EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 31998Q1215

Reglement van Orde van de Europese Centrale Bank

PB L 338 van 15.12.1998, blz. 28–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 21/04/1999

ELI: http://data.europa.eu/eli/proc_rules/1998/1215/oj

31998Q1215

Reglement van Orde van de Europese Centrale Bank

Publicatieblad Nr. L 338 van 15/12/1998 blz. 0028 - 0033


REGLEMENT VAN ORDE

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het protocol betreffende de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de "statuten" genoemd), inzonderheid op artikel 12.3,

BESLUIT HET ONDERSTAANDE REGLEMENT VAN ORDE VAST TE STELLEN:

INLEIDEND HOOFDSTUK

Artikel 1

Verdrag en statuten

Dit reglement van orde is een aanvulling op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna het "Verdrag" genoemd) en de statuten. De in dit reglement van orde gebruikte begrippen hebben dezelfde betekenis als in het Verdrag en de statuten.

HOOFDSTUK I

DE RAAD VAN BESTUUR

Artikel 2

Tijd en plaats van vergaderingen van de raad van bestuur

2.1. De data waarop de vergaderingen worden gehouden, worden op voorstel van de president door de raad van bestuur vastgesteld. De raad vergadert in beginsel op gezette tijden volgens een door de raad van bestuur ruim vóór aanvang van elk kalenderjaar vastgesteld schema.

2.2. De president roept een vergadering van de raad van bestuur bijeen wanneer hierom door ten minste drie leden van de raad van bestuur wordt verzocht.

2.3. De president kan tevens vergaderingen van de raad van bestuur bijeenroepen wanneer hij/zij dit nodig acht.

2.4. De raad van bestuur vergadert in beginsel in de gebouwen van de Europese Centrale Bank (hierna het "ECB" genoemd).

2.5. Vergaderingen kunnen tevens in de vorm van een telefonische conferentie worden gehouden, tenzij ten minste drie presidenten van een centrale bank hiertegen bezwaar maken.

Artikel 3

Aanwezigheid bij vergaderingen van de raad van bestuur

3.1. Behoudens het bepaalde dienaangaande, is aanwezigheid bij de vergaderingen van de raad van bestuur voorbehouden aan zijn leden, de voorzitter van de Raad van de Europese Unie en een lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

3.2. Iedere president van een centrale bank is in beginsel gerechtigd zich tijdens vergaderingen te laten bijstaan door één persoon; dit geldt alleen voor die delen van de vergaderingen die niet betrekking hebben op overleg inzake het monetair beleid.

3.3. Indien een president van een centrale bank is verhinderd een vergadering bij te wonen, is hij/zij gerechtigd schriftelijk een plaatsvervanger aan te stellen onverminderd het bepaalde in artikel 4. Deze schriftelijke mededeling wordt de president tijdig vóór de vergadering toegezonden.

3.4. De raad van bestuur kan, indien dit wenselijk wordt geacht, tevens andere personen voor de vergaderingen uitnodigen.

Artikel 4

Stemming

4.1. De raad van bestuur kan alleen tot stemming overgaan indien een quorum van tweederde van de leden aanwezig is. Indien het quorum niet aanwezig is, kan de president een buitengewone vergadering bijeenroepen waar besluiten worden genomen zonder inachtneming van het bovenbedoelde quorum.

4.2. De raad van bestuur gaat op verzoek van de president tot stemming over. De president laat tevens tot stemming overgaan wanneer een lid hem/haar daarom verzoekt.

4.3. Aanneming van besluiten door de raad van bestuur krachtens artikel 41.2 van de statuten kan niet worden voorkomen door stemonthouding.

4.4. Indien een lid van de raad van bestuur langdurig (meer dan een maand) verhinderd is te stemmen, is hij/zij gerechtigd een plaatsvervanger aan te wijzen als lid van de raad van bestuur.

