EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32004D0010(01)

Besluit van de Europese Centrale Bank van 23 april 2004 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de niet-deelnemende lidstaten (ECB/2004/10)

PB L 205 van 9.6.2004, blz. 19–20 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 31/12/2006; opgeheven door 32006D0026

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/507/oj

9.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 205/19


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 23 april 2004

betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de niet-deelnemende lidstaten

(ECB/2004/10)

(2004/507/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 48,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2003/19 van 18 december 2003 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de niet-deelnemende lidstaten (1) bepaalde het percentage van de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) dat de nationale centrale banken van de lidstaten die niet voornemens waren op 1 januari 2004 de euro aan te nemen, dienden te storten als bijdrage aan de operationele kosten van de ECB.

(2)

Aangezien op 1 mei 2004 de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek toetreden tot de Europese Unie en hun respectieve NCB's met ingang van 1 mei 2004 deel zullen uitmaken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), bepaalt Besluit ECB/2004/5 van 22 april 2004 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (2) met ingang van 1 mei 2004 de wegingen in de verdeelsleutel voor inschrijving op het kapitaal van de ECB (hierna „wegingen in de kapitaalverdeelsleutel”, respectievelijk „kapitaalverdeelsleutel” te noemen), die de op 1 mei 2004 van het ESCB deel uitmakende NCB's werden toegekend.

(3)

Het geplaatste kapitaal van de ECB zal met ingang van 1 mei 20045 564 669 247,19 EUR bedragen.

(4)

De uitgebreide kapitaalverdeelsleutel vereist de vaststelling van een nieuw ECB-besluit dat Besluit ECB/2003/19 met ingang van 1 mei 2004 intrekt en dat het percentage van de inschrijving op het kapitaal van de ECB bepaalt dat de NCB's van de lidstaten, die per 1 mei 2004 de euro niet zullen hebben aangenomen (hierna de „NCB's van de niet-deelnemende lidstaten” te noemen), op 1 mei 2004 dienen te storten.

(5)

Gezien artikel 3.3 van de reglement van orde van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank, konden de presidenten van Česká národní banka, Eesti Pank, the Central Bank of Cyprus, Latvijas Banka, Lietuvos bankas, Magyar Nemzeti Bank, Bank Ċentrali ta' Malta/de Central Bank of Malta, Narodowy Bank Polski, Banka Slovenije en Národná banka Slovenska ten aanzien van dit besluit opmerkingen indienen, voorafgaande aan de goedkeuring ervan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Mate en vorm van het gestorte kapitaal

Elke NCB van de niet-deelnemende lidstaten stort op 1 mei 20047 % van haar inschrijving op het kapitaal van de ECB. Rekening houdend met de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel zoals vastgelegd in artikel 2 van Besluit ECB/2004/5, stort elke NCB van de niet-deelnemende lidstaten derhalve op 1 mei 2004 het naast haar naam in de volgende tabel vermelde bedrag:

(EUR)

NCB van de niet-deelnemende lidstaten

 

Česká národní banka

5 680 859,54

Danmarks Nationalbank

6 101 159,01

Eesti Pank

694 915,90

Central Bank of Cyprus

506 384,90

Latvijas Banka

1 160 010,95

Lietuvos bankas

1 723 656,30

Magyar Nemzeti Bank

5 408 190,75

Bank Ċentrali ta' Malta/Central Bank of Malta

252 023,87

Narodowy Bank Polski

20 013 889,41

Banka Slovenije

1 302 967,30

Národná banka Slovenska

2 783 948,38

Sveriges Riksbank

9 400 451,41

Bank of England

56 022 530,23

Artikel 2

Aanpassing van het gestorte kapitaal

1.   Danmarks Nationalbank, Sveriges Riksbank en de Bank of England hebben reeds 5 % van hun aandeel in het uit hoofde van Besluit ECB/2003/19 tot en met 30 april 2004 van toepassing zijnde geplaatste kapitaal van de ECB gestort. Gezien dit feit maakt ieder van hen hetzij een additioneel bedrag over aan de ECB, dan wel krijgt zij van de ECB een bedrag terug, al naar gelang van de situatie, teneinde uit te komen op de in de tabel in artikel 1 genoemde bedragen.

2.   Elke andere NCB van de niet-deelnemende lidstaten maakt aan de ECB het naast haar naam in de tabel van artikel 1 vermelde bedrag over.

3.   Alle overschrijvingen uit hoofde van dit artikel geschieden volgens de modaliteiten en voorwaarden die zijn vastgesteld in Besluit ECB/2004/7 van 22 april 2004 betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal (3).

Artikel 3

Slotbepalingen

1.   Dit besluit treedt in werking op 23 april 2004.

2.   Bij deze wordt Besluit ECB/2003/19 met ingang van 1 mei 2004 ingetrokken.

Gedaan te Frankfurt am Main, 23 april 2004.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 9 van 15.1.2004, blz. 31.

(2)  Zie bladzijde 5 van dit Publicatieblad.

(3)  Zie bladzijde 9 van dit Publicatieblad.


Naar boven