EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32016R0867

Verordening (EU) 2016/867 van de Europese Centrale Bank van 18 mei 2016 betreffende de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens en kredietrisicogegevens (ECB/2016/13)

PB L 144 van 1.6.2016, blz. 44–98 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/867/oj

1.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/44


VERORDENING (EU) 2016/867 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 18 mei 2016

betreffende de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens en kredietrisicogegevens (ECB/2016/13)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name op artikel 127, leden 2 en 5,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 5.1 en artikel 34.1,

Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1), met name artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 4,

Gezien het Advies van de Europese Commissie (2),

Overwegende:

(1)

Gedetailleerde kredietgegevens en kredietrisicogegevens (hierna: „kredietgegevens”) omvatten gedetailleerde en specifieke informatie inzake instrumenten die een kredietrisico vormen voor deposito-instellingen, financiële instellingen met uitzondering van deposito-instellingen of vehikels voor activabeheer, die alle op significante schaal krediet verstrekken. Die gedetailleerde informatie is noodzakelijk voor uitvoering van de taken van het Eurosysteem, het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) en het Europees Comité voor systeemrisico's, waaronder monetairbeleidsanalyse en monetairbeleidstransacties, risicobeheer, toezicht op financiële stabiliteit, macroprudentieel beleid en onderzoek. Binnen het kader van het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (hierna: „GTM”) zijn deze gegevens ook relevant voor doeleinden van bankentoezicht.

(2)

Artikel 5.1. van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna: de „ESCB-statuten”) vereisen dat de Europese Centrale Bank (hierna: „ECB”), bijgestaan door de nationale centrale banken (hierna: „NCB's”), hetzij bij de bevoegde nationale autoriteiten, hetzij rechtstreeks bij de economische subjecten de voor de vervulling van de ESCB-taken benodigde statistische gegevens verzamelt. De ECB is ingevolge artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2533/98 gehouden om uit de referentiegroep van informatieplichtigen de feitelijke populatie van informatieplichtigen te bepalen en is gerechtigd om bepaalde categorieën informatieplichtigen geheel of gedeeltelijk vrij te stellen van hun rapportageverplichtingen.

(3)

Kredietgegevens verbeteren bestaande en te ontwikkelen ESCB-statistieken aanzienlijk, aangezien die gegevens in tegenstelling tot thans benutte gegevensbronnen belangrijke opsplitsingen en details verschaffen, zoals informatie inzake de structuur en risicopatronen van door de financiële sector verstrekt krediet. Kredietgegevens zullen bijvoorbeeld de kwaliteit van de volgende statistieken aanzienlijk verhogen: a) aan de omvang van ondernemingen gerelateerde leningen, een belangrijk kenmerk tot vaststelling en monitoring van de kredietverlening aan kleine en middelgrote ondernemingen; b) naar tegenpartijsector uitgesplitste kredietlijnen; c) naar economische activiteit uitgesplitste aan niet-financiële vennootschappen verstrekte leningen; d) leningen op onderpand van onroerend goed, en e) grensoverschrijdende leningen en daarmee verband houdend inkomen als onderdeel van de betalingsbalansstatistieken van de eurogebiedlidstaten.

(4)

De beschikbaarheid van kredietgegevens maakt de thans inzake effectenemissiesstatistieken en effectenaanhoudingsstatistieken verzamelde micro-informatie bruikbaarder en verbetert de monitoring en versterkt de financiële integratie en stabiliteit in de Unie. Kredietgegevens betreffende buiten het eurogebied ingezeten bijkantoren waarvan het hoofdkantoor ingezeten is in een rapporterende lidstaat, zijn tenslotte relevant voor de uitvoering van ESCB-taken, met name voor monetairbeleidsanalyse en financiëlestabiliteitstaken. Bovendien kunnen de gegevens relevant zijn voor taken van macroprudentieel toezicht, zoals financiëlestabiliteitsanalyses, risicobeoordelingen en stresstesting. Luidens artikel 8, lid 1, onder d), en artikel 8, lid 4 bis, van Verordening (EG) nr. 2533/98 mogen uit hoofde van artikel 5 van de ESCB-statuten verzamelde statistische gegevens voor doeleinden van prudentieel toezicht gebruikt worden.

(5)

Een uitgebreide reeks van geharmoniseerde analytische kredietgegevens moet gaandeweg de rapportagelast verminderen door een verhoogde stabiliteit van de rapportagevereisten. Dat is relevant omdat de verwerking van wijzigingen in de sterk geautomatiseerde gegevensverwerkingssystemen van de informatieplichtigen zeer duur kan zijn. De geharmoniseerde reeks kredietgegevens zal daarnaast meer details bevatten, waardoor minder tot de informatieplichtigen gerichte aanvullende verzoeken noodzakelijk zijn.

(6)

Besluit ECB/2014/6 (3) stelt de procedure vast voor de ontwikkeling van een langetermijnkader voor de verzameling van op geharmoniseerde ECB-rapportagevereisten gebaseerde gedetailleerde kredietgegevens. Het besluit beoogt de invoering te verzekeren van: a) nationale gedetailleerde kredietgegevensreeksen die alle Eurosysteem-NCB's overeenkomstig gemeenschappelijke minimumnormen hanteren, en b) een gemeenschappelijke analytische database voor kredietgegevens (hierna: „AnaCredit”) die Eurosysteemleden delen en die invoergegevens bevat van alle eurogebiedlidstaten.

(7)

Aanbeveling ECB/2014/7 (4) moedigt de NCB's van de eurogebiedlidstaten die hun aansluiting bij het langetermijnkader voorbereiden, aan de bepalingen van Besluit ECB/2014/6 toe te passen. AnaCredit moet op vrijwillige basis beschikbaar zijn voor niet-eurogebiedlidstaten, met name de GTM-deelnemers onder hen, om de geografische en gegevenswerkingssfeer te verbreden, en voor meer harmonisatie in de Unie.

(8)

Enerzijds beogen de voorbereidende maatregelen uit hoofde van Besluit ECB/2014/6 „een kerngroep van geharmoniseerde gedetailleerde kredietgegevensreeksen vast te stellen die de NCB's op lange termijn aan de ECB moeten verstrekken”; anderzijds bleken uit de kosten-batenanalyse-uitkomst zeer sterke gebruikersbehoeften aan niet alleen een „kerngroep van gegevensreeksen”, maar ook aan een uitgebreide lijst data-attributen en -normen die de instrumenten kenmerken die voor de populatie van informatieplichtigen het kredietrisico genereren. Daarnaast moet de daaruit voortvloeiende harmonisatie de gegevensvergelijkbaarheid tussen landen en instellingen verhogen, waardoor een hogere gegevenskwaliteit voor analyse verzekerd wordt.

(9)

In combinatie met andere statistische kaders die gedetailleerde informatie verzamelen, beoogt AnaCredit de kredietrisico's voor informatieplichtigen analytisch in kaart te brengen, ongeacht het financiële instrument, het risicotype of boekhoudkundige indeling. Dienaangaande beogen de voorschriften van deze verordening te verzekeren dat informatieplichtigen een gemeenschappelijke reeks geharmoniseerde informatie aan de NCB's rapporteren.

(10)

AnaCredit moet in fasen opgebouwd worden, aangezien de significante heterogeniteit van de huidige kredietgegevens tussen deelnemende landen slechts geleidelijk aan geharmoniseerd kan worden. Deze stapsgewijze benadering houdt tevens rekening met de tijd die informatieplichtigen nodig hebben om te voldoen aan de verschillende gegevensvereisten. Globaal gezien moeten de reikwijdte en de inhoud van de tijdens de verschillende fasen te verzamelen gegevens zo vroeg mogelijk vastgesteld worden, zodat alle informatieplichtigen zich kunnen voorbereiden op het gebruik van een geharmoniseerde reeks concepten en definities. Derhalve neemt de Raad van bestuur haar besluit voor iedere opeenvolgende fase minstens twee jaar vóór de implementatie daarvan. Om de kosten en de werkdruk voor informatieplichtigen te minimaliseren, zal de informatieverstrekking inzake verstrekte leningen voor huisvesting op basis van steekproeftechnieken in een volgende fase nagegaan worden.

(11)

Terwijl het harmoniseren van rapportageverplichtingen en implementatiepraktijken een van de belangrijkste langetermijndoelstellingen van AnaCredit is, vereist de heterogeniteit van de huidige gegevensverzamelingspraktijken dat de bevoegdheid van de NCB's op bepaalde terreinen wordt gehandhaafd, bijvoorbeeld met betrekking tot besluitvorming van de NCB's met betrekking tot vrijstellingen voor kleine ingezeten informatieplichtigen. Dergelijke bevoegdheidsterreinen van NCB's moeten opnieuw beoordeeld worden teneinde vast te stellen of verdere harmonisatie tussen deelnemende landen bereikt kan worden.

(12)

Aangaande de werkingssfeer moet de eerste rapportagefase uit hoofde van Anacredit door kredietinstellingen aan juridische entiteiten verstrekte kredieten omvatten. Deposito-instellingen met uitzondering van kredietinstellingen, vehikels voor activabeheer, die alle krediet verstrekken, alsook buitenlandse bijkantoren van deze entiteiten mogen in de daaropvolgende fase worden opgenomen in de feitelijke populatie van informatieplichtigen. Aangaande instrumenten kan het bereik van gedetailleerde rapportage worden uitgebreid met derivaten, transitorische posten, buitenbalansposten (zoals financiële garanties) en krediet verleend aan andere personen dan rechtspersonen, waaronder eenmanszaken. In de eerste fase dienen geen persoonsgegevens zoals gedefinieerd in toepasselijke gegevensbeschermingsregels ingezameld te worden, waaronder voor kredieten met meerdere debiteuren waarbij natuurlijke personen zijn betrokken als debiteuren, of indien natuurlijke personen zijn geaffilieerd met aan Anacredit gerapporteerde instrumenten. Indien de reikwijdte van de rapportage zodanig wordt uitgebreid dat dergelijke persoonsgegevens in opvolgende fasen worden gerapporteerd, dient de bescherming van de rechten van natuurlijke personen met betrekking tot de verzameling en verwerking van hun persoonsgegevens verzekerd te worden. Bovendien kunnen opeenvolgende fasen rapportagevereisten op geconsolideerde basis incorporeren. Uitbreidingen van de rapportagepopulatie dienen rekening houden met het recht van de NCB's om kleine informatieplichtigen ontheffingen te verlenen en moeten minstens twee jaar vóór de invoering ervan vastgesteld worden opdat informatieplichtigen en NCB's voldoende tijd voor implementatie hebben.

(13)

In de voorbereiding op nieuwe fasen moet een uitbreiding van de populatie van informatieplichtigen, alsook de invoering van aanvullende rapportagevereisten geschieden op basis van een door het ESCB-Comité statistieken (hierna: het „STC”) opgestelde analyse, rekening houdend met de gebruikersbehoeften, de geraamde kosten voor de informatieplichtigen en NCB's, marktontwikkelingen en de in de eerste fase gewonnen ervaring.

(14)

De rapportageverplichtingen betreffende kredietgegevens moeten mede op basis van het proportionaliteitsbeginsel vastgesteld worden om een onevenredige rapportagelast voor met name kleine informatieplichtigen met een beperkt totaalkredietrisico te vermijden. Om dezelfde reden moeten NCB's het recht hebben om kleine informatieplichtigen ontheffingen te verlenen.

(15)

Om efficiënte rapportage en adequate interoperabiliteit met bestaande of nieuwe rapportagekaders te verzekeren, moet aan NCB's toegestaan worden om voor doeleinden van hun nationale wetgeving de aan de ECB te verstrekken informatie te verzamelen als deel van een breder nationaal rapportagekader en de rapportage van kredietgegevens uit te breiden op een wijze die de werkingssfeer van deze verordening te boven gaat, zulks overeenkomstig het relevante nationale recht.

(16)

Om bij te dragen aan AnaCredit moeten NCB's gebruik kunnen maken van hun eigen databases, van informatieplichtigen en enige andere bronnen ontvangen informatie, waaronder relevante referentiegegevensbronnen. NCB's moet het vrijstaan voor het toezicht op informatieplichtigen met nationale instituten voor de statistiek (hierna: „NSI's”), of nationale bevoegde autoriteiten (hierna: „NBA's”), of enige andere nationale autoriteit samenwerkingsregelingen aan te gaan, mits de verstrekte gegevens voldoen aan de in deze verordening vastgelegde kwaliteitsnormen. Gezien de thans vigerende uiteenlopende nationale regelingen en teneinde de rapportagelast uit hoofde van deze verordening te minimaliseren, wordt efficiënte en doelmatige samenwerking met NSI's, NBA's en andere nationale autoriteiten aangemoedigd.

(17)

De structuur van het kader voor de verzameling van kredietgegevens moet de interoperabiliteit met de centrale kredietregisters en andere door overheidsinstellingen ingevoerde relevante kredietgegevensreeksen, waaronder databases betreffende effectenstatistieken alsook het „ESCB Register of Institutions and Affiliates Dataset”, verzekeren.

(18)

Het moet NCB's vrij staan de multi-purpose gedeelde analytische gedetailleerde kredietgegevensreeks te benutten om feedbackloops in te voeren met informatieplichtigen of om bestaande feedbackloops en andere informatiediensten van centrale kredietregisters naar informatieplichtigen te verbreden. Deze feedbackloops zullen de ESCB-bijdrage aan de stabiliteit van het financiële stelsel vergroten overeenkomstig het wettelijke ESCB-mandaat overeenkomstig artikel 127, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Deze feedbackloops verschaffen informatieplichtigen een bredere basis voor hun kredietwaardigheidsbeoordelingen, met name aangaande grensoverschrijdende debiteuren, en maken de harmonisatie mogelijk van definities en data-attributen via hun leningspraktijken. Deze zullen het kredietrisicobeheer van kredietinstellingen en andere kredietverstrekkers verbeteren. In het bijzonder zullen deze ertoe bijdragen dat kredietinstellingen niet onterecht vertrouwen op externe ratings voor de beoordeling van kredietwaardigheid. Een feedbackloop moet beste praktijken respecteren, alsook aangaande minimumkwaliteitsnormen voor gegevens verzekeren. De vastlegging van de subreeks van analytische kredietgegevens die NCB's met elkaar kunnen delen ten behoeve van de feedbackloops, moet het specifieke vertrouwelijkheidsniveau van de betrokken data-attributen en de corresponderende vereisten voor vertrouwelijksheidsbescherming in aanmerking nemen, alsook de voor de implementatie benodigde tijd. Nadere details met betrekking tot de reikwijdte en implementatie van de feedbackloops kunnen in een afzonderlijke rechtshandeling worden vastgelegd en NCB's mogen memoranda van overeenstemming overeenkomen op basis van de toepasselijke juridische kaders met betrekking tot hun respectieve samenwerking in de feedbackloops. Enerzijds delen NCB's met een centraal kredietregister bilateraal (5) reeds gedetailleerde grensoverschrijdende kredietgegevens en kredietrisicogegevens, anderzijds hebben andere NCB's om juridische redenen tijd nodig voor de implementatie van de grensoverschrijdende informatiedeling om die gegevens door te geven aan de aan hen rapporterende financiële instellingen. De structuur en de implementatie van feedbackloops moeten rekening houden met nationale wettelijke bepalingen inzake de verwerking van vertrouwelijke statistische gegevens.

(19)

Voor de toepassing van deze verordening moeten de beschermings- en gebruiksnormen voor vertrouwelijke statistische gegevens, zoals vastgelegd in artikel 8 tot en met 8 quater van Verordening (EG) nr. 2533/98, van toepassing zijn.