4.5. Indien een president van een centrale bank verhinderd is te stemmen over een krachtens artikelen 28, 29, 30, 32, 33 en 51 van de statuten te nemen besluit, is zijn/haar plaatsvervanger overeenkomstig artikel 10.3 van de statuten gerechtigd zijn/haar gewogen stem uit te brengen.

4.6. De president kan tot een geheime stemming doen overgaan indien drie leden van de raad van bestuur hem daarom verzoeken. Er heeft altijd een geheime stemming plaats indien leden van de raad van bestuur persoonlijk worden geraakt door een op handen zijnd besluit krachtens artikelen 11.1, 11.3 of 11.4 van de statuten. In dergelijke gevallen nemen de betrokken leden niet deel aan de stemming.

4.7. Besluiten kunnen eveneens door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, tenzij ten minste drie leden van de raad van bestuur hiertegen bezwaar maken. Voor een schriftelijke procedure geldt het volgende: i) in beginsel staan ieder lid van de raad van bestuur niet minder dan vijf werkdagen ter beschikking om zich te kunnen beraden; ii) persoonlijke ondertekening door ieder lid van de raad van bestuur (of zijn/haar plaatsvervanger overeenkomstig artikel 4.4) is een vereiste; en iii) een dergelijk besluit dient te worden vermeld in de notulen van de volgende vergadering van de raad van bestuur.

Artikel 5

Organisatie van vergaderingen van de raad van bestuur

5.1. De raad van bestuur stelt de agenda voor elke vergadering vast. De directie stelt een voorlopige agenda op en deze wordt, tezamen met de daarbij horende documenten, toegestuurd aan de leden van de raad van bestuur en andere gevolmachtigde deelnemers. Dit geschiedt ten minste acht dagen vóór de desbetreffende vergadering, behoudens buitengewone omstandigheden, in welk geval de directie naar deze omstandigheden handelt. Op voorstel van de president of een lid van de raad van bestuur kan de raad besluiten punten van de voorlopige agenda af te voeren of daaraan toe te voegen. Een punt wordt van de agenda afgevoerd wanneer de desbetreffende documenten niet tijdig aan de leden zijn toegezonden en indien ten minste drie leden daarom verzoeken.

5.2. De notulen van de beraadslagingen van de raad van bestuur worden in de volgende vergadering (of, indien nodig, eerder, middels een schriftelijke procedure) ter goedkeuring aan de leden voorgelegd en door de president getekend.

HOOFDSTUK II

DE DIRECTIE

Artikel 6

Tijd en plaats van directievergaderingen

6.1. De data waarop de vergaderingen worden gehouden, worden op voorstel van de president door de directie vastgesteld.

6.2. De president kan tevens vergaderingen van de directie bijeenroepen wanneer hij/zij dit nodig acht.

Artikel 7

Stemming

7.1. De directie kan, overeenkomstig artikel 11.5 van de statuten, alleen tot stemming overgaan indien een quorum van tweederde van de leden aanwezig is. Indien het quorum niet aanwezig is, kan de president een buitengewone vergadering bijeenroepen waar besluiten kunnen worden genomen zonder inachtneming van het bovenbedoelde quorum.

7.2. Besluiten kunnen eveneens door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, tenzij ten minste twee leden van de directie hiertegen bezwaar maken.

7.3. Leden van de directie die persoonlijk worden geraakt door een op handen zijnd besluit krachtens artikelen 11.1, 11.3 of 11.4 van de statuten, nemen niet aan de stemming deel.

Artikel 8

Organisatie van directievergaderingen

De directie neemt een besluit over de organisatie van haar vergaderingen.

HOOFDSTUK III

DE ORGANISATIE VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Artikel 9

Comités van het Europees Stelsel van Centrale Banken

9.1. Er worden comités van het Europees Stelsel van Centrale Banken opgericht (hierna "ESCB-comités" genoemd), bestaande uit vertegenwoordigers van de ECB en van de nationale centrale bank van elke deelnemende lidstaat, om bijstand te verlenen bij de werkzaamheden van het Europees Stelsel van Centrale Banken (hierna het "ESCB" genoemd).

