EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie
Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 32018R0318
Regulation (EU) 2018/318 of the European Central Bank of 22 February 2018 amending Regulation (EU) No 1011/2012 concerning statistics on holdings of securities (ECB/2018/7)
Verordening (EU) 2018/318 van de Europese Centrale Bank van 22 februari 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2018/7)
Verordening (EU) 2018/318 van de Europese Centrale Bank van 22 februari 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2018/7)
PB L 62 van 5.3.2018, blz. 4–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Van kracht
5.3.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 62/4 |
VERORDENING (EU) 2018/318 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 22 februari 2018
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2018/7)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 5,
Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1), en met name artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Met de uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1011/2012 van de Europese Centrale Bank (ECB/2012/24) (2) verzamelde gegevens wordt beoogd het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) te voorzien van alomvattende, zeer gedisaggregeerde statistische gegevens betreffende de blootstelling van economische sectoren en groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen in de eurogebiedlidstaten aan de onderscheiden categorieën van effecten. Deze gegevens faciliteren de grondige analyse van het doorwerkingsmechanisme van het monetair beleid en de beoordeling van de risicoblootstellingen van het Eurosysteem in haar monetairbeleidstransacties. Tevens maken die gegevens een grondige analyse mogelijk van financiële stabiliteit, waaronder de identificatie en monitoring van risico's voor de financiële stabiliteit. |
(2) |
Binnen het kader van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (3), Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Verordening (EU) nr. 1096/2010 van de Raad (5) worden de verkregen gegevens ook gebruikt voor doeleinden van prudentieel toezicht en afwikkeling, en worden ze ter beschikking gesteld aan het Europees Comité voor systeemrisico's. |
(3) |
Het concept van groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen werd bij Verordening (EU) 2016/1384 van de Europeese Centrale Bank (ECB/2016/22) (6) in Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) ingevoerd en omschreven. De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) zal groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen identificeren ten behoeve van de gegevensverzameling uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), rekening houdend met meerdere criteria, waaronder de relevantie van de groepsgegevens rapporterende informatieplichtige voor de stabiliteit en de werking van het financieel stelsel in het eurogebied en/of afzonderlijke lidstaten. Ten behoeve van meer rechtsduidelijkheid moet benadrukt worden dat alle onder toezicht staande entiteiten, die onder direct toezicht van de ECB staan overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013, van belang geacht moeten worden voor de stabiliteit en de werking van het financiële stelsel, en derhalve kunnen zij ook worden geïdentificeerd als groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen. |
(4) |
Behoudens het besluit van de desbetreffende nationale centrale bank (NCB) kunnen groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen na de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/1384 krachtens artikel 3 bis van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) (hierna „groepsgegevens” genoemd) direct aan de ECB gegevens rapporteren. Daardoor kan de beschikbare informatietechnologie-infrastructuur van de ESCB Securities Holdings Statistics Database efficiënter worden gebruikt en kan vermeden worden dat bij elke NCB een afzonderlijk gegevensverwerkend systeem geïnstalleerd moet worden. |
(5) |
Indien een NCB besluit geen groepsgegevens te verzamelen, moet zij de ECB daarvan in kennis stellen, in welk geval de ECB de verzameling van gegevens direct bij de groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen overneemt. De ECB en de desbetreffende NCB moeten onderling de nodige regelingen treffen. |
(6) |
Derhalve moet Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DEZE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) wordt als volgt gewijzigd:
1) |
in artikel 2, lid 4, wordt punt b) als volgt vervangen:
|
2) |
Artikel 3 bis wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 4 bis wordt als volgt vervangen: „Artikel 4 bis Vrijstellingen voor groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen 1. De desbetreffende NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB, na overleg met de desbetreffende NCB, kan als volgt aan groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen vrijstellingen verlenen van de in artikel 3 bis vastgelegde rapportageverplichtingen:
2. De betrokken NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB, na overleg met de desbetreffende NCB, kan vrijstellingen verlenen aan groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen van de vastgelegde rapportageverplichtingen aangaande de markering „emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (prudentieel bereik)”, zulks effectgewijs zoals bedoeld in artikel 3 bis, lid 3, mits de betrokken NCB, of de ECB, al naargelang, deze gegevens kan afleiden uit bij andere bronnen verzamelde gegevens. 3. Gedurende een periode van twee jaar met ingang van de eerste rapportage overeenkomstig artikel 10 ter, lid 2, kan de betrokken NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB, na overleg met de betreffende NCB, aan groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen vrijstellingen verlenen van de rapportageverplichtingen aangaande de entiteitsgewijze rapportage zoals bedoeld in bijlage I, hoofdstuk 2, voor entiteiten die buiten de Unie ingezeten zijn, mits de betreffende NCB, of de ECB, al naargelang, voor de buiten de Unie ingezeten entiteiten de gegevens van bijlage I, hoofdstuk 2, als geheel kunnen afleiden.”. |