(20)

Artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad bepaalt dat de ECB bevoegd is sancties op te leggen aan informatieplichtigen die niet voldoen aan de in ECB-verordeningen of -besluiten vastgelegde of opgelegde statistische rapportagevereisten. Deze sanctiebevoegdheid staat los van het recht van de NCB's tot oplegging van sancties aan informatieplichtigen die niet voldoen aan statistische vereisten of andere rapportagevereisten die op basis van het toepasselijke nationale juridische kader op hen van toepassing zijn.

(21)

Het is noodzakelijk een procedure op te zetten om doelmatig technische wijzigingen in de bijlagen bij deze verordening door te voeren, mits dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast van de informatieplichtigen in de lidstaten. Deze procedure moet rekening houden met het standpunt van het Comité statistieken van het ESCB.

(22)

Artikel 5 van de ESCB-statuten, in samenhang met artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, stipuleert een verplichting om op nationaal niveau alle maatregelen te nemen en te implementeren die de niet-eurogebiedlidstaten dienstig achten: a) voor het verzamelen van statistische gegevens die nodig zijn om te voldoen aan de rapportageverplichtingen van de ECB, en b) voor tijdige voorbereidingen op het gebied van statistieken zodat dergelijke lidstaten eurogebiedlidstaten kunnen worden.

(23)

De toepassing van deze verordening laat de verzameling van kredietgegevens uit hoofde van het juridische GTM-kader onverlet,

HEEFT DEZE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In deze verordening wordt bedoeld met:

1)   „rapporterende lidstaat”: een eurogebiedlidstaat; niet-eurogebiedlidstaten kunnen besluiten een rapporterende lidstaat te worden door de bepalingen van deze verordening in hun nationale wetgeving op te nemen dan wel overeenkomstig hun nationale wetgeving anderszins relevante rapportagevereisten op te leggen; dat kan met name lidstaten betreffen die die deelnemen aan het GTM door middel van nauwe samenwerking overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (6);

2)   „ingezetene”: heeft dezelfde betekenis als in artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2533/98;

3)   „institutionele eenheid”: heeft dezelfde betekenis als bedoeld in punten 2.12 en 2.13 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7);

4)   „buitenlands bijkantoor”: een institutionele eenheid die een juridisch afhankelijk onderdeel is van een in een ander land dan het land van vestiging van het buitenlandse bijkantoor ingezeten juridische entiteit waarbij de rechtspersoonlijkheid van de juridische entiteit strookt met het concept van één enkel bijkantoor, zoals bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2533/98;

5)   „juridische entiteit”: een entiteit die krachtens het daarop toepasselijke nationale recht rechten en verplichtingen kan verwerven;

6)   „identificatiecode voor juridische entiteiten” (legal entity identifier) (hierna: „LEI”)): een aan een juridische entiteit toegewezen alfanumerieke referentiecode overeenkomstig de ISO-17442-norm (8);

7)   „nationale identificatiecode”: een gebruikelijke identificatiecode voor de ondubbelzinnige identificatie van een tegenpartij binnen haar land van ingezetenschap;

8)   „informatieplichtige”: hetzij een juridische entiteit, hetzij een buitenlands bijkantoor dat ingezeten is in een rapporterende lidstaat en waarop de ECB-rapportagevereisten krachtens deze verordening van toepassing zijn;

9)   „gecontroleerde tegenpartij”: een institutionele eenheid waarvan de activiteit als crediteur of beheerder de door de informatieplichtige wordt gerapporteerd. De gecontroleerde tegenpartij is hetzij:

a)

de institutionele eenheid die ingezetene in hetzelfde land is als de informatieplichtige waar het onderdeel van uitmaakt, of

b)

een buitenlands bijkantoor van een informatieplichtige dat ingezeten is in een rapporterende lidstaat, of

c)

een buitenlands bijkantoor van een informatieplichtige dat niet ingezeten is in een rapporterende lidstaat;

10)   „tegenpartij”: een institutionele eenheid die partij is bij een instrument of geaffilieerd is met een partij bij een instrument;

11)   „crediteur”: de tegenpartij die het kredietrisico draagt van een instrument, met uitzondering van een protectiegever;

12)   „debiteur”: de tegenpartij die onvoorwaardelijk verplicht is aflossingen te doen die voortvloeien uit het instrument;

13)   „protectiegever”: de tegenpartij die bescherming biedt tegen een contractueel overeengekomen negatieve kredietgebeurtenis en die het kredietrisico draagt van de negatieve kredietgebeurtenis;

14)   „beheerder”: de tegenpartij die verantwoordelijk is voor het administratieve en financiële beheer van een instrument;

15)   „nationale centrale bank(en)” of NCB('s): de nationale centrale banken van lidstaten van de Europese Unie;

16)   „desbetreffende NCB”: de NCB van de rapporterende lidstaat waarin de informatieplichtige ingezeten is;

17)   „centraal kredietregister” (hierna: „CKR”): een kredietregister dat een NCB beheert en dat rapporten ontvangt van en bijstand verleent aan kredietverstrekkers in de financiële sector middels krediet- en kredietrisico-informatieverstrekking;

18)   „kredietinstelling”: heeft dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, onder 1), van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (9);

19)   „instelling”: heeft dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, punt 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013;

20)   „activum”: heeft dezelfde betekenis als bedoeld in punt 7.15 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013;

21)   „kredietrisico”: het risico dat een tegenpartij niet in staat is contractueel verplichte betalingen te doen;

22)   „contract”: een juridisch bindende overeenkomst tussen twee of meer partijen op basis waarvan een of meer instrumenten worden gecreëerd;

23)   „instrument”: een post die is gespecificeerd in de data-attributen „type instrument”, zoals vastgelegd in bijlage IV;

24)   „protectie”: een verzekering of dekking tegen een negatieve kredietgebeurtenis middels enige in de data-attribuut „type protectie”, zoals bepaald in bijlage IV;

25)   „toegezegd leningenbedrag”: de som van de data-attributen „uitstaand nominaal bedrag” en „bedrag buiten de balans” opgenomen in bijlage IV;

26)   „individueel”: verwijst naar één institutionele eenheid, waaronder institutionele eenheden die deel uitmaken van een juridische entiteit.

Artikel 2

Implementatiefases en eerste rapportage

1.   De multipurpose gedeelde analytische kredietgegevensreeks uit hoofde van deze verordening wordt fasegewijs ingevoerd. De eerste fase begint op 1 september 2018. De eerste maandelijkse en driemaandelijkse transmissie in deze fase en krachtens deze verordening beginnen met gegevens voor 30 september 2018.

2.   Om de juiste identificatie van tegenpartijen te verzekeren, sturen NCB's de ECB zes maanden voor de eerste verzending zoals vermeld in lid 1 een eerste reeks van tegenpartijreferentiegegevens, zulks overeenkomstig template 1 van bijlage I.

3.   Met het oog op de noodzakelijke organisatorische en technische voorbereidingen voor de transmissie van de in lid 2 bedoelde tegenpartijreferentiegegevens, kunnen NCB's van informatieplichtigen volledige of partiële tegenpartijreferentiegegevens verlangen, alsook kredietgegevens vanaf zondag 31 december 2017.

Artikel 3

Feitelijke populatie van informatieplichtigen

1.   De feitelijke populatie van informatieplichtigen bestaat uit ingezeten kredietinstellingen en ingezeten buitenlandse bijkantoren van kredietinstellingen, ongeacht of zij al dan niet krachtens Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (10) onder toezicht staande instellingen zijn.

2.   Informatieplichtigen rapporteren kredietgegevens op individuele basis overeenkomstig artikelen 4 en 6.

3.   Informatieplichtigen rapporteren aan de betreffende NCB.

Artikel 4

Statistische rapportagevereisten

1.   Informatieplichtigen rapporteren kredietgegevens met betrekking tot de gecontroleerde tegenpartij overeenkomstig artikel 6 voor de instrumenten die voldoen aan de in artikel 5 bedoelde voorwaarden:

a)

indien het instrument op enige rapportagereferentiedatum binnen de referentieperiode:

i)

een kredietrisico vormt voor de gecontroleerde tegenpartij, of

ii)

een activum van de gecontroleerde tegenpartij is, of

iii)

wordt verantwoord krachtens de betrokken standaard voor financiële verslaggeving die de juridische entiteit van de gecontroleerde tegenpartij gebruikt en in het verleden een kredietrisico vormde voor de gecontroleerde tegenpartij, of

iv)

wordt beheerd door de in een rapporterende lidstaat ingezeten gecontroleerde tegenpartij, en

i.

was toegekend aan andere institutionele eenheden van dezelfde juridische entiteit waar de gecontroleerde tegenpartij deel van uitmaakt, of

ii.

wordt aangehouden door een juridische entiteit die geen kredietinstelling is die in een rapporterende lidstaat ingezeten is anders dan de gecontroleerde tegenpartij, en

b)

waar ten minste één debiteur een juridische entiteit of onderdeel van een juridische entiteit is zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 5.

2.   Met betrekking tot enige specifieke rapportagereferentiedatum geldt dat de referentieperiode de periode is die aanvangt op de laatste rapportagereferentiedatum van het kwartaal voorafgaat aan de rapportagereferentiedatum en eindigt op die specifieke rapportagereferentiedatum.

Artikel 5

Rapportagedrempel

1.   Kredietgegevens worden voor de in artikel 4 vermelde instrumenten gerapporteerd indien het toegezegde leningenbedrag van de debiteur gelijk is aan of hoger is dan 25 000 EUR op enige rapportagereferentiedatum binnen de referentieperiode.

2.   Het in lid 1 vermelde toegezegde leningenbedrag van de debiteur wordt berekend als de som van het toegezegde leningenbedrag voor alle instrumenten van de debiteur met betrekking tot de gecontroleerde tegenpartij op basis van de reikwijdte van artikel 4 en de daarin gedefinieerde instrumenten.

Artikel 6

Statistische rapportagevereisten op individuele basis

1.   Informatieplichtigen rapporteren kredietgegevens op individuele basis overeenkomstig de templates in bijlage I.

2.   Informatieplichtigen die rechtspersonen zijn, rapporteren ten aanzien van alle gecontroleerde tegenpartijen die deel uitmaken van de rechtspersoon. Informatieplichtigen die buitenlandse bijkantoren zijn, rapporteren met betrekking tot hun eigen activiteit.

3.   Behoudens coördinatie tussen de betrokken NCB's, indien zowel een juridische entiteit als haar buitenlands bijkantoor ingezeten zijn in rapporterende lidstaten, en teneinde dubbele rapportage te vermijden:

a)

mag de desbetreffende NCB van de juridische entiteit besluiten de data-attributen van template 1 van bijlage I niet, of slechts deels, te verzamelen bij de juridische entiteit, indien die instrumenten worden aangehouden of beheerd door het buitenlandse bijkantoor;

b)

mag de desbetreffende NCB van het buitenlandse bijkantoor besluiten de data-attributen van template 2 van bijlage I niet, of slechts deels, te verzamelen bij het buitenlandse bijkantoor.

4.   De desbetreffende NCB mag besluiten geen informatie te verzamelen met betrekking tot buitenlandse bijkantoren die niet ingezeten zijn in een rapporterende lidstaat en onderdeel uitmaken van een juridische entiteit die de informatieplichtige is.

Artikel 7

Specifieke statistische rapportagevereisten

De statistische rapportagevereisten zoals vastgelegd in artikel 6, zullen gereduceerd worden met betrekking tot de kredietgegevens om te voldoen aan de specifieke criteria zoals uiteengezet in bijlage II.

Artikel 8

Algemene vereisten voor aangescherpte rapportage

1.   Informatieplichtigen en hun buitenlandse bijkantoren die niet ingezeten zijn in een rapporterende lidstaat, zetten de vereiste organisatorische structuur en passende interne controlemechanismen op om te verzekeren dat de uit hoofde van deze verordening overeenkomstig artikel 6 op individuele basis te rapporteren gegevens op juiste wijze verwerkt en doorgestuurd worden.

2.   Buitenlandse bijkantoren die niet in een rapporterende lidstaat ingezeten zijn, zijn geen informatieplichtigen uit hoofde van deze verordening. Informatieplichtigen verzekeren dat die buitenlandse bijkantoren regelingen, processen en mechanismen toepassen om de juiste implementatie van de rapportagevereisten op individuele basis te verzekeren.

3.   De statistische rapportagevereisten uit hoofde van deze verordening laten enige bestaande en toekomstige rapportagevereisten met betrekking tot kredietgegevens overeenkomstig nationale wetgeving of andere rapportagekaders onverlet.

4.   NCB's kunnen de aan de ECB te verstrekken informatie verzamelen als deel van een breder nationaal rapportagekader dat voldoet aan betreffende Unie- of nationale wetgeving. Deze bredere nationale rapportagekaders kunnen informatie omvatten die andere dan statistische doeleinden dient, bijvoorbeeld toezichtdoeleinden.

5.   NCB's mogen kredietgegevens uit andere bronnen verkrijgen.

6.   De minimumvereisten voor harmonisatie, volledigheid, mate van gedetailleerdheid en tegenpartijenidentificatie van kredietgegevens zijn vastgelegd in bijlage I.

Artikel 9

Tegenpartijenidentificatie

1.   Voor rapportage uit hoofde van deze verordening identificeren informatieplichtigen en NCB's tegenpartijen middels:

a)

een LEI, indien die identificatiecode is toegewezen, of

b)

indien geen LEI is toegewezen, een nationale identificatiecode, zoals nader uiteengezet in bijlage IV.

2.   NCB's mogen informatie aangaande de identificatie van de in bijlage III omschreven tegenpartijen verkrijgen middels directe rapportage door de informatieplichtigen of middels memoranda van overeenstemming of soortgelijke regelingen met NSI's, NBA's of andere nationale autoriteiten. Voor de juiste identificatie van tegenpartijen stellen NCB's de unieke identificatiecodes vast op basis van de in bijlage III uiteengezette informatie.

Artikel 10

Toegang tot en het gebruik van kredietgegevens

1.   De ECB en NCB's gebruiken uit hoofde van deze verordening gerapporteerde kredietgegevens, zoals in Verordening (EG) nr. 2533/98 is vastgelegd en voor de daarin vastgelegde doeleinden. Die gegevens kunnen met name gebruikt worden om de in artikel 11 bedoelde feedbackloop op te zetten en te onderhouden.

2.   Deze verordening laat bestaand of toekomstig gebruik van kredietgegevens, waaronder grensoverschrijdende uitwisselingen, onverlet, welk gebruik is toegestaan of vereist uit hoofde van Unie- of nationale wetgeving of memoranda van overeenstemming.

Artikel 11

Feedbackloop naar informatieplichtigen

1.   NCB's mogen kredietgegevens, waaronder door een andere NCB verzamelde gegevens, aan informatieplichtigen verstrekken door feedbackloops in te richten of uit te breiden, dan wel andere informatiediensten, van CCR's naar informatieplichtigen. Zij mogen een subreeks verstrekken van uit hoofde van deze verordening verzamelde kredietgegevens en wel overeenkomstig beste praktijken en voor zover de betreffende toepasselijke juridische vertrouwelijkheidsregeling. Informatieplichtigen mogen de gegevens uitsluitend voor kredietrisicobeheer gebruiken en voor de verbetering van de voor hun beschikbare kredietinformatiekwaliteit met betrekking tot bestaande of geplande instrumenten. Zij delen de gegevens niet met derden, tenzij het delen van gegevens met dienstverleners strikt noodzakelijk is voor deze doeleinden en de gebruikte gegevens slechts worden gebruikt met betrekking tot de informatieplichtige en de informatieplichtige een passende gegevensbescherming verzekert op basis van een contractuele afspraak waarin uitsluiting van ieder ander gebruik van de gegevens wordt geregeld, evenals het anonimiseren van de gegevens waar mogelijk en de vernietiging van de gegevens zodra het doel waarvoor ze zijn gedeeld, is bereikt. Enige andere gegevenstransmissie door de dienstverlener en enig delen van gegevens met commerciële aanbieders van kredietgegevens is verboden.

