EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32009O0021

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 17 september 2009 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/2 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime bruto-vereveningssysteem (TARGET2) (ECB/2009/21)

PB L 260 van 3.10.2009, blz. 31–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 31/12/2012; opgeheven door 32012O0027

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2009/734/oj

3.10.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 260/31


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 17 september 2009

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/2 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime bruto-vereveningssysteem (TARGET2)

(ECB/2009/21)

(2009/734/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op het eerste en het vierde streepje van artikel 105, lid 2,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 3.1 en de artikelen 17, 18 en 22,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft met betrekking tot TARGET2, dat gekenmerkt wordt door één technisch platform, het Single Shared Platform (SSP) genaamd, Richtsnoer ECB/2007/2 van 26 april 2007 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime bruto-vereveningssysteem (TARGET2) (1) vastgesteld.

(2)

Richtsnoer ECB/2007/2 dient te worden gewijzigd: a) vanwege de invoering van de nieuwe versie van het SSP; b) ter verheldering van de specifieke beginselen betreffende oversightlocaties waaraan entiteiten moeten voldoen die diensten in euro aanbieden; c) met het oog op de invoering van een derogatie aangaande bilaterale regelingen met aangesloten systemen die PM-rekeningen openen en waarbij geen verpanding of verrekening van vorderingen mogelijk is; d) om een aantal andere technische en redactionele verbeteringen en verduidelijkingen weer te geven, en e) om niet meer geldende bepalingen betreffende de migratie naar TARGET2 te schrappen,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 2 wordt de definitie van „aangesloten systeem” als volgt vervangen:

„—

„aangesloten systeem (ancillary system-AS)”: een door een in de EER gevestigde entiteit beheerd systeem dat aan controle en/of oversight door een bevoegde autoriteit is onderworpen en voldoet aan de oversightvereisten betreffende de locatie van infrastructuren die diensten in euro aanbieden, zoals van tijd tot tijd gewijzigd en gepubliceerd op de website van de ECB (2), waarin betalingen en/of financiële instrumenten worden uitgewisseld en/of verrekend, terwijl de daaruit voorvloeiende monetaire verplichtingen in TARGET2 worden afgewikkeld conform dit richtsnoer en een bilaterale regeling tussen het aangesloten systeem en de desbetreffende Eurosysteem-CB,

2.

In artikel 8 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4.   In afwijking van lid 3 zijn bilaterale regelingen met aangesloten systemen die het PI gebruiken, maar uitsluitend betalingen voor hun klanten afwikkelen, conform:

a)

bijlage II, behoudens titel V, artikel 36 en appendix VI en VII, en

b)

artikel 18 van bijlage IV.”.

3.

Artikel 13 wordt geschrapt.

4.

Artikel 15 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 15

Slot- en overgangsbepalingen

1.   Door een NCB van een deelnemende lidstaat voor kredietinstellingen en aangesloten systemen buiten de PM geopende rekeningen worden beheerst door de regels van die NCB, behoudens de bepalingen van dit richtsnoer die thuisrekeningen en overige besluiten van de Raad van bestuur betreffen. Door een NCB van een deelnemende lidstaat niet voor kredietinstellingen en aangesloten systemen buiten de PM geopende rekeningen worden beheerst door de regels van die NCB.

2.   Tijdens de voor haar geldende overgangsperiode kan elke Eurosysteem-CB betalingen en andere transacties afwikkelen op haar thuisrekeningen, met inbegrip van:

a)

betalingen tussen kredietinstellingen;

b)

betalingen tussen kredietinstellingen en aangesloten systemen, en

c)

betalingen met betrekking tot openmarkttransacties van het Eurosysteem.

3.   Na het verstrijken van de overgangsperiode is het volgende niet langer mogelijk:

a)

registratie als een adresseerbare BIC-houder door een Eurosysteem-CB, in het geval van entiteiten zoals bedoeld in artikel 4, onder a) en b) van bijlage II;

b)

indirecte deelname met een Eurosysteem-CB, en

c)

afwikkeling op thuisrekeningen van alle in lid 2, onder a) tot en met c) vermelde betalingen.”.

5.

Bijlagen II, III en IV bij Richtsnoer ECB/2007/2 worden overeenkomstig de bijlage bij dit richtsnoer gewijzigd.