9.2. De raad van bestuur stelt de mandaten van de ESCB-comités vast en benoemt hun voorzitters. De voorzitter is doorgaans een vertegenwoordiger van de ECB. Zowel de raad van bestuur als de directie zijn gerechtigd de ESCB-comités om studies over specifieke onderwerpen te verzoeken.

9.3. De ESCB-comités brengen via de directie verslag uit aan de raad van bestuur. Het Comité voor bankentoezicht is niet verplicht via de directie verslag uit te brengen indien het optreedt als forum voor overleg inzake aangelegenheden die geen verband houden met de toezichtsfuncties van het ESCB zoals omschreven in het Verdrag en in de statuten.

9.4. De nationale centrale bank van een niet-deelnemende lidstaat kan eveneens een vertegenwoordiger aanwijzen om deel te nemen aan de vergaderingen van een ESCB-comité wanneer aangelegenheden worden behandeld die tot de bevoegdheden van de algemene raad behoren. Deze vertegenwoordigers kunnen tevens worden uitgenodigd deel te nemen aan vergaderingen wanneer de voorzitter van een comité en de directie dit wenselijk achten.

9.5. Vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie kunnen worden uitgenodigd vergaderingen van ESCB-comités bij te wonen wanneer het om specifieke aangelegenheden gaat die de Commissie van de Europese Gemeenschappen rechtstreeks aangaan. Ook kunnen vertegenwoordigers van andere communautaire organen en van derden worden uitgenodigd indien en waar dit wenselijk wordt geacht.

9.6. De ECB verleent de ESCB-comités secretariële bijstand.

Artikel 10

Interne structuur

10.1. Na overleg met de raad van bestuur neemt de directie een besluit over het aantal, de naam en respectieve bevoegdheden van alle arbeidseenheden van de ECB. Dit besluit wordt openbaar gemaakt.

10.2. Alle arbeidseenheden van de ECB vallen onder het beheer van de directie. De directie neemt een besluit over de individuele verantwoordelijkheden van haar leden met betrekking tot de arbeidseenheden van de ECB en stelt de raad van bestuur, de algemene raad en het personeel van de ECB daarvan op de hoogte. Dit besluit wordt uitsluitend in aanwezigheid van alle directieleden genomen en kan niet worden genomen wanneer de president tegenstemt.

Artikel 11

Personeel van de ECB

11.1. Elk personeelslid van de ECB wordt op de hoogte gebracht van zijn/haar plaats in de structuur van de ECB, de door hem/haar te volgen rapportageprocedure en zijn/haar taken.

11.2. Onverminderd de artikelen 36 en 47 van de statuten stelt de directie organisatievoorschriften (hierna "administratieve circulaires" genoemd) vast. Het ECB-personeel dient zich te houden aan deze voorschriften.

11.3. De directie stelt gedragsregels vast en past ze regelmatig aan; deze regels dienen als leidraad voor haar leden en haar personeelsleden.

HOOFDSTUK IV

BETROKKENHEID VAN DE ALGEMENE RAAD BIJ DE TAKEN VAN HET EUROPEES STELSEL VAN CENTRALE BANKEN

Artikel 12

Betrekkingen tussen de raad van bestuur en de algemene raad

12.1. De algemene raad van de ECB wordt de mogelijkheid geboden opmerkingen voor te leggen voordat de raad van bestuur overgaat tot goedkeuring van:

- adviezen krachtens de artikelen 4 en 25.1 van de statuten;

- ECB-aanbevelingen op statistisch gebied, krachtens artikel 42 van de statuten;

- het jaarverslag;

- de regels ter standaardisatie van de financiële administratie en verslaglegging van de uitgevoerde werkzaamheden;

- de maatregelen voor de toepassing van artikel 29 van de statuten;

- de arbeidsvoorwaarden voor ECB-personeel;

- in de context van de voorbereidingen voor de onherroepelijke vaststelling van wisselkoersen: een ECB-advies, krachtens artikel 109 L, lid 5, van het Verdrag of met betrekking tot goed te keuren EG-rechtshandelingen wanneer een derogatie wordt ingetrokken.