2.   NCB's bepalen de reikwijdte van de te verstrekken gegevens, de datatoegangverleningsprocedure en enige aanvullende gegevensgebruikbeperkingen, rekening houdend met het nationale juridische kader en enige andere beperking die voortvloeit uit de vertrouwelijke aard van de informatie.

3.   Dit artikel stipuleert voor informatieplichtigen geen recht op een feedbackloop, noch een ontvangstrecht van specifieke informatie uit hoofde van een feedbackloop, dan wel andere informatiediensten, van CCR's naar informatieplichtigen.

4.   De NCB's kunnen een informatieplichtige de toegang tot specifieke kredietgegevens uit een feedbackloop op tijdelijke basis weigeren, indien de informatieplichtige niet heeft voldaan aan zijn statistische rapportageverplichtingen krachtens deze verordening, met name aangaande datakwaliteit en nauwkeurigheid, alsmede in gevallen waarin een informatieplichtige niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen zoals uiteengezet in lid 1.

5.   NCB's kunnen andere NCB's de toegang ontzeggen tot de gedetailleerde kredietgegevens die zij verzamelen ten behoeve van een feedbackloop. NCB's kunnen wederkerigheid verlangen aangaande de verstrekking van gedetailleerde kredietgegevens van iedere NCB die gegevens opvraagt bij een andere NCB ten behoeve van een feedbackloop. Informatie met betrekking tot een institutionele eenheid of een informatieplichtige die is gevestigd in een lidstaat mag altijd worden gebruikt voor feedbackloops door de betrokken NCB of de informatieplichtige, ongeacht waar de institutionele eenheid ingezeten is.

Artikel 12

Toegang door juridische entiteiten

1.   Juridische entiteiten of onderdelen daarvan ten aanzien waarvan kredietgegevens gerapporteerd werden, hebben recht op toegang tot die gegevens bij de betreffende NCB. Voorts kunnen juridische entiteiten de informatieplichtigen verzoeken onjuiste met hen verband houdende gegevens te corrigeren.

2.   NCB's kunnen juridische entiteiten of onderdelen daarvan de toegang ontzeggen tot de ten aanzien van hen gerapporteerde kredietgegevens, maar slechts in de mate waarin:

a)

dergelijke toegang de legitieme vertrouwelijkheidsbelangen van de informatieplichtige zou schenden, bijvoorbeeld ten aanzien van interne kredietrisicobeoordelingen, of van derden, in het bijzonder de juridische entiteiten waarover kredietgegevens zijn gerapporteerd, of

b)

de gegevens niet zijn gebruikt voor het opzetten of versterken van een feedbackloop volgens artikel 11 en die niet zijn vereist om toegang te verlenen tot zulke gegevens op basis van ieder ander Unierecht of nationaal recht.

Artikel 13

Tijdigheid

1.   Informatieplichtigen rapporteren kredietgegevens zoals geregistreerd op de volgende rapportagereferentiedata:

a)

voor maandelijkse verzendingen, op de laatste dag van elke maand;

b)

voor kwartaalverzendingen, op de laatste dag van maart, juni, september en december.

2.   De NCB's besluiten zelf wanneer en hoe vaak zij de gegevens van de informatieplichtigen moeten ontvangen om aan hun inleveringtermijnen ten overstaan van de ECB te kunnen voldoen, en informeren de informatieplichtigen dienovereenkomstig.

3.   De NCB's informeren de informatieplichtigen omtrent de rapportageverplichtingen ten minste 18 maanden voor de referentiedatum voor eerste rapportage waarvoor dergelijke informatieplichtigen gegevens moeten rapporteren krachtens deze verordening, zonder afbreuk te doen aan enige andere rapportagevereisten op basis van nationaal recht of andere rapportagekaders.

4.   Voor een in een rapporterende lidstaat ingezeten gecontroleerde tegenpartij verzenden NCB's maandelijkse kredietgegevens aan de ECB aan het einde van de 30e werkdag volgende op het einde van de maand waarop de gegevens betrekking hebben.

5.   Voor in een rapporterende lidstaat ingezeten gecontroleerde tegenpartij verzenden NCB's maandelijkse kredietgegevens aan de ECB aan het einde van de 15e werkdag volgende op indieningsdata, zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (11).

6.   Voor een gecontroleerde tegenpartij die een niet in een rapporterende lidstaat ingezeten buitenlands bijkantoor is, verzenden NCB's maandelijkse kredietgegevens aan de ECB aan het einde van de 35e werkdag volgende op het einde van de maand waarop de gegevens betrekking hebben.

7.   Voor een gecontroleerde tegenpartij die een niet in een rapporterende lidstaat ingezeten buitenlands bijkantoor is, verzenden NCB's kwartaalkredietgegevens aan de ECB aan het einde van de 20e werkdag volgende op indieningsdata, zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

8.   Samen met de eerste transmissie van kredietgegevens verzenden NCB's aan de ECB tegenpartijreferentiegegevens voor alle tegenpartijen overeenkomstig deel 1 van template 1 van bijlage I. Indien een verandering zich voordoet, updaten NCB's de bestanden uiterlijk met de maandelijkse transmissie van kredietgegevens die relevant is voor de referentiedatum voor eerste rapportage waarop of waarvoor de verandering van kracht werd. Tenzij de NCB's informatieplichtigen informeren dat zij geactualiseerde tegenpartijreferentiegegevens uit andere bronnen hebben verkregen, dienen informatieplichtigen dergelijke gegevens te actualiseren door de NCB's te informeren omtrent enige wijziging op het tijdstip dat de betreffende NCB daarom vraagt, maar niet later dan de datum waarop kredietgegevens worden gerapporteerd aan de betreffende NCB voor de referentiedatum voor eerste rapportage volgend op de datum waarop de wijziging van kracht werd.

Artikel 14

Minimale gemeenschappelijke normen en nationale rapportageprocedures

1.   Informatieplichtigen voldoen aan de statistische rapportagevereisten die op hen van toepassing zijn, zulks in overeenstemming met de minimale gemeenschappelijke normen voor de transmissie, nauwkeurigheid, accurate tegenpartijenidentificatie en conceptuele naleving en herzieningen, als vastgelegd in bijlage V.

2.   NCB's stellen door informatieplichtigen te volgen rapportageprocedures vast en implementeren deze overeenkomstig deze verordening en hun nationale juridische kaders voor zover deze niet conflicteren met de bepalingen van deze verordening. De NCB's verzekeren dat deze rapportageprocedures: a) de vereiste statistische gegevens opleveren en b) verificatie toestaan van de naleving van de minimumnormen voor transmissie, nauwkeurigheid, conceptuele naleving en herzieningen zoals vastgelegd in bijlage V.

3.   De NCB's kunnen uit andere bronnen verkregen informatie gebruiken, in lijn met artikel 8, lid 5, voor hun verzending van kredietgegevens naar de ECB voor zover de informatie voldoet aan de normen voor kwaliteit en tijdigheid die krachtens deze verordening van toepassing zijn op bij informatieplichtigen ingezamelde gegevens. In het bijzonder moeten de minimumnormen voor transmissie, nauwkeurigheid, conceptuele naleving en herzieningen zoals vastgelegd in bijlage V nageleefd worden.

Artikel 15

Fusies, splitsingen en reorganisaties

1.   In geval van een fusie, een splitsing of reorganisatie die van invloed kan zijn op de naleving van statistische verplichtingen, stelt de betreffende informatieplichtige, zodra het voornemen tot het uitvoeren van de fusie, splitsing of reorganisatie openbaar geworden is, en tijdig voor de effectuering ervan, de betreffende NCB in kennis van de voorgenomen procedures ter nakoming van de in deze verordening neergelegde statistische rapportagevereisten.

2.   Ongeacht die in het voorgaande lid vastgelegde verplichtingen, kan de desbetreffende NCB de overnemende instelling machtigen middels tijdelijke procedures te voldoen aan de statistische rapportageverplichtingen. De ontheffing van reguliere rapportageprocedures duurt hoogstens zes maanden met ingang van de datum waarop de fusie, splitsing of reorganisatie plaatsvond. Deze ontheffing laat de verplichting voor de overnemende instelling haar rapportageverplichtingen overeenkomstig deze verordening na te komen, onverlet.

Artikel 16

Ontheffingen en verminderde rapportagefrequentie

1.   Ter verzekering van in deze verordening vastgelegde proportionele rapportageverplichtingen mag de betrokken NCB ontheffingen verlenen aan kleine informatieplichtigen, mits de gecombineerde bijdrage van alle informatieplichtigen aan wie een ontheffing is verleend, aan het totaalbedrag aan uitstaande leningen dat is gerapporteerd krachtens Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/33) (12) door alle in de rapporterende lidstaat ingezeten informatieplichtigen, ten hoogste 2 % bedraagt. De ontheffingen kunnen alle in deze verordening vastgestelde rapportageverplichtingen bestrijken, of een deel daarvan.

2.   Ter ondersteuning van de implementatie van de rapportagevereisten kan de betrokken NCB kleine informatieplichtigen toestaan kredietgegevens te rapporteren met betrekking tot rapportagereferentiedata voor 1 januari 2021 op kwartaalbasis in plaats van maandelijkse basis, mits de gecombineerde bijdrage van alle op kwartaalbasis rapporterende informatieplichtigen aan het totaalbedrag aan uitstaande leningen dat is gerapporteerd krachtens Verordening (EU) nr. 1071/2013 door alle in de rapporterende lidstaat ingezeten informatieplichtigen, ten hoogste 4 % bedraagt, zonder afbreuk te doen aan hun rapportage van kredietgegegevens op basis van ieder ander juridisch kader.

3.   NCB's kunnen ontheffingen verlenen aan informatieplichtigen in de mate waarin NCB's gegevens verkrijgen uit andere bronnen die voldoen aan de krachtens artikel 14, lid 3, vereiste kwaliteit en tijdigheid.

4.   NCB's informeren de volgende informatieplichtigen omtrent hun rapportageverplichtingen overeenkomstig artikel 13, lid 3:

a)

informatieplichtigen die een ontheffing hebben verkregen krachtens lid 1;

b)

informatieplichtigen die gegevens mogen rapporteren op basis van een verminderde rapportagefrequentie krachtens lid 2;

c)

informatieplichtigen die niet langer voldoen aan de voorwaarden voor een ontheffing of verminderde rapportagefrequentie krachtens lid 1 of 2.

Artikel 17

Verificatie en gedwongen verzameling en minimumkwaliteitsnormen

De NCB's verifiëren de informatie die zij ontvangen van de informatieplichtigen en voeren voor zover noodzakelijk een gedwongen verzameling van data uit die de informatieplichtigen krachtens deze verordening moeten verstrekken, zulks ongeacht het ECB-recht deze rechten zelf uit te oefenen. De NCB's oefenen dit recht met name uit wanneer een informatieplichtige niet voldoet aan de minimumnormen voor transmissie, nauwkeurigheid, conceptuele naleving en herzieningen, zoals gespecificeerd in bijlage V.

Artikel 18

Sancties

De ECB kan sancties opleggen aan informatieplichtigen die niet voldoen aan de rapportageverplichtingen van deze verordening, zulks overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2533/98. Informatieplichtigen wordt geen sanctie opgelegd voor zover zij aantonen dat zij de vereiste informatie niet mogen rapporteren uit hoofde van nationale wetgeving van een land waar het bijkantoor waarover zij informatie moeten rapporteren ingezeten is. De bevoegdheid van de ECB tot oplegging van sancties inzake niet-naleving van de rapportageverplichtingen van deze verordening staat los van het recht van een NCB tot oplegging van sancties krachtens het nationale recht van de NCB inzake niet-naleving van statistische vereisten of andere rapportagevereisten die op basis van het respectieve nationale juridische kader op informatieplichtigen van toepassing zijn in overeenstemming met artikel 8, lid 3.

Artikel 19

Overgangsbepaling

De NCB's mogen de eerste verzending naar de ECB van kredietgegevens met betrekking tot rapportagereferentiedata voor 1 februari 2019 uitstellen, mits zij dergelijke gegevens uiterlijk op 31 maart 2019 naar de ECB verzenden.

Artikel 20

Vereenvoudigde wijzigingsprocedure

Met inachtneming van de standpunten van het STC van het ESCB kan de directie technische wijzigingen in de bijlagen bij deze verordening doorvoeren, mits dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast van informatieplichtigen. De directie stelt de Raad van bestuur onverwijld in kennis van dergelijke wijzigingen.

Artikel 21

Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De verordening is met ingang van 31 december 2017 van toepassing.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 18 mei 2016.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(2)  Advies van de Commissie van 7 augustus 2015 over de ontwerpverordening van de Europese Centrale Bank betreffende het verzamelen van gedetailleerde kredietgegevens en gegevens betreffende kredietrisico (PB C 261 van 8.8.2015, blz. 1).

(3)  Besluit ECB/2014/6 van 24 februari 2014 betreffende de organisatie van voorbereidende maatregelen voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens door het Europees Stelsel van centrale banken (PB L 104 van 8.4.2014, blz. 72).

(4)  Aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 24 februari 2014 betreffende de organisatie van voorbereidende maatregelen voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens door het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2014/7) (PB C 103 van 8.4.2014, blz. 1).

(5)  Memorandum van Overeenstemming betreffende de uitwisseling van informatie tussen nationale centrale kredietregisters voor het doorgeven van dergelijke informatie aan rapporterende instellingen. Beschikbaar op de ECB-website: www.ecb.europa.eu

(6)  Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).

(7)  Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).

(8)  Beschikbaar op de website van de International Organization for Standardization (ISO): www.iso.org

(9)  Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

(10)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

(11)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).

(12)  Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1).


BIJLAGE I

Te rapporteren gegevens en templates

1.   De uit hoofde van deze verordening te rapporteren gegevens betreffen meerdere onderling verbonden elementen: crediteuren, debiteuren, instrumenten, protectie enz. Bijvoorbeeld, een debiteur kunnen meerdere leningen verstrekt worden of één protectie kan tot zekerheid van meerdere instrumenten strekken. In deze bijlage wordt een gegevensreeks voor de rapportage van specifieke informatie voor elk van deze elementen uiteengezet.

2.   De informatie voor iedere gegevensreeks betreft één element, bijv. een instrument of een combinatie van meerdere elementen, bijv. „instrument-protectie”, waardoor het te verstrekken gedetailleerdheidsniveau voor iedere gegevensreeks vastgelegd wordt. De gegevensreeksen worden in twee templates georganiseerd.

3.   De rapportagevereisten voor de data-attributen van elk template zijn vastgelegd in de bijlagen II en III.

4.   De data-attributen van elke template zijn vastgelegd in bijlage IV.

5.   Bedragen worden gerapporteerd in euro-eenheden. Posten in vreemde valuta worden geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen, d.w.z. de middenkoers op de rapportagereferentiedatum.

Template 1

1.   Tegenpartijreferentiegegevens

1.1.

Het gedetailleerdheidsniveau voor de tegenpartijreferentiegegevens is de tegenpartij. De volgende data-attributencombinatie stelt elk bestand eenduidig vast: a) identificatiecode-informatieplichtige, en b) identificatiecode-tegenpartij.

1.2.

