EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32008D0015

2008/874/EG: Besluit van de Europese Centrale Bank van 14 november 2008 betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening ECB/2008/11 van 23 oktober 2008 betreffende tijdelijke wijzigingen van de regels betreffende de beleenbaarheid van onderpand (ECB/2008/15)

PB L 309 van 20.11.2008, blz. 8–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 30/11/2008

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/874/oj

20.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/8


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 14 november 2008

betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening ECB/2008/11 van 23 oktober 2008 betreffende tijdelijke wijzigingen van de regels betreffende de beleenbaarheid van onderpand

(ECB/2008/15)

(2008/874/EG)

DE DIRECTIE VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op het eerste streepje van artikel 105, lid 2 en artikel 110,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op het tweede streepje van artikel 34.1, in samenhang met het eerste streepje van artikel 3.1 en artikel 18.2,

Gelet op artikel 8 van Verordening ECB/2008/11 van 23 oktober 2008 betreffende tijdelijke wijzigingen van de regels betreffende de beleenbaarheid van onderpand,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 15 oktober 2008 besliste de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) tijdelijk kredietvorderingen die deel uitmaken van syndicaatsleningen die beheerst worden door het recht van Engeland en Wales als beleenbaar onderpand toe te laten voor de monetaire-beleidstransacties van het Eurosysteem. Op 23 oktober 2008 gaf de Raad van bestuur uitvoering aan dit besluit door Verordening ECB/2008/11 (1) aan te nemen.

(2)

Volgens artikel 3(2) van de Verordening ECB/2008/11 mag hat aantal toepasselijke rechtssystemen geldend voor de mobilisatie van syndicaatsleningen die beheerst worden door het recht van Engeland en Wales, niet meer dan drie bedragen. Aangezien de mobilisatie van syndicaatsleningen juridisch complex is als tot drie verschillende rechtssystemen kunnen gelden, moeten de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro aangenomen hebben (hierna „de NCB’s”) juridische beoordelingen en risicobeoordelingen uitvoeren wanneer zij liquiditeiten verstrekken tegen dergelijk onderpand.

(3)

De juridische complexiteit van de mobilisatie van bovenvermelde leningen vereist de vaststelling van tenuitvoerleggingscriteria verband houdend met de aanvaarding als beleenbaar onderpand van syndicaatsleningen die beheerst worden door het recht van Engeland en Wales,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

„Algemene Documentatie”: Bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (2);

„Syndicaatsleningen”: kredietvorderingen zijnde aandelen in een syndicaatslening van instellingen die lid zijn van een syndicaat, zoals omschreven in hoofdstuk 6.2.2 van de Algemene Documentatie en die beheerst worden door het recht van Engeland en Wales.

Artikel 2

Mobilisatietechnieken voor syndicaatsleningen

1.   Een NCB mobiliseert syndicaatsleningen direct van haar desbetreffende tegenpartij overeenkomstig de respectievelijke nationale procedures voor kredietvorderingen. De mobilisatieovereenkomst wordt beheerst door het recht van een lidstaat die behoort tot het eurogebied.

2.   Hoofdstuk 6.6 van de Algemene Documentatie is niet van toepassing op de mobilisatie van syndicaatsleningen.

Artikel 3

Overdraagbaarheid van leningen

Alleen volledig overdraagbare syndicaatsleningen zijn beleenbaar. Voor de doelstellingen van het vierde streepje van Appendix 7 van Bijlage I bij de Algemene Documentatie, worden syndicaatsleningen niet geacht volledig overdraagbaar te zijn en niet onbeperkt mobiliseerbaar als onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem, tenzij de leningsovereenkomst onvoorwaardelijk:

i)

de geldgever toestaat door bezwaring, cessie of anderzins een zekerheidsrecht te vestigen op haar rechten om op de verplichtingen van die geldgever ten aanzien van NCB zekerheid te vestigen; en

ii)

de desbetreffende NCB toestaat haar zekerheidsrecht op een dergelijke lening uit te winnen door krachtens de lening direct of indirect bij de onderliggende debiteur betalingen te innen, en door cessie of overdracht van de lening aan een bank of een financiële instelling, of aan een trustfonds of aan een andere entiteit die gewoonlijk betrokken is bij of opgericht werd voor het verstrekken van, kopen van of beleggen in leningen, effecten of andere financiële activa.

Artikel 4

Kennisgeving van de debiteur

1.   De tegenpartij stelt vóór of onmiddellijk na de mobilisatie van een dergelijke lening als onderpand de debiteur van een syndicaatsleningsovereenkomst daarvan in kennis. Deze kennisgeving gebeurt overeenkomstig de toepasselijke in de syndicaatsleningsovereenkomst vastgelegde procedures.