12.2. Wanneer de algemene raad krachtens bovengenoemd lid wordt verzocht opmerkingen voor te leggen, wordt hem een redelijke periode geboden waarbinnen dit plaats dient te hebben, welke niet minder dan tien werkdagen mag zijn. In dringende gevallen (hetgeen in het verzoek moet worden gerechtvaardigd) kan de periode worden teruggebracht tot vijf werkdagen. De president kan tot een schriftelijke procedure besluiten.

12.3. Overeenkomstig artikel 47.4 van de statuten wordt de algemene raad door de president in kennis gesteld van de besluiten van de raad van bestuur.

Artikel 13

Betrekkingen tussen de directie en de algemene raad

13.1. De algemene raad van de ECB wordt de mogelijkheid geboden opmerkingen voor te leggen voordat de directie:

- rechtshandelingen van de raad van bestuur ten uitvoer legt waarvoor, overeenkomstig artikel 12.1 hierboven, de inbreng van de algemene raad is vereist;

- op grond van door de algemene raad overeenkomstig artikel 12.1 van de statuten gedelegeerde bevoegdheden rechtshandelingen goedkeurt waarvoor, overeenkomstig artikel 12.1 van dit reglement, de inbreng van de algemene raad is vereist.

13.2. Wanneer de algemene raad krachtens bovengenoemd lid wordt verzocht opmerkingen voor te leggen, wordt hem een redelijke periode geboden waarbinnen dit plaats dient te hebben, welke niet minder dan tien werkdagen mag zijn. In dringende gevallen (hetgeen in het verzoek moet worden gerechtvaardigd) kan de periode worden teruggebracht tot vijf werkdagen. De president kan tot een schriftelijke procedure besluiten.

HOOFDSTUK V

SPECIFIEKE PROCEDURELE BEPALINGEN

Artikel 14

Overdracht van bevoegdheden

14.1. De overdracht van bevoegdheden van de raad van bestuur aan de directie krachtens artikel 12.1, lid 2, laatste zin, van de statuten wordt aan de betrokken partijen gemeld of, indien wenselijk, gepubliceerd wanneer het aangelegenheden betreft die rechtsgevolgen voor derden hebben. Wetten die via overdracht zijn aangenomen, worden onverwijld aan de raad van bestuur gerapporteerd.

14.2. De handtekeningenlijst van de ECB, tot stand gekomen overeenkomstig besluiten die krachtens artikel 39 van de statuten zijn goedgekeurd, wordt onder belanghebbende partijen verspreid.

Artikel 15

Begrotingsprocedure

15.1. De raad van bestuur, handelend op voorstel van de directie in overeenstemming met alle door eerstgenoemde vastgelegde grondslagen, keurt vóór het einde van elk boekjaar de begroting van de ECB voor het volgende boekjaar goed.

15.2. Voor bijstand in aangelegenheden met betrekking tot de begroting van de ECB richt de raad van bestuur een begrotingscomité op en stelt het mandaat en de samenstelling hiervan vast.

Artikel 16

Verslaglegging en jaarrekening

16.1. De goedkeuring van het krachtens artikel 15.3 van de statuten vereist jaarverslag valt onder de bevoegdheden van de raad van bestuur.

16.2. De bevoegdheid betreffende goedkeuring en publicatie van de kwartaalverslagen krachtens artikel 15.1 van de statuten, van de wekelijks geconsolideerde financiële overzichten krachtens artikel 15.2 van de statuten, van de geconsolideerde balans krachtens artikel 26.3 van de statuten en andere verslagen, wordt overgedragen aan de directie.

16.3. De directie stelt, in overeenstemming met de door de raad van bestuur vastgelegde grondslagen, de jaarrekening van de ECB op vóór het verstrijken van de eerste maand van het volgende boekjaar. De jaarrekening wordt voorgelegd aan de externe accountant.