Elke identificatiecode-tegenpartij moet uniek zijn voor elke door dezelfde informatieplichtige gerapporteerde tegenpartij en iedere tegenpartij moet altijd geïdentificeerd worden door de informatieplichtige met gebruikmaking van diens unieke identificatiecode-tegenpartij. Deze identificatiecode mag nimmer opnieuw gebruikt worden door dezelfde informatieplichtige om een andere tegenpartij te identificeren. De NCB's mogen van informatieplichtigen verlangen dat zij identificatiecodes-tegenpartij gebruiken zoals voorgeschreven door de betrokken NCB.

1.3.

De te registreren tegenpartijen zijn alle institutionele eenheden die juridische entiteiten zijn of deel uitmaken van juridische entiteiten en verbonden zijn aan instrumenten die op basis van artikelen 4 en 5 worden gerapporteerd of bescherming verschaffen tot zekerheid van dergelijke instrumenten. De te registreren tegenpartijen zijn meer in het bijzonder: a) crediteuren; b) debiteuren; c) protectiegevers; d) initiatoren; e) beheerders; f) hoofdkantoorondernemingen; g) directe moederondernemingen en h) uiteindelijke moederondernemingen. Een afzonderlijke entiteit kan de tegenpartij zijn met betrekking tot meerdere instrumenten of een andere rol hebben dan een tegenpartij bij hetzelfde instrument. Elke tegenpartij moet evenwel maar één keer geregistreerd worden.

1.4.

Bijlage III vermeldt de voor elk type tegenpartij vereiste informatie.

1.5.

De tegenpartijgegevens beschrijven de tegenpartijkenmerken.

1.6.

Indien natuurlijke personen zijn verbonden met aan AnaCredit gerapporteerde instrumenten, dient geen opgave van de natuurlijke personen te worden gedaan.

1.7.

De bestanden worden uiterlijk met de maandelijkse transmissie van kredietgegevens gerapporteerd die relevant zijn voor de rapportagereferentiedatum waarop de tegenpartij een in AnaCredit geregistreerd contract afsloot. Indien een verandering zich voordoet, worden bestanden uiterlijk met de maandelijkse transmissie van kredietgegevens voor de rapportagereferentiedatum waarop die verandering van kracht werd, bijgewerkt.

2.   Instrumentgegevens

2.1.

Het gedetailleerdheidsniveau voor de instrumentgegevens is het instrument. De volgende data-attributencombinatie stelt elk bestand eenduidig vast: a) identificatiecode-informatieplichtige; b) identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij; c) identificatiecode-contract en d) identificatiecode-instrument.

2.2.

Elke identificatiecode-contract moet uniek zijn voor elk contract dat een kredietrisico genereert voor dezelfde gecontroleerde tegenpartij. Deze identificatiecode mag niet opnieuw gebruikt worden om een ander contract met dezelfde gecontroleerde tegenpartij te identificeren. Elke identificatiecode-instrument moet uniek zijn voor elk contract, d.w.z. aan alle in één contract ingebedde instrumenten moet een andere instrumentidentificatiecode toegekend worden, die op geen tijdstip opnieuw gebruikt mag worden om een ander instrument binnen het contract te identificeren.

2.3.

Het instrument gegevens registreert elk instrument dat bestaat uit hoofde van een contract tussen de gecontroleerde tegenpartij en de tegenpartijen, waaronder alle instrumenten tussen institutionele eenheden binnen dezelfde juridische entiteit.

2.4.

Het instrument gegevens beschrijft de kenmerken van het instrument die zelden veranderen.

2.5.

De bestanden worden uiterlijk met de maandelijkse transmissie van kredietgegevens gerapporteerd die relevant zijn voor de referentiedatum waarop het instrument in AnaCredit geregistreerd werd. Indien een verandering zich voordoet, worden bestanden uiterlijk met de maandelijkse transmissie van kredietgegevens voor de rapportagereferentiedatum waarop of waarvoor die verandering van kracht werd, bijgewerkt.

3.   Financiële gegevens

3.1.

Het gedetailleerdheidsniveau voor de financiële gegevens is het instrument. De volgende data-attributencombinatie stelt elk bestand eenduidig vast: a) identificatiecode-informatieplichtige; b) identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij; c) identificatiecode-contract en d) identificatiecode-instrument.

3.2.

De financiële gegevens beschrijven de financiële ontwikkeling van het instrument.

3.3.

Enig opgenomen bedrag van een instrument wordt geregistreerd in het data-attribuut „uitstaand nominaal bedrag”. Enig niet-opgenomen bedrag van een instrument wordt geregistreerd in het data-attribuut „bedrag buiten de balans”.

3.4.

De bestanden worden maandelijks gerapporteerd.

4.   Gegevens tegenpartij-instrument

4.1.

Het gedetailleerdheidsniveau voor tegenpartij-instrumentgegevens is de „tegenpartij-instrument”-combinatie en de volgende data-attributencombinatie stelt elk bestand eenduidig vast: a) identificatiecode-informatieplichtige; b) identificatiecode-gecontroleerde tegenpartijj; c) identificatiecode-tegenpartij; d) identificatiecode-contract; e) identificatiecode-instrument en f) rol tegenpartij.

4.2.

De tegenpartij-instrumentgegevens beschrijven de rol van alle tegenpartijen in ieder instrument.

4.3.

Indien natuurlijke personen zijn verbonden met aan AnaCredit gerapporteerde instrumenten, dient geen opgave van de natuurlijke personen te worden gedaan.

4.4.

De bestanden worden uiterlijk met de maandelijkse transmissie van kredietgegevens gerapporteerd die relevant zijn voor de referentiedatum waarop of waarvoor het instrument in AnaCredit geregistreerd werd. Indien een verandering zich voordoet worden de bestanden uiterlijk met de maandelijkse transmissie van kredietgegevens die relevant is voor de rapportagereferentiedatum waarop of waarvoor die verandering van kracht werd, bijgewerkt.

5.   Gegevens hoofdelijke aansprakelijkheden

5.1.

Het gedetailleerdheidsniveau gegevens hoofdelijke aansprakelijkheden is de „tegenpartij-instrument”-combinatie. Elk bestand wordt eenduidig geïdentificeerd middels de volgende data-attributencombinatie: a) identificatiecode-informatieplichtige; b) identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij; c) identificatiecode-tegenpartij; d) identificatiecode-contract en e) identificatiecode-instrument.

5.2.

Deze gegevens registreren het bedrag inzake hoofdelijke aansprakelijkheid van het instrument dat correspondeert met iedere debiteur die hoofdelijk aansprakelijk is jegens een individueel instrument.

5.3.

Indien natuurlijke personen zijn verbonden met aan AnaCredit gerapporteerde instrumenten, dient geen opgave van de natuurlijke personen te worden gedaan.

5.4.

De bestanden worden maandelijks gerapporteerd.

Gegevensreeks

Data-attribuut

1.

Tegenpartijreferentiegegevens

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-tegenpartij

Identificatiecode-juridische entiteiten (LEI)

Nationale identificatiecode

Identificatiecode-hoofdkantooronderneming

Identificatiecode-directe moederonderneming

Identificatiecode-uiteindelijke moederonderneming

Naam

Adres: straat

Adres: stad/gemeente/dorp

Adres: district/administratieve indeling

Adres: postcode

Adres: land

Rechtsvorm

Institutionele sector

Economische activiteit

Status van juridische procedures

Datum van aanspanning van juridische procedures

Bedrijfsgrootte

Datum bedrijfsgrootte

Aantal werknemers

Balanstotaal

Jaaromzet

Standaard voor financiële verslaggeving

2.

Instrumentgegevens

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Identificatiecode-contract

Identificatiecode-instrument

Type instrument

Afschrijvingstype

Valuta

Fiduciair instrument

Aanvangsdatum

Einddatum alleen-rente-periode

Plafondtarief

Bodemtarief

Renteherzieningsfrequentie

Renteverschil/-marge

Rentevoettype

Wettelijke eindvervaldatum

Toegezegd leningenbedrag bij aanvang

Betalingsfrequentie

Projectfinancieringslening

Doel

Beroep

Referentietarief

Afwikkelingsdatum

Achtergestelde schulden

Identificatiecode-syndicaatcontracten

Terugbetalingsrecht

Wijziging in reële waarde vanwege gewijzigd kredietrisico voor aankoop

3.

Financiële gegevens

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Identificatiecode-contract

Identificatiecode-instrument

Rentevoet

Volgende renteherzieningsdatum

Wanbetalingsstatus van het instrument

Datum wanbetalingsstatus van het instrument

Overgeboekt bedrag

Achterstallige betalingen voor het instrument

Datum achterstallige betalingen voor het instrument

Type securitisatie

Uitstaand nominaal bedrag

Opgebouwde rente

Bedrag buiten de balanstelling

4.

Tegenpartij-instrument gegevens

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Identificatiecode-tegenpartij

Identificatiecode-contract

Identificatiecode-instrument

Rol tegenpartij

5.

Gegevens hoofdelijke aansprakelijkheden

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Identificatiecode-tegenpartij

Identificatiecode-contract

Identificatiecode-instrument

Bedrag hoofdelijke aansprakelijkheden

Template 2

6.   Boekhoudkundige gegevens

6.1.

Het gedetailleerdheidsniveau voor boekhoudkundige gegevens is het instrument. De volgende data-attributencombinatie stelt elk bestand eenduidig vast: a) identificatiecode-informatieplichtige; b) identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij; c) identificatiecode-contract en d) identificatiecode-instrument.

6.2.

Deze gegevens beschrijven de ontwikkeling van het instrument in overeenstemming met de betreffende standaarden voor financiële verslaggeving van de juridische entiteit van de gecontroleerde tegenpartij. Indien de informatieplichtige is onderworpen aan Verordening (EU) 2015/534 van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/13) (1), worden de gegevens vastgelegd in overeenstemming met de standaard voor financiële verslaggeving — International Financial Reporting Standards (IFRS) of nationale algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen (GAAP) — die wordt toegepast teneinde te voldoen aan de vereisten krachtens Verordening (EU) 2015/534 (ECB/2015/13) door de juridische entiteit van de gecontroleerde tegenpartij.

6.3.

De bestanden worden op kwartaalbasis gerapporteerd.

7.   Gegevens genoten protectie

7.1.

Het gedetailleerdheidsniveau voor gegevens genoten protectie is de genoten protectie. De volgende data-attributencombinatie stelt elk bestand eenduidig vast: a) identificatiecode-informatieplichtige; b) identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij en c) identificatiecode-protectie.

7.2.

Informatieplichtigen rapporteren genoten protectie als zekerheid voor aflossing van enige in de instrumentgegevens gerapporteerd instrument, ongeacht of zij in aanmerking komen voor kredietrisicolimitering overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

7.3.

Deze gegevens beschrijven de genoten protectie.

7.4.

De bestanden worden uiterlijk met de maandelijkse transmissie van kredietgegevens gerapporteerd die relevant zijn voor de rapportagereferentiedatum waarop of waarvoor de protectie werd genoten als zekerheid voor de aflossing van enig in AnaCredit gerapporteerd instrument. Indien een verandering zich voordoet, worden bestanden uiterlijk met de driemaandelijkse transmissie van kredietgegevens die relevant zijn voor de rapportagereferentiedatum waarop of waarvoor die verandering van kracht werd, bijgewerkt.

8.   Gegevens instrument-genoten protectie

8.1.

Het gedetailleerdheidsniveau voor gegevens instrument-genoten protectie is de instrument-genoten protectie combinatie. De volgende data-attributencombinatie stelt elk bestand eenduidig vast: a) identificatiecode-informatieplichtige; b) identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij; c) identificatiecode-contract; d) identificatiecode-instrument en e) identificatiecode-protectie.

8.2.

Deze gegevens beschrijven alle genoten protectie in verband met het instrument waarvoor de protectie als zekerheid dient.

8.3.

De bestanden worden maandelijks gerapporteerd.

9.   Tegenpartijrisicogegevens

9.1.

Het gedetailleerdheidsniveau voor de tegenpartijrisicogegevens is de tegenpartij. De volgende data-attributencombinatie stelt elk bestand eenduidig vast: a) identificatiecode-informatieplichtige; b) identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij en c) identificatiecode-tegenpartij.

9.2.

Middels de gegevens kan het tegenpartijkredietrisico beoordeeld worden.

9.3.

Deze informatie is alleen vereist voor debiteuren en protectiegevers.

9.4.

Indien natuurlijke personen zijn verbonden met aan AnaCredit gerapporteerde instrumenten, dient geen opgave van de natuurlijke personen te worden gedaan.

9.5.

De bestanden worden maandelijks gerapporteerd.

9.6.

De betrokken NCB mag besluiten de tegenpartijrisicogegevens op kwartaalbasis te verzamelen.

10.   Tegenpartijwanbetalingsgegevens

10.1.

Het gedetailleerdheidsniveau voor de tegenpartijwanbetalingsgegevens is de tegenpartij. De volgende data-attributencombinatie stelt elk bestand eenduidig vast: a) identificatiecode-informatieplichtige; b) identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij en c) identificatiecode-tegenpartij.

10.2.

Middels deze gegevens kan de wanbetaling van tegenpartijen onverwijld vastgesteld worden.

10.3.

Deze informatie is alleen vereist voor debiteuren en protectiegevers.

10.4.

Indien natuurlijke personen zijn verbonden met aan AnaCredit gerapporteerde instrumenten, dient geen opgave van de natuurlijke personen te worden gedaan.

10.5.

De bestanden worden maandelijks gerapporteerd.

Gegevens

Data-attribuut

6.

Boekhoudkundige gegevens

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Identificatiecode-contract

Identificatiecode-instrument

Boekhoudkundige indeling van instrumenten

Registratie op de balans

Gecumuleerde afschrijvingen

Gecumuleerde waardevermindering

Type bijzondere waardevermindering

Vaststellingsmethode bijzondere waardevermindering

Bronnen van bezwaring

Gecumuleerde wijzigingen in reële waarde vanwege kredietrisico

Inbaarheidsstatus van het instrument

Datum wanbetalingsstatus van het instrument

Met buitenbalansblootstellingen verband houdende voorzieningen

Respijt- en heronderhandelingsstatus

Datum van de respijt- en heronderhandelingsstatus

Gecumuleerde terugvorderingen sedert wanbetaling

Prudentiële portefeuille

Boekwaarde

7.

Gegevens genoten protectie

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Identificatiecode-protectie

Identificatiecode-protectiegever

Type protectie

Protectiewaarde

Type protectiewaarde

Protectiewaarderingsbenadering

Locatie onroerendgoedonderpand

Gegevens protectiewaarde

Protectievervaldatum

Oorspronkelijke protectiewaarde

Datum oorspronkelijke protectiewaarde

8.

Gegevens instrument-genoten protectie

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Identificatiecode-contract

Identificatiecode-instrument

Identificatiecode-protectie

Toegekende waarde protectie

Voorrangsrechten van derden tegen de protectie

9.

Tegenpartijrisicogegevens

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Identificatiecode-tegenpartij

Kans op wanbetaling

10.

Tegenpartijwanbetalingsgegevens

Identificatiecode-informatieplichtige

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Identificatiecode-tegenpartij

Tegenpartijwanbetalingsstatus

Datum tegenpartijwanbetalingsstatus


(1)  Verordening (EU) 2015/534 van de Europese Centrale Bank van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13) (PB L 86 van 31.3.2015, blz. 13).


BIJLAGE II

Specifieke statistische rapportagevereisten

Overeenkomstig artikel 7 moeten de in artikel 6 vastgelegde rapportagevereisten gereduceerd worden indien specifieke voorwaarden van toepassing zijn. De volgende vier gevallen beschrijven de specifieke voorwaarden waarvoor de volledige gegevensreeks niet verlangd wordt.

