EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32010O0001

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2010 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (ECB/2010/1)

PB L 63 van 12.3.2010, blz. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 31/12/2011; opgeheven door 32011O0014

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2010/154/oj

12.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/22


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 4 maart 2010

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem

(ECB/2010/1)

(2010/154/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid op het eerste streepje van artikel 127, lid 2,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (de „ESCB-statuten”), inzonderheid op artikel 12.1 en artikel 14.3 junctis het eerste streepje van artikel 3.1, artikel 18.2 en de eerste alinea van artikel 20,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het verwezenlijken van een gemeenschappelijk monetair beleid en de uniforme uitvoering ervan in alle deelnemende lidstaten vereist gedefiniëerde instrumenten en procedures voor het Eurosysteem, dat bestaat uit de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten die de euro hebben aangenomen (de „deelnemende lidstaten”) en de Europese Centrale Bank (ECB).

(2)

Recente marktontwikkelingen voor effecten op onderpand van activa vereisten een gewijzigd „Eurosystem Credit Assessment Framework” (ECAF) opdat al het beleenbare onderpand voldoet aan de hoge kredietstandaarden van het Eurosysteem. Met name zijn gewijzigde ratingvereisten voor effecten op onderpand van activa noodzakelijk voor gebruik in krediettransacties van het Eurosysteem opdat voldaan wordt aan het vereiste van artikel 18.1 van de ESCB-statuten dat krediettransacties met kredietinstellingen en andere marktpartijen gezien het monetaire beleid van het Eurosysteem zijn gebaseerd op toereikend onderpand. Daarenboven beogen de wijzigingen het herstel van de goede werking van de markt voor effecten op onderpand van activa te bevorderen.

(3)

Ter implementatie van het Besluit van de Raad van bestuur van de ECB van 22 oktober 2009, is wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem vereist (1),

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7

In afdeling 6.3.2 wordt na het eerste streepje het volgende streepje inzake „EKBI-kredietbeoordeling” ingevoegd:

„—

EKBI-kredietbeoordeling van effecten op onderpand van activa: Voor op of na 1 maart 2010 uitgegeven effecten op onderpand van activa, vereist het Eurosysteem ten minste twee kredietbeoordelingen van aanvaarde EKBI’s voor de uitgifte. Om de beleenbaarheid van deze effecten op onderpand van activa te bepalen, wordt de „op-één-na-beste”-regel („second-best rule”) toegepast, hetgeen inhoudt dat niet alleen de beste, maar ook de op één na beste beschikbare EKBI-kredietbeoordeling moet voldoen aan de kredietkwaliteitsdrempel voor effecten op onderpand van activa. Voor de beleenbaarheid van deze effecten vereist het Eurosysteem bij hun uitgifte op basis van deze regel voor beide kredietbeoordelingen een „AAA”-/„Aaa”-niveau, alsook een „single A”-niveau gedurende de looptijd van het effect.

Met ingang van 1 maart 2011 zijn voor alle effecten op onderpand van activa, ongeacht de uitgiftedatum, minstens twee kredietbeoordelingen van aanvaarde EKBI’s vereist voor de uitgifte en is voldaan aan de „op-één-na-beste”-regel opdat de effecten beleenbaar blijven.

Inzake vóór 1 maart 2010 uitgegeven effecten op onderpand van activa met slechts één kredietbeoordeling, is vóór 1 maart 2011 een aanvullende tweede kredietbeoordeling vereist. Aangaande vóór 1 maart 2009 uitgegeven effecten op onderpand van activa hebben beide kredietbeoordelingen het „single A”-niveau gedurende de looptijd van het effect. De eerste kredietbeoordeling van tussen 1 maart 2009 en 28 februari 2010 uitgegeven effecten op onderpand van activa heeft bij uitgifte het „AAA”/„Aaa”-niveau en het „single A”-niveau gedurende de looptijd van het effect, terwijl bij uitgifte (2) van de tweede kredietbeoordeling, alsook gedurende de looptijd van het effect het „single A”-niveau vereist is.

De ECB maakt de kredietkwaliteitsdrempel voor aanvaarde EKBI’s bekend zoals in afdeling 6.3.1. is bepaald (3).

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit richtsnoer treedt op 1 maart 2010 in werking.

Artikel 3

Geadresseerden

1.   Dit richtsnoer is gericht tot de NCB’s van de deelnemende lidstaten.

2.   De in lid 1 genoemde NCB’s stellen de ECB tegen 11 maart 2010 in kennis van de maatregelen waarmee zij voornemens zijn te voldoen aan dit richtsnoer.

Gedaan te Frankfurt am Main, 4 maart 2010.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.

(2)  Aangaandede vereiste tweede EKBI-kredietbeoordeling voor die effecten op onderpand van activa, betreft de „kredietbeoordeling bij uitgifte” de eerste door de EKBI uitgegeven of bekendgemaakte kredietbeoordeling.

(3)  Dezeinformatie is bekendgemaakt op de ECB-website (www.ecb.europa.eu).”.


Naar boven