richtsnoeren uit het BPM5 en het systeem voor nationale rekeningen (1993);

b) bestaan van een ISIN-code;

c) boekhoudregels en bankreguleringen;

d) marktpraktijk (ontleend aan rapporten van de International Securities Market Association).

Bereik

Hiertoe behoren beleggingen in aandelen, schuldbewijzen en geldmarktinstrumenten, met uitzondering van transacties in die instrumenten, die hetzij in de directe investeringen, hetzij in de reservetegoeden zijn opgenomen.

Tijdstip van registratie

De registratie van transacties in financiële posten vindt plaats wanneer zowel de crediteur als de debiteur respectievelijk de vordering en de verplichting boeken (in overeenstemming met het BPM5). Er zijn methodes overeengekomen met betrekking tot de registratie in de betalingsbalans volgens het beginsel van periodetoerekening (STA/WGS/BOP/ACC9711). Voor de betalingsbalans van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten moeten aan de periode toegerekende gegevens inzake inkomens uit investeringen en beleggingen slechts op kwartaal- en/of jaarbasis worden verstrekt. Voor de maandelijkse hoofdposten van de betalingsbalans is het niet verplicht te registreren volgens het beginsel van periodetoerekening.

1.5. Overig financieel verkeer (STA/WG/BOP/OTH95)

Definitie

Het overige financiële verkeer wordt gedefinieerd als een restcategorie waarin alle financiële transacties zijn begrepen die niet behoren tot de directe investeringen, de beleggingen in het effectenverkeer of de officiële reserves.

Bereik

Het overige financiële verkeer bestaat uit handelskredieten, leningen/valuta's en deposito's en overige tegoeden/overige verplichtingen (conform het BPM5). De sectorale dekking/uitsplitsing omvat monetaire autoriteiten, overheid, banken en overige sectoren. Tot de sector monetaire autoriteiten behoren volgens de IMF-definitie "institutionele eenheden op centralebankniveau en transacties die worden toegeschreven aan de centrale bank, maar soms worden uitgevoerd door andere overheidsinstellingen, dit wil zeggen uitgifte van geld, het beheren van reserves". Afgezien van de in deze definitie omschreven instellingen zijn "banken" identiek aan de subsector monetaire financiële instellingen.

Tijdstip van registratie

De principes "eigendomsoverdracht", "tijdstip van verevening" en "tijdstip van betaling" voldoen elk aan de IMF-aanbevelingen.

Om consistente geaggregeerde gegevens te verkrijgen voor het economisch gebied van de deelnemende lidstaten, wordt geen onderscheid gemaakt tussen leningen en deposito's binnen elke sector en wordt er niet uitgesplitst naar looptijd. In de gegevens op kwartaal- en jaarbasis wordt een uitsplitsing naar sector gemaakt die verenigbaar is met de IMF-standaardcomponenten. De lidstaten mogen details toevoegen in hun nationale statistieken.

Voor de maandelijkse hoofdposten dient een onderscheid te worden gemaakt tussen korte- en langetermijnstromen in het bankwezen.

Repurchase agreements en obligatie-uitleen (februari 1996)

Voor de verwerking in de betalingsbalans van repurchase agreements, verkoop/terugkooptransacties en de uitleen van obligaties wordt veeleer de boekhoudpraktijk van de banken als leidraad genomen dan het "eigendomsoverdracht" criterium. Waar geen erkende internationale boekhoudnorm bestaat, wordt in overleg met de ECB een gemeenschappelijke praktijk aangenomen die zou voldoen aan de statistische behoeften.

Deze aanbeveling leidt tot de registratie van gewone repurchase agreements, verkoop/terugkooptransacties en uitleningen van obligaties als leningen tegen onderpand.

1.6. Financiële derivaten (april 1997, oktober 1997, april 1998: STA/WG/BOP/SG59802)

Definitie

Financiële derivaten zijn aan een specifiek financieel instrument, of een specifieke indicator of grondstof gekoppelde financiële instrumenten, aan de hand waarvan specifieke financiële risico's als dusdanig kunnen worden verhandeld op financiële markten. Transacties in financiële derivaten worden behandeld als afzonderlijke transacties en niet als integrale onderdelen van de waarde van de onderliggende transacties waaraan ze eventueel gekoppeld zijn.

Bereik

Transacties en posities in opties, futures, swaps, valutatermijncontracten, kredietderivaten en verankerde derivaten worden geregistreerd in de betalingsbalans en in de internationale investeringspositie.