1.   Gecontroleerde niet in een rapporterende lidstaat ingezeten tegenpartijen

Instrumenten waarvoor de gecontroleerde tegenpartij een buitenlands niet in een rapporterende lidstaat ingezeten bijkantoor is.

2.   Gecontroleerde tegenpartijen die niet zijn onderworpen aan kapitaalvereisten

Instrumenten waarvoor de gecontroleerde tegenpartij:

a)

geen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 575/2013 onder toezicht staande instelling is, of

b)

een niet onder toezicht van Verordening (EU) nr. 575/2013 staand buitenlands bijkantoor of entiteit is.

3.   Aan de verplichtingen van volledig uit de balans verwijderde instrumenten wordt voldaan

Instrumenten:

a)

die uit de balans verwijderd zijn, en

b)

aan de instrumentverplichtingen wordt voldaan.

4.   Voor 1 september 2018 afgegeven instrumenten

Instrumenten waarvan de aanvangsdatum voor 1 september 2018 ligt.

Tabel 1 specificeert de rapportagevereisten voor elk data-attribuut in elk van de hierboven vermelde vier gevallen, zulks middels de volgende classificaties:

a)   N: afhankelijk van individuele regelingen kunnen de desbetreffende NCB's besluiten deze informatie niet bij individuele informatieplichtigen te verzamelen;

b)   X: de niet te rapporteren informatie.

Indien geen indeling wordt verschaft, moet de informatie gerapporteerd worden.

Indien gegevens door meer dan een beschrijving in tabel 1 gedekt worden, is het minst bezwarende rapportagevereiste van toepassing.

Tabel 1

Specifieke statistische rapportagevereisten

 

1.

Gecontroleerde niet in een rapporterende lidstaat ingezeten tegenpartijen

2.

Gecontroleerde tegenpartijen die niet zijn onderworpen aan kapitaalvereisten

3.

Aan de verplichtingen van volledig uit de balans verwijderde instrumenten wordt voldaan

4.

Voor 1 september 2018 afgegeven instrumenten

Projectfinancieringslening

N

 

 

 

Aanvangsdatum

N

 

 

 

Rentevoettype

N

 

 

 

Renteherzieningsfrequentie

N

 

 

 

Einddatum alleen-rente-periode

N

 

 

N

Referentietarief

N

 

 

 

Renteverschil/-marge

N

 

 

 

Plafondtarief

N

 

N

 

Bodemtarief

N

 

N

 

Afschrijvingstype

N

 

 

N

Betalingsfrequentie

N

 

 

N

Wijziging in reële waarde vanwege gewijzigd kredietrisico voor aankoop

 

N

N

 

Volgende renteherzieningsdatum

N

 

 

 

Wanbetalingsstatus van het instrument

 

N

 

 

Datum wanbetalingsstatus van het instrument

 

N

 

 

Opgebouwde rente

N

 

 

 

Boekhoudkundige indeling van instrumenten

 

 

X

 

Bronnen van bezwaring

 

N

X

 

Gecumuleerde afschrijvingen

 

 

X

 

Gecumuleerde waardevermindering

 

 

X

 

Type bijzondere waardevermindering

 

 

X

 

Vaststellingsmethode bijzondere waardevermindering

 

 

X

 

Gecumuleerde wijzigingen in reële waarde vanwege kredietrisico

 

 

X

 

Inbaarheidsstatus van het instrument

 

N

 

 

Datum wanbetalingsstatus van het instrument

 

N

 

 

Met buitenbalansblootstellingen verband houdende voorzieningen

 

 

X

 

Datum van de respijt- en heronderhandelingsstatus

 

 

 

N

Prudentiële portefeuille

 

X

X

 

Boekwaarde

 

 

X

 

Oorspronkelijke protectiewaarde

 

 

 

N

Datum oorspronkelijke protectiewaarde

 

 

 

N

Kans op wanbetaling

 

N

N

 

Tegenpartijwanbetalingsstatus

 

N

N

 

Datum tegenpartijwanbetalingsstatus

 

N

N

 


BIJLAGE III

Tegenpartijreferentiegegevens

De tabellen 2 en 3 specificeren de rapportagevereisten voor elk data-attribuut in de tegenpartijreferentiegegevens, zoals bedoeld in template 1 van bijlage I.

Tabel 2 specificeert de vereisten voor in een rapporterende lidstaat ingezeten tegenpartijen, terwijl tabel 3 de vereisten specificeert voor niet in een rapporterende lidstaat ingezeten tegenpartijen.

De volgende classificatie van vereisten wordt gehanteerd:

a)   N: afhankelijk van individuele regelingen kunnen de desbetreffende NCB's besluiten deze informatie niet bij individuele informatieplichtigen te verzamelen;

b)   X: de niet te rapporteren informatie.

Indien geen indeling wordt verschaft, moet de informatie gerapporteerd worden.

Indien gegevens door meer dan een beschrijving in tabel 3 gedekt worden, is het meest bezwarende rapportagevereiste van toepassing.

Tabel 2

Specifieke rapportagevereisten inzake tegenpartijreferentiegegevens voor in een rapporterende lidstaat ingezeten tegenpartijen

 

1.

Informatieplichtige

2.

Gecontroleerde tegenpartij

3.

Crediteur

4.

Debiteur — alle vóór 1 september 2018 afgegeven instrumenten

5.

Debiteur — ten minste één op of na 1 september 2018 afgegeven instrument

6.

Protectiegever

7.

Hoofdkantooronderneming

8.

Directe moederonderneming

9.

Uiteindelijke moederonderneming

10.

Initiator

11.

Beheerder

Tegenpartijreferentiegegevens

Identificatiecode-tegenpartij

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Identificatiecode-juridische entiteiten (LEI)

 

 

N

N

N

N

N

N

N

N

N

Nationale identificatiecode

N

N

N

 

 

N

N

N

N

N

N

Identificatiecode-hoofdkantooronderneming

X

X

X

N

 

N

X

X

X

X

X

Identificatiecode-directe moederonderneming

X

X

X

N

 

N

X

X

X

X

X

Identificatiecode-uiteindelijke moederonderneming

X

X

X

N

 

N

X

X

X

X

X

Naam

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Adres: straat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Adres: stad/gemeente/dorp

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Adres: district/administratieve indeling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Adres: postcode

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Adres: land

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Rechtsvorm

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Institutionele sector

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Economische activiteit

X

X

 

 

 

N

 

 

N

N

N

Status van juridische procedures

X

X

X

N

 

N

N

N

N

N

N

Datum van aanspanning van juridische procedures

X

X

X

N

 

N

N

N

N

N

N

Bedrijfsgrootte

X

X

X

N

 

N

N

N

N

N

N

Datum bedrijfsgrootte

X

X

X

N

 

N

N

N

N

N

N

Aantal werknemers

X

X

X

N

 

N

N

N

N

N

X

Balanstotaal

X

X

X

N

 

N

N

N

N

N

X

Jaaromzet

X

X

X

N

 

N

N

N

N

N

X

Standaard voor financiële verslaggeving

 

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X


Tabel 3

Specifieke rapportagevereisten inzake tegenpartijreferentiegegevens voor niet in een rapporterende lidstaat ingezeten tegenpartijen

 

1.

Informatieplichtige

2.

Gecontroleerde tegenpartij

3.

Crediteur

4.

Debiteur — alle vóór 1 september 2018 afgegeven instrumenten

5.

Debiteur — ten minste één op of na 1 september 2018 afgegeven instrument

6.

Protectiegever

7.

Hoofdkantooronderneming

8.

Directe moederonderneming

9.

Uiteindelijke moederonderneming van de debiteur

10.

Initiator

11.

Beheerder

Tegenpartijreferentiegegevens

Identificatiecode-tegenpartij

NA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Identificatiecode-juridische entiteiten (LEI)

NA

 

N

N

N

N

N

N

N

N

N

Nationale identificatiecode

NA

N

N

N

N

N

N

N

N

N

N

Identificatiecode-hoofdkantooronderneming

NA

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Identificatiecode-directe moederonderneming

NA

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Identificatiecode-uiteindelijke moederonderneming

NA

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Naam

NA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Adres: straat

NA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Adres: stad/gemeente/dorp

NA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Adres: district/administratieve indeling

NA

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Adres: postcode

NA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Adres: land

NA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Rechtsvorm

NA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Institutionele sector

NA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N

Economische activiteit

NA

X

N

N

N

N

N

N

N

N

N

Status van juridische procedures

NA

X

X

X

N

N

X

X

X

X

X

Datum van aanspanning van juridische procedures

NA

X

X

X

N

N

X

X

X

X

X

Bedrijfsgrootte

NA

X

X

X

N

N

X

X

X

X

X

Datum bedrijfsgrootte

NA

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Aantal werknemers

NA

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Balanstotaal

NA

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Jaaromzet

NA

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Standaard voor financiële verslaggeving

NA

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X


BIJLAGE IV

Data-attributen, definities en waarden

Deze tabel omvat gedetailleerde standaardbeschrijvingen en definities van de in bijlage I tot en met III gespecificeerde data-attributen. De tabel verschaft ook de voor de data-attributen te rapporteren waarden, waaronder waardebeschrijvingen.

NCB's zijn verantwoordelijk voor het converteren van de data-attributen en waarden in op nationaal niveau toepasselijke equivalente gegevensattributen en waarden.

Term

Type term

Definitie

Identificatiecode-tegenpartij

Data-attribuut

Een identificatiecode die de informatieplichtige toepast om elke tegenpartij eenduidig te identificeren. Elke tegenpartij heeft een afzonderlijke identificatiecode-tegenpartij. Deze waarde blijft onveranderd en kan niet gebruikt worden als identificatiecode-tegenpartij voor een andere tegenpartij.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Identificatiecode-informatieplichtige

Data-attribuut

Identificatiecode-tegenpartij voor de informatieplichtige.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Identificatiecode-gecontroleerde tegenpartij

Data-attribuut

Identificatiecode-tegenpartij voor de gecontroleerde tegenpartij.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Identificatiecode-contract

Data-attribuut

Een identificatiecode die de informatieplichtige toepast om elk contract eenduidig te identificeren. Elke contract heeft een afzonderlijk identificatiecode-contract. Deze waarde verandert niet en kan niet gebruikt worden als identificatiecode-contract voor een ander contract.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Identificatiecode-instrument

Data-attribuut

Een identificatiecode die de informatieplichtige toepast om elk instrument uit hoofde van een afzonderlijk contract eenduidig te identificeren. Elk instrument heeft een afzonderlijke identificatiecode-instrument. Deze waarde verandert niet en kan niet gebruikt worden als identificatiecode-instrument voor enig ander instrument uit hoofde van hetzelfde contract.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Identificatiecode-protectie

Data-attribuut

Een identificatiecode die de informatieplichtige toepast om elke als zekerheid voor het instrument gestelde protectie eenduidig te identificeren. Elke protectie heeft een afzonderlijke identificatiecode-protectie. Deze waarde verandert niet en kan niet worden gebruikt als identificatiecode-protectie voor een andere protectie.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Identificatiecode-protectiegever

Data-attribuut

Identificatiecode-tegenpartij voor de protectiegever.

Indien de protectiegever geen juridische entiteit is, hoeft de identificatiecode-protectiegever niet gerapporteerd te worden.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Tegenpartijreferentiegegevens

Identificatiecode-juridische entiteiten (LEI)

Data-attribuut

Een identificatiecode-juridische entiteiten van de tegenpartij die is toegewezen overeenkomstig de 17442-standaard van de International Organization for Standardization (ISO).

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Nationale identificatiecode

Data-attribuut

Een algemeen gebruikte identificatiecode die de eenduidige vaststelling mogelijk maakt van een tegenpartij of de juridische entiteit waarvan de tegenpartij deel uitmaakt binnen haar land van ingezetenschap.

Met betrekking tot een tegenpartij die een buitenlands bijkantoor is, verwijst de nationale identificatiecode naar het buitenlandse bijkantoor.

Met betrekking tot een tegenpartij die geen buitenlands bijkantoor is, verwijst de nationale identificatiecode naar de juridische entiteit waarvan de tegenpartij deel uitmaakt.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Identificatiecode-hoofdkantooronderneming

Data-attribuut

Identificatiecode-tegenpartij voor de juridische entiteit waarvan het buitenlandse bijkantoor een juridisch afhankelijk onderdeel is.

Deze informatie hoeft alleen gerapporteerd te worden voor tegenpartijen die buitenlandse bijkantoren zijn.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Identificatiecode-directe moederonderneming

Data-attribuut

Identificatiecode-tegenpartij voor de juridische entiteit die de directe moederonderneming is van de tegenpartij. Indien de tegenpartij geen moederonderneming heeft, wordt de identificatiecode-tegenpartij voor de tegenpartij zelf gerapporteerd.

Moederonderneming heeft dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, punt 15, onder a), van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Identificatiecode-uiteindelijke moederonderneming

Data-attribuut

Identificatiecode-tegenpartij voor de juridische entiteit die de uiteindelijke moederonderneming is van de tegenpartij. Deze uiteindelijke moederonderneming heeft geen moedermaatschappij. Indien de tegenpartij geen moederonderneming heeft, wordt de identificatiecode-tegenpartij voor de tegenpartij zelf gerapporteerd.

Moederonderneming heeft dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, punt 15, onder a), van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Naam

Data-attribuut

Volledige naam van de tegenpartij.

Reeks van tekens

Waarde

Een eindige reeks van tekens.

Adres: straat

Data-attribuut

Adres tegenpartij, inclusief huisnummer.

Reeks van tekens

Waarde

Een eindige reeks van tekens.

Adres: stad/gemeente/dorp

Data-attribuut

Stad/gemeente/dorp van tegenpartij.

Reeks van tekens

Waarde

Een eindige reeks van tekens.

Adres: postcode

Data-attribuut

Postcode van tegenpartij.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Adres: district/administratieve indeling

Data-attribuut

District of gelijkaardige administratieve indeling van tegenpartijen die ingezeten zijn in landen van de Europese Unie.

Reeks van tekens

Waarde

NUTS 3-regio's

Adres: land

Data-attribuut

Land tegenpartij.

ISO 3166-1 alpha-2 codes

Waarde

ISO 3166-1 alpha-2 code van het land.

Rechtsvorm

Data-attribuut

Type ondernemingsentiteit zoals bedoeld in het nationale rechtsstelsel.

Reeks van tekens

Waarde

Een eindige reeks van tekens.

Institutionele sector

Data-attribuut

Institutionele sectoren overeenkomstig Verordening (EU) nr. 549/2013, Verordening (EU) nr. 575/2013 en Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/40) (1).

Niet-financiële vennootschappen

Waarde

Niet-financiële vennootschappen: zoals bedoeld in punten 2.45 tot en met 2.50 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Centrale bank

Waarde

Centrale bank: zoals bedoeld in punten 2.72 tot en met 2.74 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Kredietinstellingen

Waarde

Kredietinstellingen: zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder 1), van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Deposito-instellingen met uitzondering van kredietinstellingen

Waarde

Deposito-instellingen m.u.v. kredietinstellingen: zoals bedoeld in artikel 1, onder a), punt 2, onder a), ii) van Verordening (EU) nr. 1071/2013(ECB/2013/33).

Geldmarktfondsen (GMF's)

Waarde

GMF's: zoals bedoeld in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33).

Beleggingsfondsen m.u.v. GMF's

Waarde

Beleggingsfondsen m.u.v. GMF's: zoals bedoeld in punten 2.82 tot en met 2.85 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten

Waarde

Lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten: zoals bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2 van Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40).

Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen, pensioenfondsen en lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten

Waarde

Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, zoals bedoeld in punten 2.86 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013, en met uitzondering van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten, zoals bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2 van Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40).