16.4. De raad van bestuur keurt de jaarrekening van de ECB vóór het einde van het eerste kwartaal van het volgende jaar goed. Het verslag van de externe accountant wordt vóór deze goedkeuring aan de raad van bestuur voorgelegd.

Artikel 17

Rechtsinstrumenten van de ECB

17.1. De ECB-verordeningen worden door de raad van bestuur goedgekeurd en namens de raad door de president getekend.

17.2. Door de raad van bestuur worden ECB-richtsnoeren vastgesteld die namens de raad door de president worden getekend. Hierin worden de gronden vermeld waarop ze zijn gebaseerd. De nationale centrale banken kunnen hiervan door middel van telefax, elektronische post of telex of schriftelijk op de hoogte worden gesteld.

17.3. Met het oog op tenuitvoerlegging van zijn verordeningen en richtsnoeren kan de raad van bestuur zijn normatieve bevoegdheden aan de directie overdragen. Met de betreffende verordening of richtsnoer worden de uit te voeren maatregelen precies omschreven, alsmede de beperkingen en de reikwijdte van de overgedragen bevoegdheden.

17.4. De raad van bestuur of de directie keurt ECB-besluiten en -aanbevelingen goed op de respectieve gebieden die onder hun bevoegdheid vallen, en deze worden door de president getekend. Hierin worden de gronden vermeld waarop ze zijn gebaseerd. De aanbevelingen voor aanvullende communautaire wetgeving krachtens artikel 42 van de statuten worden goedgekeurd door de raad van bestuur.

17.5. Onverminderd artikel 44, tweede alinea, en artikel 47.1, eerste streepje, van de statuten worden ECB-standpunten door de raad van bestuur goedgekeurd. In uitzonderlijke omstandigheden en tenzij ten minste drie presidenten van een centrale bank de wens te kennen geven dat de raad van bestuur de bevoegdheid behoudt om bepaalde standpunten goed te keuren, kunnen ECB-standpunten evenwel door de directie worden goedgekeurd, in overeenstemming met door de raad van bestuur geplaatste opmerkingen en met inachtneming van de inbreng van de algemene raad. ECB-standpunten worden door de president getekend.

17.6. De directie stelt ECB-instructies vast welke namens de directie door de president of twee directieleden worden getekend. De nationale centrale banken kunnen hiervan door middel van telefax, elektronische post of telex of schriftelijk op de hoogte worden gesteld.

17.7. Alle rechtsinstrumenten van de ECB worden opeenvolgend genummerd met het oog op gemakkelijkere identificatie. De directie draagt zorg voor de veilige bewaring van de originelen, het in kennis stellen van de geadresseerden of de raadplegende autoriteiten en voor de onmiddellijke publicatie in alle officiële EU-talen in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen in het geval van ECB-verordeningen, ECB-standpunten over ontwerpversies van communautaire wetgeving en die rechtsinstrumenten van de ECB tot de publicatie waarvan uitdrukkelijk is besloten.

Artikel 18

Procedure krachtens artikel 105 A, lid 2, van het Verdrag

De goedkeuring zoals neergelegd in artikel 105 A, lid 2, van het Verdrag vindt plaats vóór het einde van het laatste kwartaal van elk jaar en vóór het volgende jaar via één enkel besluit van de raad van bestuur voor alle deelnemende lidstaten.

Artikel 19

Aanschaf

19.1. Bij de aanschaf van goederen en diensten voor de ECB worden de beginselen van publiciteit, doorzichtigheid, gelijke toegang, non-discriminatie en efficiënt beheer in acht genomen.

19.2. Zonder derogatie van het beginsel van efficiënt beheer kunnen in de volgende gevallen uitzonderingen op de bovengenoemde beginselen worden gemaakt: wanneer er sprake is van urgentie; om veiligheids- of geheimhoudingsredenen; wanneer er slechts een enkele leverancier of dienstverrichter is; wanneer het leveringen van de nationale centrale banken aan de ECB betreft; om te zorgen voor de continuïteit van leveringen; en wanneer het activa betreft die via het Europees Monetair Instituut (hierna het "EMI" genoemd) zijn verkregen.