Initiële margestortingen worden beschouwd als mutatieswijzigingen in deposito's en moeten, indien ze identificeerbaar zijn, worden opgenomen in de rekening "Overig financieel verkeer". De verwerking van variatiemargestortingen hangt af van de vorm van de variatiemarge: variatiemarges in optiestijl worden in principe beschouwd als wijzigingen in deposito's en dienen, als ze identificeerbaar zijn, te worden geboekt in de post "Overig financieel verkeer". Variatiemarges in futures-stijl worden in principe beschouwd als transacties in derivaten en moeten worden opgenomen in de rekening van de financiële derivaten.

Voor opties moet de volledige premie (d.w.z. de aankoop/verkoopprijs van de opties en de impliciete commissie) in de financiële rekening worden geregistreerd.

De aan rentederivaten verbonden vereveningsstromen dienen te worden geboekt als financiële derivaten.

Derivaten met een ingebouwde optie moeten samen met het onderliggende financiële instrument worden geregistreerd en mogen in de betalingsbalansstatistieken en de statistieken inzake de internationale investeringspositie niet afzonderlijk worden opgenomen en gewaardeerd.

De classificatie van specifieke instrumenten van kredietderivaten moeten per geval worden vastgelegd.

De waardering van financiële derivaten moeten geschieden op basis van de actuele marktwaarde.

Tijdstip van registratie

De registratie van transacties in financiële posten vindt plaats op het ogenblik waarop zowel de crediteur als de debiteur respectievelijk de vordering en de verplichting boeken (conform het BPM5). Omdat het in de praktijk moeilijk is een zinvol onderscheid te maken tussen activa- en passivastromen voor sommige derivateninstrumenten, worden alle transacties in financiële derivaten in de betalingsbalans van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten vooralsnog netto geregistreerd. Activa en passiva uit hoofde van financiële derivaten worden in de internationale investeringspositie bruto geregistreerd.

1.7. Reservetegoeden

Overeenkomstig het BPM5 bestaan reservetegoeden uit door niet-ingezetenen uitgegeven externe tegoeden die gemakkelijk te krijgen en te controleren zijn door monetaire autoriteiten, voor de rechtstreekse financiering van betalingsbalanstekorten, de onrechtstreekse regulering van de omvang van zulke tekorten via interventies in de valutamarkten om de wisselkoers te beïnvloeden, en/of andere doeleinden.

De reservetegoeden van het ESCB bestaan uit de ECB-reserves en de door de NCB's van de deelnemende lidstaten aangehouden reservetegoeden. De ECB moet van de NCB's externe reserves in andere deviezen dan de valuta's van de lidstaten, reserveposities in het IMF en bijzondere trekkingsrechten ontvangen tot een bedrag ten belope van 50000 miljoen EUR (neerwaarts bijgesteld na aftrek van het respectieve aandeel in het ECB-kapitaal van die centrale banken van de Europese Unie die niet van meet af aan tot het eurogebied behoren).

Bijgevolg werd de samenstelling van de reservetegoeden voor de Economische en Monetaire Unie als volgt overeengekomen: reservetegoeden van de Monetaire Unie zijn de in vreemde valuta's luidende financiële vorderingen van de ECB en de NCB's op niet-ingezetenen van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten, op voorwaarde dat ze voldoen aan de door de voornoemde BPM5-definitie vereiste liquiditeits- en verhandelbaarheidscriteria, plus goud, SDR's en de reserveposities in het IMF van de deelnemende NCB's.

De inbreng van reservetegoeden zal geschieden via rechtstreekse eigendomsoverdracht.

2. Implementatiemethoden inzake geografische bestemming (STA/WGS/BOP/GEO96)

Problemen bij de samenstelling van geografisch uitgesplitste betalingsbalansstatistieken en statistieken inzake de internationale investeringspositie worden via een stap-voor-stapbenadering opgelost. Daarbij wordt in drie stappen voldaan aan gestadig veeleisender wordende gegevenscriteria.

2.1. Directe investeringen

Stap 1

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie: optelling van nationale totale netto directe-investeringstransacties/posities.

(Geïmplementeerd in 1998)

Stap 2

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie: optelling- van nettotransacties/posities in vorderingen uitgegeven door of ten aanzien van niet-ingezetenen van het economisch gebied van de deelnemende lidstaten voor directe investeringen in het buitenland. Optelling van nettotransacties/posities in totale nationale netto directe investeringen in de rapporterende economie en transacties/posities in door ingezetenen uitgegeven effecten ten behoeve van directe investeringen in de rapporterende economie. Er is geen geografische uitsplitsing in transacties buiten de Monetaire Unie vereist.