Financiële hulpbedrijven

Waarde

Financiële hulpbedrijven: zoals bedoeld in punt 2.63 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband

Waarde

Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband: zoals bedoeld in punten 2.98 en 2.99 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Verzekeringsinstellingen

Waarde

Verzekeringsinstellingen: zoals bedoeld in punten 2.100 tot en met 2.104 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Pensioenfondsen

Waarde

Pensioenfondsen: zoals bedoeld in punten 2.105 tot en met 2.110 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Centrale overheid

Waarde

Centrale overheid: zoals bedoeld in punt 2.114 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Deelstaatoverheid

Waarde

Deelstaatoverheid: zoals bedoeld in punt 2.115 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Lagere overheid

Waarde

Lagere overheid: zoals bedoeld in punt 2.116 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Socialezekerheidsfondsen

Waarde

Socialezekerheidsfondsen: zoals bedoeld in punt 2.117 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens

Waarde

Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens: zoals bedoeld in punten 2.129 tot en met 2.130 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Economische activiteit

Data-attribuut

Classificatie van tegenpartijen naargelang van hun economische activiteiten, in overeenstemming met de NACE rev. 2 statistische classificatie zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2).

NACE-code

Waarde

Een niveau-twee, -drie of -vier NACE-code overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1893/2006.

Status van juridische procedures

Data-attribuut

Categorieën die de juridische status van een tegenpartij beschrijven in verband met de solvabiliteit daarvan, zulks gebaseerd op het nationale juridische kader.

De NCB moet deze waarden in het nationale rechtskader omzetten. Te zijner tijd moet elke NCB een referentietabel opstellen om de interpretatie en vergelijking van deze waarden tussen landen te faciliteren.

Geen juridische acties ondernomen

Waarde

Juridische acties zijn niet ondernomen aangaande de solvabiliteit of schuldenlast van een tegenpartij.

Op basis van surséance van betaling, curatele of gelijkaardige maatregelen

Waarde

Een procedure met betrokkenheid van een rechterlijke of gelijkaardige instantie die beoogt een herfinancieringsovereenkomst te bereiken tussen crediteuren, met uitzondering van faillissements- of insolventieprocedures.

Faillissement/insolventie

Waarde

Collectieve en bindende faillissements- of insolventieprocedures onder justitieel toezicht, die volledige of gedeeltelijk verlies van de beschikkingsbevoegdheid van een tegenpartij en de aanstelling van een curator met zich meebrengen.

Overige juridische maatregelen

Waarde

Andere dan de reeds genoemde juridische maatregelen, inclusief bilaterale juridische maatregelen tussen de informatieplichtige en de tegenpartij.

Datum van aanspanning van juridische procedures

Data-attribuut

De datum waarop de juridische procedures, zoals gerapporteerd onder het attribuut „status van juridische procedures”, werden aangespannen. Deze datum is de meest recente relevant aan de rapportagedatum voorafgaande datum en wordt alleen gerapporteerd indien het data-attribuut „status van juridische procedures” een andere waarde heeft dan „geen juridische procedures aangespannen”.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Bedrijfsgrootte

Data-attribuut

Indeling van ondernemingen op basis van omvang, zulks overeenkomstig de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (3).

Grote onderneming

Waarde

Onderneming die geen micro-, kleine of middelgrote onderneming (kmo) is, zulks overeenkomstig de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG.

Middelgrote onderneming

Waarde

Onderneming die een kmo is, maar geen kleine of micro-onderneming, zulks overeenkomstig de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG.

Kleine onderneming

Waarde

Een kleine onderneming, zulks overeenkomstig de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG.

Micro-onderneming

Waarde

Een micro-onderneming, zulks overeenkomstig de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG.

Datum bedrijfsgrootte

Data-attribuut

De datum waarop de waarde in de „bedrijfsomvang” betrekking heeft. Dit is de datum van de laatste gegevens die zijn gebruikt om de onderneming te classificeren of de classificatie daarvan te controleren.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Aantal werknemers

Data-attribuut

Aantal werknemers van de tegenpartij, zulks overeenkomstig artikel 5 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG.

Numeriek

Waarde

Niet-negatief getal.

Balanstotaal

Data-attribuut

Boekwaarde van de totale activa van de tegenpartij, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 549/2013.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Jaaromzet

Data-attribuut

Jaarlijks verkoopvolume minus alle kortingen en omzetbelasting van de tegenpartij, zulks overeenkomstig Aanbeveling 2003/361/EG. Equivalent aan het concept „totale jaaromzet” in artikel 153, lid 4, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Standaard voor financiële verslaggeving

Data-attribuut

Standaard voor financiële verslaggeving die de juridische entiteit van de gecontroleerde tegenpartij toepast. Indien de informatieplichtige onderworpen is aan Verordening (EU) 2015/534 (ECB/2015/13), worden de gegevens vastgelegd in overeenstemming met de standaard voor financiële verslaggeving — International Financial Reporting Standards (IFRS) of nationale algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen (GAAP) — die wordt toegepast teneinde te voldoen aan de vereisten krachtens Verordening (EU) 2015/534 (ECB/2015/13) door de juridische entiteit van de gecontroleerde tegenpartij.

IFRS

Waarde

IFRS zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (4).

Nationale GAAP consistent met IFRS

Waarde

Uit hoofde van Richtlijn 86/635/EEG (5) van de Raad ontwikkelde nationale kaders voor jaarrekeningen die IFRS-criteria toepassen op de instrumenten.

Nationale GAAP inconsistent met IFRS

Waarde

Uit hoofde van Richtlijn 86/635/EEG van de Raad ontwikkelde nationale kaders voor jaarrekeningen die geen IFRS-criteria toepassen op de instrumenten.

Tegenpartijrisicogegevens

Kans op wanbetaling

Data-attribuut

Kans op wanbetaling van de tegenpartij gedurende één jaar, vastgesteld overeenkomstig artikelen 160, 163, 179 en 180 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Numeriek

Waarde

Een cijfer van 0 tot 1.

Tegenpartijwanbetalingsgegevens

Tegenpartijwanbetalingsstatus

Data-attribuut

Vaststelling van de tegenpartijwanbetalingsstatus. Categorieën beschrijven mogelijke redenen voor wanbetaling van de tegenpartij, zulks overeenkomstig artikel 178 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Geen wanbetaling

Waarde

Geen wanbetaling van de tegenpartij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Wanbetaling vanwege onwaarschijnlijkheid van betaling

Waarde

Wanbetaling van de tegenpartij vanwege onwaarschijnlijkheid van betaling overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Wanbetaling vanwege meer dan 90/180 dagen achterstalligheid

Waarde

Wanbetaling van tegenpartij omdat enige schuldachterstalligheid meer dan 90/180 dagen bedraagt, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Wanbetaling vanwege onwaarschijnlijke betaling en meer dan 90/180 dagen achterstalligheid

Waarde

Wanbetaling van tegenpartij omdat het zowel onwaarschijnlijk is dat de tegenpartij zal betalen, alsook dat enige schuldachterstalligheid meer dan 90/180 dagen bedraagt, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Datum tegenpartijwanbetalingsstatus

Data-attribuut

De datum waarop de in de data-attribuut gerapporteerde „wanbetalingsstatus van de tegenpartij” geacht wordt te zijn ingetreden.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Instrumentgegevens

Type instrument

Data-attribuut

Indeling van het instrument naar het type van tussen de partijen overeengekomen contractuele voorwaarden.

Deposito's m.u.v. repo's met wederinkoop

Waarde

Deposito's: zoals bedoeld in punt 5.79 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013, m.u.v. repo's met wederinkoop.

Overdispositie

Waarde

Overdispositie zoals bedoeld in punt 2, punt 1, onder c), van de tabel in deel 2 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33).

Schuld op kredietkaarten

Waarde

Middels kaarten met vertraagde debetfunctie verstrekt krediet, d.w.z. kaarten die faciliteitskrediet verstrekken, of middels kredietkaarten, d.w.z. kaarten die faciliteitskrediet en verruimd krediet verstrekken.

Doorlopend krediet, met uitzondering van overdispositie en schuld op kredietkaarten.

Waarde

Krediet heeft de volgende kenmerken:

i)

zonder voorafgaande kennisgeving aan de crediteur kan de debiteur gelden gebruiken of opnemen tot een vooraf goedgekeurde kredietlimiet;

ii)

het beschikbare kredietbedrag kan stijgen en dalen al naargelang aflossing en opname van middelen;

iii)

het krediet kan meermaals benut worden;

iv)

het is geen schuld op kredietkaarten noch overdispositie.

Kredietlijnen met uitzondering van doorlopend krediet

Waarde

Krediet heeft de volgende kenmerken:

i)

zonder voorafgaande kennisgeving aan de crediteur kan de debiteur gelden gebruiken of opnemen tot een vooraf goedgekeurde kredietlimiet;

ii)

het krediet kan meermaals benut worden;

iii)

is geen doorlopend krediet, geen schuld op kredietkaarten noch overdispositie.

Repo-overeenkomsten met wederverkoopverplichting

Waarde

Repo-overeenkomsten met wederverkoopverplichting zoals bedoeld in deel 2.14 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Handelskrediet

Waarde

Handelsvorderingen: zoals bedoeld in punt 5.41, onder c), van deel 2 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Financiële leases

Waarde

Financiële leases: zoals bedoeld in punten 5.134 tot en met 5.135 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Overige leningen.

Waarde

Overige leningen die niet zijn opgenomen in een van de hierboven opgesomde categorieën.

Lening heeft dezelfde betekenis als bedoeld in punten 5.112, 5.113 en 5.114 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Projectfinancieringslening

Data-attribuut

Projectfinancieringidentificatie.

Projectfinancieringslening

Waarde

Te gebruiken indien het instrument een projectfinancieringslening is overeenkomstig bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Niet-projectfinancieringslening

Waarde

Het instrument is geen projectfinancieringslening overeenkomstig bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Valuta

Data-attribuut

Valutadenominatie van instrumenten, in overeenstemming met de ISO 4217-standaard.

ISO 4217-standaard

Waarde

ISO 4217-standaardcode voor de valuta.

Aanvangsdatum

Data-attribuut

De datum waarop de huidige contractuele relatie is ontstaan, d.w.z. de datum waarop voor alle partijen de contractuele overeenkomst verbindend werd.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Afwikkelingsdatum

Data-attribuut

De datum waarop de in het contract vastgelegde voorwaarden voor de eerste keer uitgevoerd worden of uitgevoerd kunnen worden, d.w.z. de datum waarop de financiële instrumenten voor de eerste keer worden uitgewisseld of gecreëerd.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Wettelijke eindvervaldatum

Data-attribuut

De contractuele vervaldatum van het instrument, rekening houdend met overeenkomsten die de initiële overeenkomsten wijzigen.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Regres

Data-attribuut

Indeling van instrumenten op basis van het recht van de crediteur beslag te leggen op activa, m.u.v. enige toegezegde protectie tot zekerheid voor het instrument.

Regres

Waarde

Instrument ten aanzien waarvan de crediteur beslag kan leggen op de activa van de debiteur m.u.v. enige protectie die strekt tot zekerheid voor het instrument, of, in geval van handelsvorderingen, het recht de schuld te innen van de entiteit die de vorderingen verkocht aan de crediteur.

Geen regres

Waarde

Instrument zonder regres zoals hierboven bedoeld.

Rentevoettype

Data-attribuut

Indeling van kredietblootstellingen op basis van het basistarief voor de vaststelling van de rentevoet voor iedere betalingsperiode.

Vast

Waarde

Schema dat de rentevoeten vastlegt voor de duur van de blootstelling en alleen constante tarieven omvat — een numeriek constant tarief dat bekend is bij de aanvang van de blootstelling — welk tarief voor de gehele duur van de blootstelling van toepassing is. Het schema mag slechts één constante rentevoet omvatten die wordt toegepast in verschillende perioden voor de duur van de blootstelling (bijv. lening met een constante rentevoet gedurende de initiële periode met een vaste rentevoet, waarvoor een andere rentevoet in de plaats komt die ook constant is en die bekend was bij de aanvang van de blootstelling).

Variabel

Waarde

Schema dat de rentevoeten vastlegt voor de duur van de blootstelling en alleen tarieven omvat die zijn gebaseerd op de ontwikkeling van een andere variabele (de referentievariabele) waarbij de rentevoet voor de gehele duur van de blootstelling van toepassing is.

Gemengd

Waarde

Overige rentevoettypen die niet zijn opgenomen in een van de hierboven opgesomde categorieën.

Renteherzieningsfrequentie

Data-attribuut

Frequentie waarmee de rentevoet wordt herzien na de initiële periode met een vaste rentevoet, indien van toepassing.

Niet-beleenbaar

Waarde

Instrument dat geen overeenkomst tot wijziging van de rentevoet omvat.

Overnight

Waarde

Instrument met een contractuele regeling om de rentevoet dagelijks te wijzigen.

Maandelijks

Waarde

Instrument met een contractuele regeling om de rentevoet maandelijks te wijzigen.

Driemaandelijks

Waarde

Instrument met een contractuele regeling om de rentevoet driemaandelijks te wijzigen.

Halfjaarlijks

Waarde

Instrument met een contractuele regeling om de rentevoet halfjaarlijks te wijzigen.

Jaarlijks

Waarde

Instrument met een contractuele regeling om de rentevoet jaarlijks te wijzigen.

Ter beoordeling van crediteur

Waarde

Instrument met een contractuele regeling waarbij de crediteur het recht heeft om de renteherzieningsdatum vast te stellen.

Andere frequentie

Waarde

Instrument met een contractuele regeling om de rentevoet met een andere frequentie te wijzigen dan voor enige hierboven vermelde categorie.

Einddatum alleen-rente-periode

Data-attribuut

De datum waarop de alleen-rente-periode eindigt. Alleen-rente is een instrument waarin voor een contractueel overeengekomen periode alleen rente op de uitstaande hoofdsom wordt betaald, waarbij de uitstaande hoofdsom niet verandert.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Referentietarief

Data-attribuut

Referentierente voor de berekening van de reële rentevoet.

Referentietariefcode

Waarde

De referentietariefcode is een combinatie van de referentietariefwaarde en de looptijdwaarde.

De volgende referentietariefwaarden moeten gebruikt worden:

Euribor, USD LIBOR, GBP LIBOR, EUR LIBOR, JPY LIBOR, CHF LIBOR, MIBOR, overige enkelvoudige referentietarieven, overige meervoudige referentietarieven.

De volgende looptijdwaarden moeten worden gebruikt:

overnight, een week, twee weken, drie weken, een maand, twee maanden, drie maanden, vier maanden, vijf maanden, zes maanden, zeven maanden, acht maanden, negen maanden, tien maanden, elf maanden, twaalf maanden.

De referentietariefcode wordt als volgt samengesteld: de referentietariefwaarde wordt gecombineerd met de looptijdwaarde.

Renteverschil/-marge

Data-attribuut

Verschil of marge (uitgedrukt als een percentage) dat of die wordt toegevoegd aan het referentietarief dat wordt gebruikt voor de berekening van de rentevoet in basispunten.

Numeriek

Waarde

Rentevoet uitgedrukt als een percentage.

Plafondtarief

Data-attribuut

Maximumwaarde voor de in rekening gebrachte rentevoet.

Numeriek

Waarde

Rentevoet uitgedrukt als een percentage.

Bodemtarief

Data-attribuut

Minimumwaarde voor de in rekening gebrachte rentevoet.

Numeriek

Waarde

Rentevoet uitgedrukt als een percentage.

Doel

Data-attribuut

Classificatie van instrumenten al naargelang het type.