Artikel 2

Inwerkingtreding

1.   Dit richtsnoer treedt op 22 september 2009 in werking.

2.   Artikel 1, lid 1, en paragraaf 1, punt 1), onder a), paragraaf 1, punt 2), en paragraaf 2 van de bijlage bij dit richtsnoer zijn van toepassing vanaf 23 oktober 2009.

3.   De overige bepalingen van dit richtsnoer zijn van toepassing vanaf 23 november 2009.

Artikel 3

Geadresseerden en uitvoeringsmaatregelen

1.   Dit richtsnoer geldt voor alle centrale banken van het Eurosysteem.

2.   De nationale centrale banken van de lidstaten die de euro hebben aangenomen, stellen de ECB tegen 9 oktober 2009 in kennis van de maatregelen waarmee zij voornemens zijn te voldoen aan dit richtsnoer.

Gedaan te Frankfurt am Main, 17 september 2009.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 237 van 8.9.2007, blz. 1.

(2)  Het huidige beleid van het Eurosysteem voor de locatie van infrastructuur wordt uiteengezet in de volgende verklaringen, die allemaal beschikbaar zijn op de website van de ECB op www.ecb.europa.eu: a) „Policy statement on euro payment and settlement systems located outside the euro area” van 3 november 1998; b) „The Eurosystem’s policy line with regard to consolidation in central counterparty clearing” van 27 september 2001; c) „The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling in euro-denominated payment transactions” van 19 juli 2007, en d) „The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling euro-denominated payment transactions: specification of „legally and operationally located in the euro area” ” van 20 november 2008.”.


BIJLAGE

1.

Bijlage II bij Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de definitie van „aangesloten systeem” wordt als volgt vervangen:

„—

„aangesloten systeem (ancillary system, AS)”: een door een in de Europese Economische Ruimte (EER) gevestigde entiteit beheerd systeem dat aan controle en/of oversight van een bevoegde autoriteit onderworpen is en voldoet aan de oversightvereisten betreffende de locatie van infrastructuren die diensten in euro aanbieden, zoals van tijd tot tijd gewijzigd en gepubliceerd op de website van de ECB (1), waarin betalingen en/of financiële instrumenten worden uitgewisseld en/of verrekend terwijl de daaruit voorvloeiende monetaire verplichtingen in TARGET2 worden afgewikkeld conform dit richtsnoer en een bilaterale regeling tussen het aangesloten systeem en de desbetreffende CB,

b)

de definitie van „technische storing van TARGET2” wordt als volgt vervangen:

„—

„technische storing van TARGET2”: problemen, defecten of storingen in de technische infrastructuur en/of de door TARGET2-[naam CB/landreferentie] benutte computersystemen, of enige andere gebeurtenis waardoor de verwerking van betalingen in TARGET2-[naam CB/landreferentie] niet op dezelfde dag kan worden uitgevoerd en voltooid.”.

2)

Artikel 4, lid 2, onder d), wordt als volgt vervangen:

„d)

entiteiten die aangesloten systemen beheren en in die hoedanigheid optreden, en”.

3)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt als volgt vervangen:

„2.   Tenzij de deelnemer anderszins verzoekt, worden zijn BIC of BIC’s gepubliceerd in het TARGET2-bestand.”;

b)

het volgende lid 5 wordt toegevoegd:

„5.   Deelnemers erkennen dat de [naam van de CB] en andere CB’s de namen en BIC’s van deelnemers mogen publiceren. Bovendien mogen de namen en BIC’s van door deelnemers geregistreerde indirecte deelnemers gepubliceerd worden en garanderen deelnemers dat indirecte deelnemers akkoord gaan met een dergelijke publicatie.”.

4)

Artikel 12, lid 1, wordt als volgt vervangen:

„1.   De [naam van de CB] opent en beheert ten minste één PM-rekening voor elke deelnemer. Op verzoek van een als afwikkelingsbank optredende deelnemer, opent de [naam van de CB] één of meer subrekeningen in TARGET2-[naam van de CB/landreferentie] voor de oormerking van liquiditeiten.”.

5)

Het volgende artikel 14, lid 3, wordt ingevoegd:

„3.   Het SSP bepaalt de tijdstempel voor het verwerken van betalingsopdrachten op basis van het tijdstip waarop het de betalingsopdracht ontvangt en aanvaardt.”.