Gegevensvereisten op NCB-niveau: transacties/posities in directe investeringen in het buitenland uitgesplitst in transacties/posities in EMU-investeringen (effecten en andere financiële instrumenten uitgegeven door ingezetenen van deelnemende lidstaten) en niet-EMU-investeringen. Daartoe dient de emittent (debiteur) van het effect of het andere financiële instrument te worden geïdentificeerd om na te gaan of die emittent een ingezetene van de deelnemende lidstaten is of een niet-ingezetene. Voor de post directe investeringen in de rapporterende economie zijn slechts de nationale totale nettotransacties/posities vereist. Pro memorie wordt een cijfer gevraagd voor de nettotransacties/posities in directe investeringen van andere deelnemende lidstaten in de rapporterende economie.

Tijdslimiet voor de implementatie: de aanvang van de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, 1 januari 1999, voor directe-investeringsstromen. (Moet nog worden overeengekomen voor uitstaande directe investeringen)

Stap 3

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie en gegevensvereisten op het niveau van de nationale centrale banken van de lidstaten: zoals in stap 2 met toevoeging van een geografische uitsplitsing binnen transacties/posities buiten de Monetaire Unie. Dit is slechts nodig voor statistieken op kwartaal- en jaarbasis.

(Tijdslimiet voor de implementatie: nog overeen te komen)

2.2. Beleggingen in het effectenverkeer

Stap 1

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie: optelling van nationale totale nettobeleggingen in het effectenverkeer in standen en stromen. Er is geen uitsplitsing in tegoeden en verplichtingen vereist.

(Geïmplementeerd in 1998)

Stap 2

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie: optelling van nettotransacties/posities in effecten uitgegeven door niet-ingezetenen voor beleggingen in het effectenverkeer. Optelling van nettotransacties/posities in totale nationale nettoverplichtingen en transacties/posities in door ingezetenen van de deelnemende lidstaten uitgegeven effecten uit hoofde van beleggingsverplichtingen. Er is geen geografische uitsplitsing in transacties buiten de Monetaire Unie vereist.

Gegevensvereisten op het niveau van de NCB's: transacties/posities in beleggingstegoeden in het effectenverkeer uitgesplitst in transacties/posities in EMU-effecten (uitgegeven door ingezetenen van deelnemende lidstaten) en niet-EMU-effecten. Daartoe dient de emittent (debiteur) van het effect te worden geïdentificeerd om na te gaan of die emittent een ingezetene van een van de deelnemende lidstaten is of een niet-ingezetene. Voor transacties/posities in beleggingsverplichtingen in het effectenverkeer zijn slechts nationale totale nettocijfers vereist.

Hoofdvoorwaarde: volledige harmonisering van uitsplitsingen, bereik, definities, waardering en tijdschema's voor mutaties van beleggingen in het effectenverkeer (zoals hierboven is geschetst).

Tijdslimiet voor de implementatie: de aanvang van de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, 1 januari 1999, voor mutaties van beleggingen in het effectenverkeer. (Moet nog worden overeengekomen voor de standen van beleggingen in het effectenverkeer)

Stap 3

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie en gegevensvereisten op het niveau van de nationale centrale banken van de lidstaten: zoals in stap 2 met toevoeging van een geografische uitsplitsing binnen transacties/posities buiten de Monetaire Unie. Dit is slechts nodig voor statistieken op kwartaal- en jaarbasis.

Hoofdvoorwaarde: volledige harmonisering van uitsplitsingen, bereik, definities, waardering en tijdschema's voor mutaties van beleggingen in het effectenverkeer.

(Tijdslimiet voor de implementatie: nog overeen te komen)

2.3. Overig financieel verkeer

Stap 1

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie: optelling van nationale totale nettotransacties/posities in het overige financiële verkeer.

(Geïmplementeerd in 1998)

Stap 2

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie: optelling van nettotransacties/posities in het overige financiële verkeer met niet-ingezetenen uit hoofde van vorderingen en verplichtingen in het overige financiële verkeer.

Gegevensvereisten op het niveau van de nationale centrale banken: opsplitsing tussen lidstaten van het eurogebied en niet-lidstaten, waarbij transacties tussen ingezetenen van de deelnemende lidstaten worden onderscheiden van transacties met ingezetenen van andere landen (buiten de Monetaire Unie).