Aankopen in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed

Waarde

Financiering van niet-zakelijk onroerend goed. Niet-zakelijk onroerend goed wordt gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 75, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Aankopen in de vorm van zakelijk onroerend goed

Waarde

Financiering van onroerend goed anders dan niet-zakelijk onroerend goed.

Margeleningen

Waarde

Instrumenten waarin een kredietinstelling krediet verleent in verband met de aan- of verkoop, het aanhouden of het verhandelen van effecten. Margeleningsinstrumenten omvatten geen andere leningen waarvoor onderpand verstrekt is in de vorm van effecten.

Schuldfinanciering

Waarde

Financiering van uitstaande of vervallende schuld. Dit omvat herfinanciering van schulden.

Invoer

Waarde

Financiering van goederen en diensten (aankopen, ruilhandel en/of giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen.

Uitvoer

Waarde

Financiering van goederen en diensten (verkopen, ruilhandel en/of giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen.

Bouwinvestering

Waarde

Financiering van de bouw van panden, infrastructuur en industriële faciliteiten.

Bedrijfskapitaalfaciliteit

Waarde

Financiering van cashflowbeheer van een organisatie.

Overige doeleinden

Waarde

Overige doeleinden die niet zijn opgenomen in een van de hierboven opgesomde categorieën.

Afschrijvingstype

Data-attribuut

Aflossingstype van het instrument, waaronder de hoofdsom en de rente.

Frans

Waarde

Aflossing waarin het totale bedrag — hoofdsom plus rente — terugbetaald bij iedere termijn hetzelfde is.

Duits

Waarde

Afschrijving waarvan de eerste termijn alleen rente is en de resterende termijnen constant zijn, inclusief kapitaalafschrijving en rente.

Vasteaflossingsschema

Waarde

Aflossingen waarin de bij iedere termijn betaalde hoofdsom dezelfde is.

Aflossing ineens

Waarde

Aflossing met terugbetaling van de volledige hoofdsom bij de laatste termijn.

Overig

Waarde

 

Betalingsfrequentie

Data-attribuut

Frequentie van verschuldigde betalingen, hetzij hoofdsom, hetzij rente, d.w.z. aantal maanden tussen betalingen.

Maandelijks

Waarde

Maandelijks

Driemaandelijks

Waarde

Driemaandelijks

Halfjaarlijks

Waarde

Halfjaarlijks

Jaarlijks

Waarde

Jaarlijks.

Aflossing ineens

Waarde

Aflossing met terugbetaling van de volledige hoofdsom bij de laatste termijn, ongeacht de frequentie van de rentebetalingen.

Nulcoupon

Waarde

Aflossing met terugbetaling van de volledige hoofdsom en rente bij de laatste termijn.

Overig

Waarde

Overige betalingsfrequenties die niet zijn opgenomen in een van de hierboven opgesomde categorieën.

Identificatiecode-syndicaatcontract

Data-attribuut

„Identificatiecode-contract” toegepast door de hoofdbemiddelaar bij het syndicaatcontract. Elk syndicaatcontract heeft één „identificatiecode-syndicaatcontract”. Deze waarde blijft onveranderd en de hoofdbemiddelaar kan deze niet als identificatiecode-contract voor andere contracten gebruiken. Alle crediteuren die partij zijn bij het syndicaatcontract, moeten dezelfde „identificatiecode-syndicaatcontract” gebruiken.

Alfanumeriek

Waarde

Een code samengesteld uit alfabetische en numerieke symbolen.

Achtergestelde schulden

Data-attribuut

Identificatie van achtergestelde schuld. Achtergestelde schuldinstrumenten geven een ondergeschikte vordering op de uitgevende instelling die alleen kan worden uitgeoefend nadat alle vorderingen met een hogere status (bijv. deposito's/leningen) zijn voldaan.

Achtergestelde schulden

Waarde

Het instrument is een achtergestelde schuld zoals bedoeld in de tabel van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33).

Niet-achtergestelde schuld

Waarde

Het instrument is niet-achtergesteld.

Terugbetalingsrecht

Data-attribuut

Indeling van kredietblootstellingen naar het recht van de crediteur om terugbetaling van de blootstelling te kunnen eisen.

Direct opvraagbaar of op korte termijn

Waarde

Instrumenten die op verzoek van de crediteur onmiddellijk opeisbaar of op korte termijn opvraagbaar zijn.

Overig

Waarde

Instrumenten waarop andere opeisbaarheidsrechten van toepassing zijn dan onmiddellijke opeisbaarheid of opvraagbaarheid op korte termijn.

Fiduciair instrument

Data-attribuut

Identificatie van instrumenten waarbij de gecontroleerde tegenpartij in eigen naam optreedt, maar voor rekeningen van een derde die tevens het risico draagt.

Fiduciair instrument

Waarde

Te gebruiken indien het instrument fiduciair geplaatst wordt.

Niet-fiduciair instrument

Waarde

Te gebruiken indien het instrument niet fiduciair geplaatst wordt.

Toegezegde leningenbedrag bij aanvang

Data-attribuut

Maximumblootstelling van de gecontroleerde tegenpartij op de aanvangsdatum van het instrument ongeacht enige aangehouden protectie of andere kredietverbeteringen. Totaalbedrag toegezegde leningen bij aanvang wordt tijdens het goedkeuringsproces vastgesteld en beoogt om voor het betreffende instrument het kredietrisicobedrag van de gecontroleerde tegenpartij ten aanzien van een tegenpartij te beperken.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Wijziging in reële waarde vanwege gewijzigd kredietrisico voor aankoop

Data-attribuut

Het verschil tussen het nominale uitstaande bedrag en de aankoopprijs van het instrument op de aankoopdatum. Dit bedrag moet gerapporteerd worden voor instrumenten die vanwege versterkt kredietrisico worden aangekocht voor een lager bedrag dan het uitstaande bedrag.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Financiële gegevens

Rentevoet

Data-attribuut

Overeengekomen rente uitgedrukt in procenten per jaar of nauwkeurig omschreven rentevoet, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1072/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/34) (6).

Numeriek

Waarde

Rentevoet uitgedrukt als een percentage.

Volgende renteherzieningsdatum

Data-attribuut

De datum van de volgende rentevoetherziening, zoals bedoeld in deel 3 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33). Indien op het instrument geen toekomstige renteherziening van toepassing is, wordt de wettelijke eindvervaldatum gerapporteerd.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Overgeboekt bedrag

Data-attribuut

Overgeboekt bedrag van de economische eigendom van het financieel activum.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Wanbetalingsstatus van het instrument

Data-attribuut

Identificatie van wanbetalingsstatus van het instrument. Categorieën beschrijven de situaties waarin voor een instrument sprake kan zijn van wanbetaling overeenkomstig artikel 178 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Geen wanbetaling

Waarde

Geen wanbetaling van het instrument overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Wanbetaling vanwege onwaarschijnlijkheid van betaling

Waarde

Wanbetaling van instrumenten omdat het onwaarschijnlijk is dat de debiteur zal betalen, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Wanbetaling vanwege meer dan 90/180 dagen achterstalligheid

Waarde

Wanbetaling van instrumenten omdat de schuldachterstalligheid meer dan 90/180 dagen bedraagt, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Wanbetaling vanwege onwaarschijnlijke betaling en meer dan 90/180 dagen achterstalligheid

Waarde

Wanbetaling van instrument omdat het zowel onwaarschijnlijk geacht wordt dat de debiteur zal betalen, alsook dat de schuldachterstalligheid meer dan 90/180 dagen bedraagt, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Achterstallige betalingen voor het instrument

Data-attribuut

Totaalbedrag hoofdsom, rente en toeslag dat op de rapportagedatum uitstaat dat contractueel verschuldigd is en niet werd betaald (achterstallig). Dit bedrag moet steeds gerapporteerd worden. 0 moet gerapporteerd worden indien het instrument op de rapportagedatum niet achterstallig was.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Datum achterstallige betalingen voor het instrument

Data-attribuut

Datum waarop het instrument achterstallig werd overeenkomstig deel 2.48 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Dit is de meest recente aan de rapportagereferentiedatum voorafgaande datum en moet gerapporteerd worden indien het instrument op de rapportagereferentiedatum achterstallig is.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Datum wanbetalingsstatus van het instrument

Data-attribuut

De datum waarop de in de data-attribuut gerapporteerde „wanbetalingsstatus van het instrument” geacht wordt te zijn ingetreden.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Type securitisatie

Data-attribuut

Identificatie van het type securitisatie overeenkomstig artikel 242, leden 10 en 11 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Traditionele securitisatie

Waarde

Instrument dat werd gesecuritiseerd in een traditionele securitisatie.

Synthetische securitisatie

Waarde

Instrument dat werd gesecuritiseerd in een synthetische securitisatie.

Niet-gesecuritiseerd

Waarde

Instrument dat noch in een traditionele, noch in een synthetische securitisatie gesecuritiseerd werd.

Uitstaand nominaal bedrag

Data-attribuut

Hoofdsom uitstaande aan het einde van de rapportagereferentiedatum, inclusief onbetaalde achterstalligheidsrente maar exclusief opgebouwde rente. Het uitstaand nominaal bedrag moet gerapporteerd worden minus de afschrijvingen en waardeverminderingen zoals vastgesteld door de relevante boekhoudpraktijken.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Bedrag buiten de balanstelling

Data-attribuut

Totaalbedrag van buitenbalansblootstellingen Dit omvat enige toegezegde kredietverstrekking voordat omrekeningsfactoren en kredietrisicolimiteringstechnieken worden overwogen. Dit bedrag is de beste weergave van de maximumblootstelling van de instelling aan kredietrisico ongeacht enige aangehouden protectie of andere kredietverbeteringen.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Opgebouwde rente

Data-attribuut

Het bedrag aan opgebouwde rente op leningen op de rapportagereferentiedatum zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33). Overeenkomstig het algemene beginsel van de periodetoerekening van opbrengsten en kosten, dient lopende rente op instrumenten op de balans te worden opgenomen naarmate die gevormd wordt (d.w.z. op basis van periodieke toerekening) en niet wanneer de rente feitelijk betaald wordt (d.w.z. op kasbasis).

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Boekhoudkundige gegevens

Boekhoudkundige indeling van instrumenten

Data-attribuut

Boekhoudkundig portfolio waarin het instrument wordt vastgelegd in overeenstemming met de standaard voor financiële verslaggeving — IFRS of GAAP — krachtens Verordening (EU) 2015/534 (ECB/2015/13) zoals toegepast door de juridische entiteit van de gecontroleerde tegenpartij.

IFRS boekhoudkundige portfolio's

Tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

Waarde

Tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's overeenkomstig IFRS.

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Waarde

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa overeenkomstig IFRS.

Financiële activa in de niet-handelsportefeuille verplicht gewaardeerd tegen reële waarde via de winst- of verliesrekening

Waarde

Financiële activa in de niet-handelsportefeuille verplicht gewaardeerd tegen reële waarde via de winst- of verliesrekening overeenkomstig IFRS.

Via de winst- of verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa

Waarde

Via de winst- of verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa en als dusdanig gewaardeerd bij de eerste opname of daarna overeenkomstig IFRS, met uitzondering van de als financiële voor handelsdoeleinden aangehouden activa.

Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten

Waarde

Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten op grond van het bedrijfsmodel en cashflowkenmerken overeenkomstig IFRS.

Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs

Waarde

Financiële activa die tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd worden overeenkomstig IFRS.

Nationale GAAP boekhoudkundige portfolio's

Kasmiddelen en cashsaldi van centrale banken

Waarde

Kasmiddelen en cashsaldi van centrale banken overeenkomstig nationale GAAP.

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Waarde

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa overeenkomstig nationale GAAP.

Financiële activa in de niet-handelsportefeuille verplicht gewaardeerd tegen reële waarde via de winst- of verliesrekening

Waarde

Financiële activa in de niet-handelsportefeuille verplicht gewaardeerd tegen reële waarde via de winst- of verliesrekening overeenkomstig nationale GAAP.

Financiële activa in de handelsportefeuille

Waarde

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa overeenkomstig nationale GAAP.

Via de winst- of verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa

Waarde

Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde via de winst- of verliesrekening overeenkomstig nationale GAAP.

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Waarde

Voor verkoop beschikbare financiële activa overeenkomstig nationale GAAP.

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille via de winst- of verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerd

Waarde

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille via de winst- of verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerd overeenkomstig nationale GAAP.

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen

Waarde

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen overeenkomstig nationale GAAP.

Leningen en kortlopende vorderingen

Waarde

Leningen en kortlopende vorderingen overeenkomstig nationale GAAP.

Tot het einde van de looptijd aangehouden deelnemingen

Waarde

Tot het einde van de looptijd aangehouden deelnemingen overeenkomstig nationale GAAP.

Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille

Waarde

Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille overeenkomstig nationale GAAP.

Overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille

Waarde

Overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille overeenkomstig nationale GAAP.

Registratie op de balans

Data-attribuut

Registratie op de balans van het financieel activum.

Geheel in de balanstelling opgenomen

Waarde

Instrument geheel in de balanstelling opgenomen overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

In de balanstelling opgenomen naargelang de betrokkenheid van de instelling

Waarde

Instrument in de balanstelling opgenomen naargelang de betrokkenheid van de instelling overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Geheel uit de balanstelling verwijderd

Waarde

Instrument geheel uit de balanstelling verwijderd overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Bronnen van bezwaring

Data-attribuut

Een activum wordt behandeld als bezwaard indien er een pandrecht op rust of indien op dat activum een regeling van toepassing is ter waarborging, zekerheidsstelling of kredietverbetering van een instrument waaruit het niet vrijelijk kan worden teruggetrokken.

Centralebankfinanciering

Waarde

Centralebankfinanciering (alle types, waaronder repo's), overeenkomstig technische uitvoeringsnormen van de Europese Bankautoriteit (EBA) inzake activabezwaringrapportage zoals bedoeld in artikel 99, lid 5, en artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Op de beurs verhandelde derivaten

Waarde

Op de beurs verhandelde derivaten overeenkomstig technische uitvoeringsnormen van de EBA inzake activabezwaringrapportage zoals bedoeld in artikel 99, lid 5, en artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

OTC-derivaten

Waarde

OTC-derivaten overeenkomstig technische uitvoeringsnormen van de EBA inzake activabezwaringrapportage zoals bedoeld in artikel 99, lid 5, en artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Deposito's — repo's met wederinkoop, m.u.v. deposito's — repo's met wederinkoop aan centrale banken

Waarde

Repo's met uitzondering van repo's aan centrale banken overeenkomstig technische uitvoeringsnormen van de EBA inzake activabezwaringrapportage zoals bedoeld in artikel 99, lid 5, en artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Deposito s met uitzondering van repo's

Waarde

Deposito's met uitzondering van repo's overeenkomstig technische uitvoeringsnormen van de EBA inzake activabezwaringrapportage zoals bedoeld in artikel 99, lid 5, en artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Uitgegeven schuldbewijzen — gedekte obligaties

Waarde

Gedekte obligaties uitgegeven overeenkomstig technische uitvoeringsnormen van de EBA inzake activabezwaringrapportage zoals bedoeld in artikel 99, lid 5, en artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Uitgegeven schuldbewijzen — effecten op onderpand van activa

Waarde

Effecten op onderpand van activa uitgegeven overeenkomstig technische uitvoeringsnormen van de EBA inzake activabezwaringrapportage zoals bedoeld in artikel 99, lid 5, en artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Uitgegeven schuldbewijzen m.u.v. gedekte obligaties en ABS

Waarde

Uitgegeven schuldbewijzen m.u.v. gedekte obligaties en ABS overeenkomstig technische uitvoeringsnormen van de EBA inzake activabezwaringrapportage zoals bedoeld in artikel 99, lid 5, en artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Overige bronnen van bezwaring

Waarde

Overige bronnen van bezwaring overeenkomstig technische uitvoeringsnormen van de EBA inzake activabezwaringrapportage zoals bedoeld in artikel 99, lid 5, en artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Geen bezwaring

Waarde

Instrument dat niet verpand is, noch is op dat instrument een regeling van toepassing ter waarborging, zekerheidsstelling of kredietverbetering van een instrument waaruit het niet vrijelijk kan worden teruggetrokken

Gecumuleerde afschrijvingen

Data-attribuut

Cumulatieve bedrag van hoofdsom en achterstalligheidsrente van schuldinstrumenten die de instelling niet langer in de balanstelling opneemt, omdat zij oninbaar geacht worden, ongeacht de portfolio waarvan zij deel uitmaken. Afschrijvingen kunnen veroorzaakt worden door zowel verlagingen van de boekwaarde van rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen financiële activa, alsook van verlagingen van de bedragen van de voorzieningen voor kredietverliezen welke worden verrekend met de boekwaarde van financiële activa.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Gecumuleerde waardevermindering

Data-attribuut

Het bedrag van voorzieningen voor verliezen ter dekking van of toegerekend aan het instrument op de rapportagereferentiedatum. Dit data-attribuut is van toepassing op instrumenten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan krachtens de toepasselijke toepasselijke standaard voor financiële verslaggeving.