6)

Artikel 15 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 15

Prioriteitsregels

1.   Opdrachtgevende deelnemers geven elke betalingsopdracht een van de volgende aanduidingen:

a)

normale betalingsopdracht (prioriteitsklasse 2);

b)

urgente betalingsopdracht (prioriteitsklasse 1), of

c)

zeer urgente betalingsopdracht (prioriteitsklasse 0).

Een betalingsopdracht zonder aangegeven prioriteit wordt behandeld als een normale betalingsopdracht.

2.   De classificatie „zeer urgent” mag alleen worden gebruikt door:

a)

CB’s, en

b)

deelnemers, in geval van betalingen naar en vanuit CLS International Bank en opdrachten tot overboeking van liquiditeiten betreffende aangesloten systemen die de ASI gebruiken.

Alle betalingsinstructies die een aangesloten systeem via de ASI aanlevert voor de debitering of creditering van de PM-rekeningen van de deelnemers, worden als zeer urgente betalingsopdrachten beschouwd.

3.   Opdrachten tot overboeking van liquiditeiten die via het ICM geïnitieerd worden, zijn urgente betalingsopdrachten.

4.   De betaler kan de prioriteit voor urgente en normale betalingsopdrachten via de ICM met onmiddellijke ingang wijzigen. Het is niet mogelijk de prioriteit van een zeer urgente betalingsopdracht te wijzigen.”.

7)

Artikel 17, lid 5, wordt als volgt vervangen:

„5.   Na ontvangst van het reserveringsverzoek controleert de [naam van de CB] of de liquiditeiten op de PM-rekening van de deelnemer de reservering dekken. Indien dat niet het geval is, wordt alleen de op de PM-rekening beschikbare liquiditeit gereserveerd. Het overige deel van de gevraagde liquiditeit wordt gereserveerd indien extra liquiditeit beschikbaar komt.”.

8)

Het volgende artikel 17 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 17 bis

Permanente instructies voor liquiditeitenreservering en oormerking van liquiditeiten

1.   Deelnemers kunnen het standaardbedrag aan liquiditeit dat gereserveerd wordt voor zeer urgente of urgente betalingsopdrachten, vooraf bepalen via de ICM. Een dergelijke permanente instructie of een wijziging ervan wordt met ingang van de volgende werkdag van kracht.

2.   Deelnemers kunnen het standaardbedrag aan liquiditeit dat opzij wordt gelegd voor afwikkeling van een aangesloten systeem, vooraf bepalen. Een dergelijke permanente instructie of een wijziging ervan wordt met ingang van de volgende werkdag van kracht. Deelnemers worden geacht de [naam van de CB] opdracht te hebben gegeven namens hen liquiditeit te oormerken indien het betreffende aangesloten systeem hierom verzoekt.”.

9)

Artikel 21 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 21

Afwikkeling en retournering van betalingsopdrachten in de wachtrij

1.   Betalingsopdrachten die niet onmiddellijk in de invoerverwerking kunnen worden afgewikkeld, worden in wachtrijen geplaatst volgens de door de opdrachtgevende deelnemer overeenkomstig artikel 15 bepaalde prioriteit.

2.   Om de afwikkeling van in de wachtrij staande betalingsopdrachten te optimaliseren, kan de [naam van de CB] de in appendix I beschreven optimaliseringsprocedures toepassen.

3.   Behalve voor zeer urgente betalingsopdrachten kan de betaler de wachtrijpositie van de betalingsopdrachten in een wachtrij via de ICM wijzigen (d.w.z. een nieuwe rangorde opstellen). Betalingsopdrachten kunnen te allen tijde tijdens verwerking overdag, zoals bedoeld in appendix V, met onmiddellijke ingang naar voren of naar achteren in de respectieve wachtrij worden verplaatst.

4.   Op verzoek van een betaler, kan de [naam van de CB] of, in het geval van een AL-groep, de CB van de AL-groepsbeheerder beslissen de wachtrijpositie van een zeer urgente betalingsopdracht te wijzigen (behalve voor zeer urgente betalingsopdrachten in het kader van afwikkelingsprocedures 5 en 6), mits deze wijziging de soepele afwikkeling door aangesloten systemen in TARGET 2 niet beïnvloedt of anderszins tot systeemrisico’s zou leiden.