Artikel 20

Selectie, benoeming en bevordering van personeel

20.1. Alle personeelsleden worden geselecteerd, benoemd en bevorderd door de directie.

20.2. Bij de selectie, benoeming en bevordering van personeelsleden worden de beginselen van beroepskwalificatie, publiciteit, doorzichtigheid, gelijke toegang en non-discriminatie in acht genomen. In een administratieve circulaire worden de voorschriften en procedures voor werving en voor interne bevordering verder beschreven.

20.3. De directie kan voor de ECB-personeelsleden van het EMI (in het kader van liquidatie) werven waarbij specifieke wervingsvoorschriften en -procedures buiten beschouwing worden gelaten.

Artikel 21

Arbeidsvoorwaarden

21.1. De arbeidsverhouding tussen de ECB en haar personeel wordt bepaald door de arbeidsvoorwaarden en de personeelsverordeningen en -regelingen.

21.2. De arbeidsvoorwaarden worden op voorstel van de directie door de raad van bestuur goedgekeurd en geamendeerd. Uit hoofde van de in dit reglement van orde vastgelegde procedure wordt de algemene raad geraadpleegd.

21.3. De arbeidsvoorwaarden worden ten uitvoer gelegd middels personeelsverordeningen en -regelingen, welke door de directie worden goedgekeurd en geamendeerd.

21.4. Het personeelscomité wordt geraadpleegd alvorens tot goedkeuring van de nieuwe arbeidsvoorwaarden of personeelsverordeningen en -regelingen wordt overgegaan. Het advies van het comité wordt respectievelijk aan de raad van bestuur of de directie voorgelegd.

Artikel 22

Mededelingen en aankondigingen

Algemene mededelingen en aankondigingen van door de besluitvormingsorganen van de ECB genomen besluiten kunnen worden gedaan middels het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en door middel van telegrafische diensten die de financiële markten ter beschikking staan.

Artikel 23

Vertrouwelijkheid van en toegang tot ECB-documenten en -archieven

23.1. De handelingen van de besluitvormingsorganen van de ECB en van alle comités en groepen die middels deze handelingen worden opgericht, zijn vertrouwelijk, tenzij de raad van bestuur de president machtigt om het resultaat van de beraadslagingen openbaar te maken.

23.2. Alle door de ECB opgestelde documenten zijn vertrouwelijk, tenzij de raad van bestuur anders beslist. De raad van bestuur omschrijft de criteria voor toegang die op ECB-documentatie en -archieven van toepassing zijn. Een dergelijk besluit wordt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd.

23.3. Toegang tot documenten die zich in de archieven van het EMI bevinden wordt geregeld door Besluit nr. 9/97 van de raad van het EMI totdat dit wordt vervangen door een besluit van de raad van bestuur. Met het oog op de liquidatie van het EMI:

- worden alle verantwoordelijkheden van de raad van het EMI uit hoofde van dit besluit aan de raad van bestuur overgedragen;

- worden alle verantwoordelijkheden van de secretaris-generaal van het EMI aan de directie overgedragen.

23.4. Na dertig jaar zijn documenten die zich in de archieven van het Comité van presidenten van de centrale banken van de lidstaten, van het EMI en van de ECB bevinden, vrij toegankelijk. In bijzondere gevallen kan de raad van bestuur deze periode verkorten.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 24

Wijzigingen in dit reglement van orde

De raad van bestuur is gerechtigd dit reglement van orde te wijzigen. De algemene raad kan wijzigingen voorstellen en de directie kan aanvullende bepalingen goedkeuren binnen het gebied dat onder haar bevoegdheid valt.

Artikel 25

Publicatie

Dit reglement van orde wordt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd.

Gedaan te Frankfurt am Main, 7 juli 1998.

Namens de raad van bestuur

Willem F. DUISENBERG

President

Naar boven