2.   Lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de desbetreffende NCB om de debiteur op de hoogte te brengen.

Artikel 5

Registratiecertificaat

De tegenpartijen verstrekken de desbetreffende NCB een van de Registrar of Companies of England and Wales ontvangen kopie van de bevestiging dat de mobilisatie van de syndicaatslening geregistreerd werd bij Companies House.

Artikel 6

Voorlegging door de tegenpartij van een „diligence letter” (adviesbrief betreffende feitelijke vragen) van een externe juridische adviseur

Voor de mobilisatie van syndicaatsleningen verstrekken de tegenpartijen aan de desbetreffende NCB een „diligence letter” van een externe juridische adviseur naar genoegen van het Eurosysteem, die een aantal feitelijke aangelegenheden behandelt, zoals die regelmatig door de ECB vastgesteld en op haar website gepubliceerd worden.

Artikel 7

„Speciaal-opgerichte–ondernemingen” („SPV”-) debiteuren

1.   Een speciaal opgerichte onderneming (special purpose vehicle (SPV)) is uitsluitend een in aanmerking komende debiteur voor een syndicaatslening indien i) de SPV de begunstigde is van een garantie die werd uitgegeven door een niet-financiële vennootschap die in aanmerking komt als garantiegever in de zin van hoofdstuk 6.2.2 van de Algemene Documentatie; ii) de garantie voldoet aan de vereisten van hoofdstuk 6.3.3 van de Algemene Documentatie; en iii) de desbetreffende NCB wettelijk het recht heeft de garantie uit te winnen na de mobilisatie van de syndicaatslening.

2.   Kredietvorderingen die deel uitmaken van syndicaatsleningen met SPV’s als debiteur, zijn slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de SPV en de garantieverlener in het eurogebied gevestigd zijn.

3.   Het vereiste een juridische bevestiging te verstrekken, zoals bepaald in hoofdstuk 6.3.3 van de Algemene Documentatie, geldt ook als de debiteur een SPV is die de begunstigde is van een garantie overeenkomstig lid 1.

Artikel 8

Valutadenominatie

Voor de doeleinden van hoofdstuk 6.2.2 van de Algemene Documentatie, worden syndicaatsleningen slechts geacht te luiden in euro, voor zover de desbetreffende leningsovereenkomst het de debiteur of de agent van de debiteur, in zijn naam, niet toestaat de denominatie waarin de lening luidt of betaalbaar is, vóór de vervaldag van de desbetreffende krediettransactie van het Eurosysteem te wijzigen.

Artikel 9

Geen verrekening of tegenvordering

Syndicaatsleningen zijn slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de desbetreffende syndicaatsleningsovereenkomst uitdrukkelijk bepaalt dat alle door de debiteur uit te voeren betalingen gebeuren zonder aftrek uit hoofde van verrekening of een tegenvordering.

Artikel 10

Beperkingen op de uitwinning van het onderpand

1.   Syndicaatsleningen die bepalen dat besluiten van het syndicaat jegens de debiteur genomen worden bij meerderheid van geldgevers, zijn beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem.

2.   Syndicaatsleningen die bepalen dat bepaalde voorwaarden van de desbetreffende syndicaatsleningsovereenkomst mogen gewijzigd worden, of dat van die voorwaarden afstand mag worden gedaan mits toestemming van de meerderheid van de geldgevers, zijn beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem; op voorwaarde, echter, dat de leningsovereenkomst niet bepaalt dat meerderheidsbesluiten mogen genomen worden aangaande: i) het uitstellen van de betalingsdatum van een krachtens de overeenkomst verschuldigd bedrag; of ii) een verlaging van de marge of van het bedrag van een betaling van de hoofdsom of rente; of iii) een wijziging van het beginsel dat de verbintenissen van de geldgever krachtens de overeenkomst hoofdelijke verbintenissen zijn.

3.   Syndicaatsleningen waarvoor een facilitair agent betalingen int en distribueert, zijn slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de facilitair agent een kredietinstelling is met een minimale lange-termijn rating van „A–” door Fitch of Standard & Poor’s, of „A3” door Moody’s, of „AL” door DBRS.

Artikel 11

Clausules ter vervanging van de geldgevers

Een syndicaatslening die bepaalt dat de debiteur de geldgever mag laten aflossen in ruil voor een uitstaande lening, is slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem, op voorwaarde dat de tegenpartij vóór de mobilisatie de desbetreffende NCB een afdwingbaar zekerheidsrecht verleent op het recht van de tegenpartij om baar geld te ontvangen voor deze aflossing.