5.   In de ICM geïnitieerde liquiditeitsoverboekingopdrachten worden in geval van onvoldoende liquiditeiten onmiddellijk als niet-afgewikkeld teruggestuurd. Andere betalingsopdrachten worden als niet-afgewikkeld geretourneerd indien zij niet kunnen worden afgewikkeld tegen de sluitingstijden voor het desbetreffende berichttype, zoals bedoeld in appendix V.”.

10)

Artikel 24, lid 7, wordt als volgt vervangen:

„7.   De in artikel 25, leden 4 en 5, uiteengezette procedure ter verkrijging van een machtiging voor het gebruik van de AL-faciliteit is mutatis mutandis van toepassing op de procedure ter verkrijging van een machtiging voor het gebruik van de CAI-faciliteit. De CAI-groepsbeheerder stuurt een voltooide overeenkomst tot gebruik van de CAI-faciliteit niet door aan de beherende NCB.”.

11)

In artikel 37 worden de leden 2 en 3 als volgt vervangen:

„2.   De [naam van de CB] bevriest het tegoed op de subrekening van de deelnemer na mededeling door het aangesloten systeem (middels een „start-of-cycle”-bericht). Waar van toepassing, verhoogt of verlaagt de [naam van de CB] vervolgens het bevroren tegoed door de subrekening te crediteren of te debiteren met systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen of door de subrekening te crediteren met liquiditeitsoverboekingen. Na mededeling door het aangesloten systeem (middels een „end-of-cycle”-bericht) wordt een dergelijke bevriezing beëindigd.

3.   Door de bevriezing van het tegoed op de subrekening van de deelnemer garandeert de [naam van de CB] het aangesloten systeem betaling ten belope van dit specifieke tegoed. Door, waar van toepassing, de verhoging of verlaging van het bevroren tegoed te bevestigen bij het crediteren of debiteren van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen naar of van de subrekening of bij het crediteren van de subrekening met liquiditeitsoverboekingen, wordt de garantie automatisch verhoogd of verlaagd ten belope van het bedrag van de betaling. Onverminderd de bovengenoemde verhoging of verlaging van de garantie, is de garantie onherroepelijk, onvoorwaardelijk en op eerste aanvraag verschuldigd. Indien de [naam van de CB] niet de CB van het aangesloten systeem is, wordt de [naam van de CB] geacht opdracht te hebben gekregen de voornoemde garantie aan de CB van het aangesloten systeem af te geven.”.

12)

Appendix I wordt als volgt gewijzigd:

a)

paragraaf 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de tabel in subparagraaf (1) wordt als volgt vervangen:

„Berichttype

Soort gebruik

Beschrijving

MT 103

Verplicht

Cliëntbetaling

MT 103+

Verplicht

Cliëntbetaling (Straight Through Processing)

MT 202

Verplicht

Bankbetaling

MT 202COV

Verplicht

Afdekkingbetalingen

MT 204

Facultatief

Automatische incasso

MT 011

Facultatief

Kennisgeving van aflevering

MT 012

Facultatief

Kennisgeving aan afzender

MT 019

Verplicht

Afbreekbericht

MT 900

Facultatief

Bevestiging van debitering

MT 910

Facultatief

Bevestiging van creditering

MT 940/950

Facultatief

Rekeningoverzicht (cliënt)”;

ii)

de volgende subparagraaf (5) wordt toegevoegd:

„(5)

MT 202COV-berichten worden gebruikt voor het verrichten van afdekkingbetalingen, d.w.z. betalingen door correspondentbanken ter afwikkeling (afdekking) van overmakingsberichten die via andere, meer directe middelen aan de bank van een cliënt worden overgemaakt. Klantgegevens in MT 202COV worden niet weergegeven in de ICM.”;

b)

paragraaf 8 wordt als volgt gewijzigd:

i)

subparagraaf (4) b) wordt als volgt vervangen:

„b)

user-to-application-faciliteit (U2A)

U2A maakt directe communicatie mogelijk tussen een deelnemer en de ICM. De informatie wordt weergegeven in een browser die op een pc-systeem loopt (SWIFT Alliance WebStation of een andere interface zoals eventueel vereist door SWIFT). Voor U2A-toegang via het SWIFT Alliance WebStation moet de IT-infrastructuur cookies en JavaScript ondersteunen. Het ICM-gebruikershandboek bevat nadere bijzonderheden.”;

ii)

subparagraaf (5) wordt als volgt vervangen:

„(5)

Elke deelnemer heeft tenminste één SWIFT Alliance WebStation, of een andere interface zoals eventueel vereist door SWIFT, voor toegang tot de ICM via U2A.”.