4) |
Artikel 4 ter wordt als volgt vervangen: „Artikel 4 ter Algemene vrijstellingen en op alle vrijstellingen toepasselijke kader 1. De betrokken NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB, na overleg met de betreffende NCB, kan vrijstellingen verlenen van de rapportageverplichtingen uit hoofde van deze verordening, indien de werkelijke informatieplichtigen dezelfde gegevens rapporteren uit hoofde van: a) Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/33) (*1); b) Verordening (EU) nr. 1073/2013 (ECB/2013/38); c) Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40), of d) Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50), of indien de desbetreffende NCB, of de ECB, al naargelang, dezelfde gegevens op een andere manier kunnen afleiden, zulks overeenkomstig de in bijlage III vastgestelde statistische minimumnormen. 2. De desbetreffende NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB, na overleg met de betreffende NCB, verzekert dat de in dit artikel en artikelen 4 en 4 bis vastgestelde voorwaarden worden nageleefd teneinde met ingang van het begin van elk kalenderjaar vrijstellingen te verlenen, verlengen of in te trekken, indien toepasselijk en indien vereist. 3. De desbetreffende NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB, na overleg met de betrokken NCB, kan werkelijke informatieplichtigen met een vrijstelling uit hoofde van dit artikel, artikel 4 of artikel 4 bis aanvullende rapportageverplichtingen opleggen, indien de desbetreffende NCB, of de ECB, al naargelang, nadere details noodzakelijk acht. Werkelijke informatieplichtigen rapporteren de verlangde gegevens binnen 15 werkdagen na het door de desbetreffende NCB, of de ECB, al naargelang, gedane verzoek. 4. Indien de desbetreffende NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB vrijstelling heeft verleend, mogen werkelijke informatieplichtigen desalniettemin voldoen aan alle rapportagevereisten. Een werkelijk informatieplichtige die geen gebruik maakt van door de desbetreffende NCB, of de ECB, al naargelang, verleende vrijstellingen, vraagt vooraf instemming van de desbetreffende NCB, of de ECB, al naargelang, vooraleer de werkelijk informatieplichtige later van die vrijstelling gebruik gaat maken. (*1) Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1).”." |
5) |
Artikel 6 bis wordt als volgt vervangen: „Artikel 6 bis Tijdigheid van groepsgegevens 1. NCB's verstrekken de ECB effectgewijze kwartaalgroepsgegevens overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, en hoofdstuk 2 van bijlage I uiterlijk om 18.00 uur MET op de 55e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben. 2. Indien de NCB uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, besluit dat informatieplichtigen de statistische gegevens direct aan de ECB moeten rapporteren, dienen de informatieplichtigen die gegevens in bij de ECB uiterlijk om 18.00 uur MET op de 45e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben.”. |
6) |
Artikel 7 bis wordt als volgt vervangen: „Artikel 7 bis Fusies, splitsingen en reorganisaties In geval van een fusie, splitsing of reorganisatie die de naleving van statistische verplichtingen kan beïnvloeden, stellen de betreffende informatieplichtigen, zodra het voornemen tot het uitvoeren van een dergelijke transactie openbaar geworden is en tijdig voor de effectuering ervan, de desbetreffende NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB direct of via de desbetreffende NBA in overeenstemming met de samenwerkingsregelingen in kennis van de voorgenomen procedures ter nakoming van de in deze verordening neergelegde statistische rapportageverplichtingen.”. |
7) |
Het volgende artikel 10 quater wordt ingevoegd: „Artikel 10 quater Eerste rapportage na inwerkingtreding van Verordening (EU) 2018/318 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/7) De eerste rapportage van groepsgegevens uit hoofde van artikel 3 bis volgende op de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2018/318 van de Europese Centrae Bank (ECB/2018/7) (*2) begint met gegevens voor de referentieperiode september 2018. (*2) Verordening (EU) 2018/318 van de Europese Centrale Bank van 22 februari 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2018/7) (PB L 62 van 5.3.2018, blz. 4).”." |
8) |
Bijlagen I, II en III worden overeenkomstig de bijlage bij deze verordening gewijzigd. |
Artikel 2
Slotbepaling
Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Frankfurt am Main, 22 februari 2018.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.
(2) Verordening (EU) nr. 1011/2012 van de Europese Centrale Bank van 17 oktober 2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2012/24) (PB L 305 van 1.11.2012, blz. 6).
(3) Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).
(4) Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1)
(5) Verordening (EU) nr. 1096/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico's (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 162).
(6) Verordening (EU) 2016/1384 van de Europese Centrale Bank van 2 augustus 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2016/22) (PB L 222 van 17.8.2016, blz. 24).
BIJLAGE
Bijlagen I, II en III bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I, hoofdstuk 2, wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|