Tijdslimiet voor de implementatie: de aanvang van de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, 1 januari 1999, voor stroomgegevens betreffende het overige financiële verkeer. (Moet nog worden overeengekomen voor standen in het overige financiële verkeer)

Stap 3

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie en gegevensvereisten op het niveau van de lidstaten: zoals in stap 2 met toevoeging van een geografische uitsplitsing binnen transacties/posities buiten de Monetaire Unie. Dit is slechts nodig voor statistieken op kwartaal- en jaarbasis.

(Tijdslimiet voor de implementatie: nog overeen te komen)

2.4. Financiële derivaten

Stappen 1 en 2

Samenstelling op niveau van de Monetaire Unie: optelling van nationale totale nettotransacties/posities in financiële derivaten.

(Geïmplementeerd in 1998)

Stap 3

Geografische uitsplitsing binnen transacties/posities in financiële derivaten buiten de Monetaire Unie. Dit is slechts nodig voor statistieken op kwartaal- en jaarbasis.

(Tijdslimiet voor de implementatie: nog overeen te komen)

BIJLAGE IV

VERZENDING VAN DE GEGEVENS AAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

De uitwisseling van de door de ECB vereiste statistische gegevens vindt plaats via de door het ESCB-net verschafte faciliteit. Alle gegevens worden binnen het ESCB uitgewisseld aan de hand van hetzelfde begripsmatige gegevensmodel.

De NCB's dienen de onderstaande aanbevelingen in acht te nemen met het oog op een bevredigende gegevenstransmissie, vooral wat de volgende punten betreft:

- volledigheid: de nationale centrale banken moeten alle reekssleutels van de betalingsbalans rapporteren. Het niet-rapporteren van reekssleutels of het rapporteren van niet in de lijst vermelde reekssleutels zal worden beschouwd als een onvolledige rapportage. Ingeval een waarneming ontbreekt, dient de weglating te worden gerapporteerd door gebruik te maken van de vlag voor de overeenkomstige waarnemingsstatus. Wanneer slechts in een deelgroep binnen de betalingsbalans herzieningen worden aangebracht, moeten de validatieregels daarenboven op de gehele betalingsbalans worden toegepast;

- tekenconventie: de nationale centrale banken dienen de overeengekomen tekenconventie te gebruiken voor alle aan de ECB te rapporteren gegevens. De IMF-standaardtekenconventie is als norm aanvaard. Volgens deze tekenconventie moet bij de rapportage van crediteringen en debiteringen hetzelfde teken worden gebruikt in de lopende rekening, de kapitaalrekening en de financiële rekening (crediteringen worden aangeduid met een plusteken, debiteringen met een minteken);

- boekingskenmerken van de gegevens: de volledige validatieregels die werden verspreid en op verzoek verkrijgbaar zijn, moeten door de NCB's worden toegepast vóór de gegevens aan de ECB worden gezonden.

BIJLAGE V

TOEZICHT OP DE STATISTISCHE VERZAMELINGSMETHODES

De ECB zal toezicht houden op de verzamelingsmethodes die worden gebruikt voor de rapportage van de betalingsbalansstatistieken en de statistieken inzake de internationale investeringspositie, alsmede op de begrippen en definities die op regelmatige basis door de aan het eurogebied deelnemende lidstaten worden toegepast. Het toezicht zal samengaan met een actualisatie van het document met de titel "European Union Balance of Payments (Capital and Financial Account) Statistical Methods" (BOP Book), en met de halfjaarlijkse herzieningsprocedure.

Het BOP Book bevat informatie over de structuur van de statistische gegevens van de betalingsbalans voor alle landen van de Europese Unie. Het geeft een gedetailleerde beschrijving van de verzamelingsmethodes en de toegepaste begrippen en definities, alsmede informatie over afwijkingen van de overeengekomen definities voor de betalingsbalansstatistieken en de statistieken inzake de internationale investeringspositie in de lidstaten.

Het BOP Book zal jaarlijks worden bijgewerkt in nauwe samenwerking met de lidstaten.

De halfjaarlijkse herziening maakt deel uit van de bijwerking van het BOP Book. De halfjaarlijkse herzieningsprocedure is gebaseerd op door de raad van bestuur van de ECB goed te keuren verslagen over de statistische behandeling van de rekening van de inkomens uit beleggingen en investeringen en de financiële rekening in de betalingsbalansstatistieken en de statistieken inzake de internationale investeringspositie. De ECB zal aan de hand van die herziening de kwaliteit beoordelen van de haar verschafte gegevens ten behoeve van de betalingsbalansstatistieken.

Naar boven