13)

Appendix II wordt als volgt gewijzigd:

Paragraaf 2 wordt als volgt vervangen:

„2.   Voorwaarden voor een aanbod tot vergoeding

a)

Een betaler kan een vordering indienen voor een administratie- en rentevergoeding indien ten gevolge van een technische storing in TARGET2 een betalingsopdracht op de werkdag van aanvaarding niet werd afgewikkeld.

b)

Een begunstigde kan een vordering voor een administratievergoeding indienen, indien hij ten gevolge van een technische storing in TARGET2 een betaling niet heeft ontvangen die hij op een bepaalde werkdag verwacht had te ontvangen. De begunstigde kan ook rentevergoeding vorderen, indien aan één of meer van de volgende voorwaarden is voldaan:

i)

in het geval van deelnemers die toegang hebben tot de marginale beleningsfaciliteit: vanwege een technische storing in TARGET2 heeft een begunstigde een beroep moeten doen op de marginale beleningsfaciliteit, en/of

ii)

in het geval van alle deelnemers: het technisch onmogelijk was een beroep te doen op de geldmarkt of een dergelijke herfinanciering onmogelijk was op andere, objectief redelijke gronden.”.

14)

Appendix III wordt als volgt gewijzigd:

Onder „Referentiekader voor landenadviezen (country opinions) voor niet-EER-deelnemers aan TARGET2” wordt paragraaf 3.6.a als volgt vervangen:

„3.6.a.   Cessie tot zekerheid en/of repo of verpanding van rechten of activa

Cessies tot zekerheid zullen rechtsgeldig en afdwingbaar zijn onder het recht van [rechtsgebied]. Inzonderheid, het vestigen van een pandrecht of het aangaan van een repo onder de (verwijzing naar de betrokken regeling met de CB) zal rechtsgeldig en afdwingbaar zijn onder het recht van [rechtsgebied].”.

15)

Appendix IV wordt als volgt gewijzigd:

Paragraaf 1, onder b), wordt als volgt vervangen:

„b)

Alle specifieke tijdsverwijzingen in deze appendix zijn naar de lokale tijd van de zetel van de ECB, d.w.z. Centraal Europese Tijd (CET (2)).

16)

Appendix V wordt als volgt vervangen:

„Appendix V

SCHEMA VAN WERKDAGEN EN OPENINGSUREN

1.

TARGET2 is open op alle dagen, behalve op zaterdag, zondag, nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag en Paasmaandag (conform de kalender die geldt voor de plaats waar de ECB gevestigd is), 1 mei, eerste en tweede kerstdag.

2.

De referentietijd voor het systeem is de lokale tijd van de zetel van de ECB, d.w.z. CET.

3.

De lopende werkdag vangt aan op de avond van de vorige werkdag en volgt het volgende schema:

Tijd

Beschrijving

6.45-7.00

Tijd ter voorbereiding van dagoperaties (3)

7.00-18.00

Verwerking overdag

17.00

Sluitingstijd voor cliëntbetalingen (d.w.z. betalingen waarbij de opdrachtgever en/of de begunstigde van de betaling geen directe of indirecte deelnemer is; zij kunnen door het systeem geïdentificeerd worden via een MT 103- of MT 103+-bericht)

18.00

Sluitingstijd voor interbankbetalingen (d.w.z. andere betalingen dan cliëntbetalingen)

18.00-18.45 (4)

Eindedagverwerking

18.15 (4)

Algemene sluitingstijd voor het gebruik van permanente faciliteiten

(Kort na) 18.30 (5)

Gegevens voor het bijwerken van de boekhoudsystemen staan ter beschikking van de CB’s

18.45-19.30 (5)

Start van verwerking overdag (nieuwe werkdag)

19.00 (5)-19.30 (4)

Liquiditeitsvoorziening op de PM-rekening

19.30 (5)

Bericht inzake de procedurestart en de afwikkeling van permanente opdrachten om liquiditeiten van de PM-rekening over te maken naar de subrekening(en)/kopierekening (afwikkeling m.b.t. het aangesloten systeem)

19.30 (5)-22.00

Uitvoering van extra liquiditeitsoverboekingen via het ICM vóór het aangesloten systeem een „start-of-cycle”-bericht stuurt; afwikkelingsperiode van de nachtelijke activiteiten van het aangesloten systeem (alleen voor aangesloten systeemafwikkelingprocedure 6)

22.00-1.00

Periode voor technisch onderhoud

1.00-6.45

Afwikkelingsprocedure van de nachtelijke activiteiten van het aangesloten systeem (alleen voor aangesloten systeemafwikkelingprocedure 6)

4.