Artikel 12

Openbaren van vertrouwelijke informatie

Een syndicaatslening is slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de syndicaatsleningsovereenkomst het de geldgever toestaat vertrouwelijke informatie mee te delen aan een centrale bank van het Eurosysteem in verband met een bezwaring, cessie of zekerheidsrecht zijdens de geldgever van zijn rechten om krachtens de overeenkomst op verplichtingen van die geldgever ten aanzien van een centrale bank van het Eurosysteem zekerheid te vestigen.

Artikel 13

Belastingen en schadeloosstelling

1.   Een syndicaatslening is slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de tegenpartij voldoet aan de voorwaarden van dit artikel.

2.   De tegenpartij krijgt een bevestiging van een belastingsadviseur uit het VK inhoudende dat, ofwel: a) de debiteur geen Britse bronbelasting zal moeten inhouden ten gevolge van de overdracht, krachtens Engels of ander recht, van de „beneficial ownership” (economische eigendom) van het actief dat de lening uitmaakt aan de NCB; of b) de debiteur „UK Withholding Tax” (Britse bronbelasting) zal moeten inhouden ten gevolge van een dergelijke overdracht van de „beneficial ownership” aan de NCB, maar dat de NCB moet kunnen genieten van het belastingsverdrag tussen het VK en de jurisdictie van de NCB, zodat na aanwijzing door Her Majesty’s Revenue & Customs (HMRC) krachtens het relevante verdrag, de debiteur het recht heeft rentebetalingen te doen aan de NCB zonder inhouding van de UK Withholding Tax, en de NCB het recht heeft de eerder ingehouden belastingen in te vorderen; of c) de debiteur UK Withholding Taxes zal moeten inhouden ten gevolge van een dergelijke overdracht van „beneficial ownership” en de NCB niet in aanmerking komt om te genieten van een belastingsverdrag tussen het VK en de jurisdictie van de NCB of van een andere ontheffing.

3.   Als een belastingsadviseur van het VK bevestigt dat de overdracht van de „beneficial ownership” van het actief dat de lening uitmaakt aan de NCB onder categorie b) of c) van bovenvermeld lid 2 valt, moet de tegenpartij er mee in te stemmen de NCB schadeloos te stellen voor door de debiteur ingehouden UK Withholding Tax (die niet krachtens de syndicaatsleningsovereenkomst gebruteerd werd), en voor alle ongunstige cash-flow gevolgen van initieel ten aanzien van de NCB ingehouden en daarna aan de NCB gerestitueerde UK Withholding Tax.

4.   De tegenpartij moet alle verantwoordelijkheid dragen voor de kennisgeving aan de debiteur van de overdracht van „beneficial ownership” van het actief dat de lening uitmaakt aan de NCB op grond waarvan de debiteur UK Withholding Tax in dient te houden (of belastingen van het VK aan een ander tarief).

5.   De tegenpartij draagt alle kosten van een „UK Stamp Duty” (Britse zegelbelasting) (alsook boetes en rentes daarop) die betaald moeten worden ten gevolge van enige overdracht, krachtens Engels recht of enig ander recht, van de „beneficial ownership” van een actief dat de lening uitmaakt, en waarvan de NCB redelijkerwijze meent dat deze betaald moet worden opdat de NCB het actief dat de lening uitmaakt kan aanvoeren als bewijs voor een Engels gerecht of het actief dat de lening uitmaakt voor andere doeleinden kan gebruiken in het VK. De tegenpartij draagt ook alle kosten ten gevolge van een dergelijke overdracht verschuldigde „UK stamp duty reserve tax” (Britse aanvullende zegelbelasting) die betaald moet worden, indien van toepassing.

6.   De tegenpartij moet de bevestiging overleggen van een belastingadviseur in de door de tegenpartij toepasselijk geachte rechtsgebieden, inhoudende dat de debiteur geen niet-UK Withholding Tax zal moeten inhouden ten gevolge van een overdracht, krachtens Engels of enig andere recht, van de „beneficial ownership” van het actief dat de lening uitmaakt aan de NCB, en dat een dergelijke overdracht geen aansprakelijkheid voor zegel-of overdrachtsrechten doet ontstaan.

7.   De tegenpartij zal de desbetreffende NCB volledig schadeloos stellen betreffende aan de faciliteit of het betaalkantoor verschuldigde honoraria, of andere honoraria of kosten betreffende het beheer van de lening.

Artikel 14

Slotbepalingen

1.   Dit besluit treedt op 17 november 2008 in werking.

2.   Dit besluit is van toepassing tot 30 november 2008.

Gedaan te Frankfurt am Main, 14 november 2008.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 282 van 25.10.2008, blz. 17.

(2)  PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.


Naar boven