De ICM is beschikbaar voor liquiditeitsoverboekingen van 19.30 (6) tot 18.00 uur de volgende dag, behalve tijdens de technische onderhoudsperiode van 22.00 tot 1.00 uur.

5.

De openingstijden kunnen worden gewijzigd indien maatregelen inzake de bedrijfscontinuïteit worden vastgesteld overeenkomstig paragraaf 5 van appendix IV.

2.

Bijlage III bij Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd:

Paragraaf 2, onder e), wordt als volgt vervangen:

„e)

andere dan de onder a) en b) vallende entiteiten die aangesloten systemen beheren en in die hoedanigheid optreden, mits de regelingen voor het verstrekken van intraday-krediet aan dergelijke entiteiten vooraf aan de Raad van bestuur zijn voorgelegd en door laatstgenoemde zijn goedgekeurd.”.

3.

Bijlage IV bij Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Paragraaf 11, onder (5), wordt als volgt vervangen:

„(5)

De afwikkelingsbanken en AS’en hebben via de ICM toegang tot informatie. De AS’en worden op de hoogte gebracht van de voltooiing of mislukking van de afwikkeling op basis van de gekozen optie — kennisgeving per geval of globale kennisgeving. Op hun verzoek worden de afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van de geslaagde afwikkeling.”.

2)

Paragraaf 14, onder (7) c), wordt als volgt vervangen:

„c)

SWIFT-opdrachten die via een MT-202-bericht verlopen, mogen alleen aangeleverd worden terwijl afwikkelingsprocedure 6 loopt en alleen gedurende verwerking overdag. Dergelijke opdrachten worden onmiddellijk afgewikkeld.”.

3)

Paragraaf 14, onder (9), wordt als volgt vervangen:

„(9)

Binnen afwikkelingsprocedure 6 worden geoormerkte liquiditeiten op de subrekeningen bevroren zolang de AS-verwerkingscyclus loopt (beginnend met een „start-of-cycle”-bericht en eindigend met een „end-of-cycle”-bericht, beide door het AS te versturen) en daarna vrijgegeven. Het geblokkeerde saldo kan gedurende de verwerkingscyclus gewijzigd worden ten gevolge van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen of indien een afwikkelingsbank liquiditeiten overmaakt van haar PM-rekening. De ASCB brengt het AS op de hoogte van de afname of toename van liquiditeiten op de subrekening ten gevolge van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen. Op verzoek van het AS stelt de ASCB het AS eveneens in kennis van een toename van de liquiditeiten op de subrekening ten gevolge van liquiditeitsoverboekingen door de afwikkelingsbank.”.

4)

Paragraaf 14, onder (12), wordt als volgt vervangen:

„(12)

Systeemoverschrijdende afwikkeling tussen twee gekoppelde AS’en kan alleen geïnitieerd worden door een AS (of in diens naam door zijn ASCB) waarvan de subrekening van de deelnemer gedebiteerd wordt. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door debitering van het in de betalingsinstructie vermelde bedrag van de subrekening van een deelnemer van het AS dat de betalingsinstructie initieert, en door creditering van de subrekening van een deelnemer van een ander AS.

Het AS dat de betalingsinstructie initieert, en het andere AS worden op de hoogte gebracht van de voltooiing van de afwikkeling. Op hun verzoek worden afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van een geslaagde afwikkeling.”.

5)

Paragraaf 14, onder (13), wordt als volgt vervangen:

„(13)

Systeemoverschrijdende afwikkeling van een AS dat het gekoppelde model gebruikt, kan geïnitieerd worden door het AS (of in diens naam door zijn ASCB) dat van het gekoppelde model gebruikmaakt. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door debitering van het in de betalingsinstructie vermelde bedrag van de subrekening van een deelnemer van het AS dat van het gekoppelde model gebruikmaakt, en door debitering van de kopierekening van het AS dat van het geïntegreerde model gebruikmaakt. De betalingsinstructie kan niet geïnitieerd worden door het AS dat van het geïntegreerde model gebruikmaakt en wiens kopierekening gecrediteerd zal worden.

Het AS dat de betalingsinstructie initieert, en het andere AS worden op de hoogte gebracht van de voltooiing van de afwikkeling. Op hun verzoek worden afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van een geslaagde afwikkeling.”.

6)

Paragraaf 14, onder (17), wordt als volgt vervangen:

„(17)

Systeemoverschrijdende afwikkeling tussen twee AS’en die van het geïntegreerde model gebruikmaken, kan alleen geïnitieerd worden door een AS (of in diens naam door zijn ASCB) waarvan de kopierekening gedebiteerd wordt. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door debitering van het in de betalingsinstructie vermelde bedrag van de kopierekening die wordt gebruikt door het AS dat de betalingsinstructie initieert, en door creditering van de kopierekening die gebruikt wordt door een ander AS. De betalingsinstructie kan niet geïnitieerd worden door het AS waarvan de kopierekening gecrediteerd zal worden.

Het AS dat de betalingsinstructie initieert, en het andere AS worden op de hoogte gebracht van de voltooiing van de afwikkeling. Op hun verzoek worden afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van een geslaagde afwikkeling.”.

7)

Paragraaf 14, onder (18), wordt als volgt vervangen:

„(18)

De systeemoverschrijdende afwikkeling van een AS dat het geïntegreerde model gebruikt, naar een AS dat het gekoppelde model gebruikt, kan geïnitieerd worden door het AS (of in diens naam door zijn ASCB) dat van het gekoppelde model gebruikmaakt. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door debitering van het in de betalingsinstructie vermelde bedrag van de kopierekening van het AS dat van het geïntegreerde model gebruikmaakt, en door creditering van de subrekening van een deelnemer van een ander AS. De betalingsinstructie kan niet worden geïnitieerd door het AS dat van het gekoppelde model gebruikmaakt en waarvan de subrekening van de deelnemer gecrediteerd zal worden.

Het AS dat de betalingsinstructie initieert, en het andere AS worden op de hoogte gebracht van de voltooiing van de afwikkeling. Op hun verzoek worden afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van een geslaagde afwikkeling.”.

8)

Paragraaf 15, onder (3), wordt als volgt vervangen:

„(3)

De afwikkelingsperiode („tot”) maakt het mogelijk een beperkte tijdspanne voor AS-afwikkeling toe te kennen opdat de afwikkeling van andere AS-gerelateerde of TARGET2-transacties doorgang kan vinden of vertraging daarin wordt voorkomen. Als een betalingsinstructie niet afgewikkeld is als het „tot”-tijdstip aangebroken is of binnen de vastgestelde afwikkelingsperiode, worden deze betalingsinstructies ofwel geretourneerd, ofwel kan bij de afwikkelingsprocedures 4 en 5 het garantiefondsmechanisme geactiveerd worden. De afwikkelingsperiode („tot”) kan gespecificeerd worden voor de afwikkelingsprocedures 1 tot en met 5.”.


(1)  Het huidige beleid van het Eurosysteem voor de locatie van infrastructuur wordt uiteengezet in de volgende verklaringen, die allemaal beschikbaar zijn op de website van de ECB op www.ecb.europa.eu: a) „Policy statement on euro payment and settlement systems located outside the euro area” van 3 november 1998; b) „The Eurosystem’s policy line with regard to consolidation in central counterparty clearing” van 27 september 2001; c) „The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling in euro-denominated payment transactions” van 19 juli 2007, en d) „The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling euro-denominated payment transactions: specification of „legally and operationally located in the euro area” ” van 20 november 2008.”;

(2)  CET omvat ook de wijziging naar Centraal Europese Zomertijd (CEST).”;

(3)  Dagoperaties betekent verwerking overdag en eindedagverwerking.

(4)  Eindigt 15 minuten later op de laatste dag van de reserveperiode van het Eurosysteem.

(5)  Begint 15 minuten later op de laatste dag van de reserveperiode van het Eurosysteem.

(6)  Begint 15 minuten later op de laatste dag van de reserveperiode van het Eurosysteem.”.


Naar boven