Krachtens IFRS betreft de gecumuleerde bijzondere waardevermindering de volgende bedragen:

i)

voorziening voor verlies ten belope van een bedrag dat gelijk is aan twaalf maanden verwachte kredietverliezen;

ii)

voorziening voor verlies ten belope van een bedrag dat gelijk is aan voor de hele looptijd verwachte kredietverliezen;

Krachtens GAAP betreft de gecumuleerde bijzondere waardevermindering de volgende bedragen:

i)

voorziening voor verlies ten belope van een bedrag dat gelijk is aan de algemene voorzieningen;

ii)

voorziening voor verlies ten belope van een bedrag dat gelijk is aan de specifieke voorzieningen.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Type bijzondere waardevermindering

Data-attribuut

Type bijzondere waardevermindering

Fase 1 (IFRS)

Waarde

Toe te passen indien op het instrument geen bijzondere waardevermindering van toepassing was en een voorziening voor verliezen ten belope van twaalf maanden verwachte kredietverliezen wordt tegengeboekt tegen het instrument krachtens het IFRS. Alleen voor instrumenten waarop krachtens IFRS 9 een bijzondere waardevermindering van toepassing is

Fase 2 (IFRS)

Waarde

Toe te passen indien op het instrument geen bijzondere waardevermindering van toepassing was en een voorziening voor verliezen ten belope van voor de hele looptijd verwachte kredietverliezen wordt tegengeboekt tegen het instrument krachtens het IFRS. Alleen voor instrumenten waarop krachtens IFRS 9 een bijzondere waardevermindering van toepassing is

Fase 3 (IFRS)

Waarde

Te gebruiken indien het instrument verminderde kredietwaarde heeft krachtens IFRS 9.

Algemene voorzieningen (GAAP)

Waarde

Toe te passen indien op het instrument een bijzondere waardevermindering van toepassing is overeenkomstig een toegepaste standaard voor financiële verslaggeving, met uitzondering van IFRS 9, en geen specifieke voorzieningen tegen het instrument worden tegengeboekt (geen bijzondere waardevermindering).

Specifieke voorzieningen (GAAP)

Waarde

Toe te passen indien op het instrument een bijzondere waardevermindering van toepassing is overeenkomstig een toegepaste standaard voor financiële verslaggeving, met uitzondering van IFRS 9, en specifieke voorzieningen worden tegengeboekt, ongeacht of het afzonderlijk of collectief vastgestelde voorzieningen betreft (bijzondere waardevermindering).

Geen bijzondere waardevermindering

Waarde

Toe te passen indien op het instrument geen bijzondere waardevermindering van toepassing is overeenkomstig een toepasselijke standaard voor financiële verslaggeving.

Vaststellingsmethode bijzondere waardevermindering

Data-attribuut

De methode waarmee de bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld, indien op het instrument overeenkomstig toegepaste standaards voor financiële verslaggeving bijzondere waardevermindering van toepassing is. Er wordt onderscheiden tussen collectieve en individuele methoden.

Individueel vastgesteld

Waarde

Toe te passen indien op het instrument bijzondere waardevermindering van toepassing is overeenkomstig een toepasselijke standaard voor financiële verslaggeving en het instrument individueel op bijzondere waardevermindering beoordeeld wordt.

Collectief vastgesteld

Waarde

Toe te passen indien op het instrument bijzondere waardevermindering van toepassing is overeenkomstig een toepasselijke standaard voor financiële verslaggeving en het instrument collectief op bijzondere waardevermindering beoordeeld wordt door groepering met instrumenten die gelijkaardige kredietrisicokenmerken hebben.

Geen bijzondere waardevermindering

Waarde

Toe te passen indien op het instrument geen bijzondere waardevermindering van toepassing is overeenkomstig een toepasselijke standaard voor financiële verslaggeving.

Gecumuleerde wijzigingen in reële waarde vanwege kredietrisico

Data-attribuut

Gecumuleerde wijzigingen van de reële waarde vanwege kredietrisico overeenkomstig deel 2.46 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Inbaarheidsstatus van het instrument

Data-attribuut

Het instrument moet op de rapportagereferentiedatum in een van de volgende categorieën ingedeeld worden:

Niet-renderend

Waarde

Niet-renderende instrumenten overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Renderend

Waarde

Renderende instrumenten overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Datum inbaarheidsstatus van het instrument

Data-attribuut

De datum waarop de in de data-attribuut gerapporteerde inbaarheidsstatus „inbaarheidsstatus van het instrument” geacht wordt te zijn vastgesteld of gewijzigd.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Met buitenbalansblootstellingen verband houdende voorzieningen

Data-attribuut

Het bedrag van voorzieningen voor buitenbalansbedragen.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Respijt- en heronderhandelingsstatus

Data-attribuut

Vaststelling van respijt- en heronderhandelde instrumenten.

Respijt: instrument met een gewijzigde rentevoet die lager is dan marktvoorwaarden

Waarde

Respijtmaatregelen zijn van toepassing op instrumenten met gewijzigde voorwaarden waaronder een gewijzigde rentevoet die lager is dan marktvoorwaarden overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1072/2013 (ECB/2013/34).

Respijt: instrumenten met andere gewijzigde voorwaarden

Waarde

Respijtmaatregelen zijn van toepassing op instrumenten met gewijzigde voorwaarden m.u.v. een gewijzigde rentevoet die lager is dan marktvoorwaarden overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Respijt: geheel of gedeeltelijk geherfinancierde schuld

Waarde

Respijtmaatregelen zijn van toepassing op geherfinancierde schuld overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Heronderhandeld instrument zonder respijtmaatregelen

Waarde

Een instrument met gewijzigde financiële voorwaarden en waarop geen respijtmaatregelen van toepassing zijn overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Geen respijt noch heronderhandeld

Waarde

Respijtmaatregelen noch heronderhandeling zijn van toepassing overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Gecumuleerde terugvorderingen sedert wanbetaling

Data-attribuut

Het totale sedert de datum van wanbetaling teruggevorderde bedrag.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Datum van de respijt- en heronderhandelingsstatus

Data-attribuut

De datum waarop de in het data-attribuut „status van respijt en heronderhandeling” gerapporteerde respijt- of heronderhandelingsstatus geacht wordt te zijn ingetreden.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Prudentiële portefeuille

Data-attribuut

Indeling van blootstellingen in de handelsportefeuille overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 86, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Handelsportefeuille

Waarde

Instrumenten in de handelsportefeuille overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 86, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Niet-handelsportefeuille

Waarde

Instrumenten niet in de handelsportefeuille overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 86, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Boekwaarde

Data-attribuut

De boekwaarde overeenkomstig bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Gegevens tegenpartij-instrument

Rol tegenpartij

Data-attribuut

Rol van de tegenpartijen in een instrument.

Crediteur

Waarde

Tegenpartij die het kredietrisico draagt van een instrument, met uitzondering van een protectiegever.

Debiteur

Waarde

Tegenpartij die het kredietrisico genereert van een instrument, met uitzondering van een protectiegever.

Beheerder

Waarde

Tegenpartij die verantwoordelijk is voor het administratieve en financiële beheer van een instrument.

Initiator

Waarde

Tegenpartij bij een securitisatietransactie, zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40).

Gegevens hoofdelijke aansprakelijkheden

Bedrag hoofdelijke aansprakelijkheden

Data-attribuut

Uitstaand nominaal bedrag waarvoor iedere debiteur aansprakelijk is met betrekking tot een enkel instrument waarvoor twee of meer debiteuren bestaan.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Gegevens genoten protectie

Protectievervaldatum

Data-attribuut

De contractuele protectievervaldatum die de eerst mogelijke datum is waarop de protectie kan aflopen of beëindigd kan worden, rekening houdend met overeenkomsten die de initiële contracten wijzigen.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Type protectie

Data-attribuut

Type ontvangen protectie, ongeacht of het voor kredietrisicolimitering in aanmerking komt.

Goud

Waarde

Goud overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Chartaal geld en deposito's

Waarde

Chartaal geld en deposito's: zoals bedoeld in punt 5.74 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Effecten

Waarde

Effecten: zoals bedoeld in punt 5.89 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Leningen

Waarde

Leningen: zoals bedoeld in punt 5.112 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

Deelnemingen en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

Waarde

Deelnemingen en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen: zoals bedoeld in punt 5.139 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013

Kredietderivaten

Waarde

Kredietderivaten, zijnde:

kredietderivaten die voldoen aan de definitie van financiële garanties: zoals bedoeld in bijlage V, deel 2, punt 58, onder b), van Verordening (EU) nr. 680/2014;

kredietderivaten niet zijnde financiële garanties: zoals bedoeld in bijlage V, deel 2, punt 67, onder d), van Verordening (EU) nr. 680/2014.

Kredietderivaten omvatten de beleenbare kredietderivaten zoals bedoeld in artikel 204 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Financiële garanties m.u.v. kredietderivaten

Waarde

Financiële garanties m.u.v. kredietderivaten overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Handelskrediet

Waarde

Handelsvorderingen: zoals bedoeld in bijlage V, deel 2, punt 5.41, onder c, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Verpande levensverzekeringsovereenkomsten

Waarde

Aan kredietverstrekkende instellingen in pand gegeven levensverzekeringspolissen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Zekerheden in de vorm van niet-zakelijk onroerend goed

Waarde

Niet-zakelijk onroerend goed: zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 75, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Kantoorgebouwen of andere zakelijke panden

Waarde

Kantoorgebouwen of andere zakelijke panden overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Zekerheden in de vorm van zakelijk onroerend goed

Waarde

Onroerend goed m.u.v. niet-zakelijk onroerend goed, kantoorgebouwen of andere zakelijke panden.

Overige fysieke zekerheden

Waarde

Overige fysieke zekerheden overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 en niet opgenomen in eerdere waarden.

Overige protectie

Waarde

 

Protectiewaarde

Data-attribuut

Het protectiewaardebedrag zoals volgens de waarderingsbenadering is vastgesteld voor het relevante „type protectiewaarde”.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Type protectiewaarde

Data-attribuut

Vaststelling van het type waarde zoals bedoeld in het data-attribuut „protectiewaarde”.

Nominale som

Waarde

De contractueel overeengekomen nominale som of nominale waarde die wordt gebruikt voor de berekening van betalingen ingeval de protectie toegepast wordt.

Reële waarde

Waarde

De te ontvangen prijs ingeval van verkoop van een activum of die wordt betaald om een passivum in een geordende transactie over te dragen tussen twee marktpartijen op de waarderingsdatum.

Te gebruiken indien de protectie geen onroerend goed is.

Marktwaarde

Waarde

De huidige „marktwaarde” van onroerend goed zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 76, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Te gebruiken indien de protectie onroerend goed betreft wanneer de marktwaarde wordt gerapporteerd in het data-attribuut „protectiewaarde”.

Op lange termijn gerichte duurzame waarde

Waarde

De „hypotheekwaarde” van onroerend goed zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 74, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Te gebruiken indien de protectie onroerend goed betreft wanneer de „hypotheekwaarde” wordt gerapporteerd in het data-attribuut „protectiewaarde”.

Overige protectiewaarde

Waarde

Overige protectiewaarde die niet is opgenomen in een van de hierboven opgesomde categorieën.

Locatie onroerendgoedonderpand

Data-attribuut

Regio of land waar het onderpand gelegen is.

ISO 3166-1 alpha-2 codes

Waarde

ISO 3166-1 alpha-2 codes van het land waarin het onderpand gelegen is, voor niet in een rapporterende lidstaat gelegen onderpand.

NUTS 3-regio

Waarde

NUTS 3-regio's waarin het onderpand gelegen is, voor niet in een rapporterende lidstaat gelegen onderpand.

Gegevens protectiewaarde

Data-attribuut

De datum waarop de meest recente aan de rapportagereferentiedatum voorafgaande protectie-evaluatie of -waardering werd uitgevoerd.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Protectiewaarderingsbenadering

Data-attribuut

Type protectiewaardering; ter vaststelling van de protectiewaarde gebruikte methode.

Mark-to-market

Waarde

Waarderingsmethode volgens welke de protectiewaarde is gebaseerd op aan actieve markten niet-aangepaste genoteerde prijzen voor identieke of soortgelijke activa of passiva;

Schatting door tegenpartij

Waarde

Waarderingsmethode volgens welke de protectiegever de waardering uitvoert.

Waardering door crediteur

Waarde

Waarderingsmethode volgens welke de crediteur de waardering uitvoert: waardering door een externe of bedrijfstaxateur die over de nodige kwalificaties, bekwaamheid en ervaring beschikt om een waardering uit te voeren en die niet onafhankelijk is in het kredietacceptatieproces.

Waardering door een derde

Waarde

Waarderingsmethode volgens welke de waardering wordt uitgevoerd door een taxateur die onafhankelijk is in het kredietacceptatieproces.

Ander type waardering

Waarde

Ander niet in de overige categorieën opgenomen type waardering.

Oorspronkelijke protectiewaarde

Data-attribuut

De reële protectiewaarde op de datum waarop deze oorspronkelijk werd ontvangen als een kredietprotectie.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Datum oorspronkelijke protectiewaarde

Data-attribuut

De oorspronkelijke protectiewaarderingsdatum, d.w.z. de datum waarop de meest recente protectie-evaluatie of -waardering werd uitgevoerd voorafgaande aan de initiële ontvangst ervan als een kredietprotectie.

Datum

Waarde

Omschreven als dd/mm/jjjj.

Gegevens instrument — genoten protectie

Toegekende waarde protectie

Data-attribuut

Het maximumprotectiewaardebedrag dat kan worden beschouwd als instrumentkredietprotectie. Het bedrag van de bestaande voorrangsrechten van derden of gecontroleerde tegenpartijen ten opzichte van de protectie moet worden uitgesloten van de toegekende protectiewaarde. Ten aanzien van protectie die beleenbaar is krachtens Verordening (EU) nr. 575/2013, moet deze waarde worden gerapporteerd overeenkomstig deel 2 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de rapportagereferentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).

Voorrangsrechten van derden tegen de protectie

Data-attribuut

Het maximumbedrag van enige bestaande hoger in rang zijnde pandrechten ten opzichte van derden, m.u.v. de gecontroleerde tegenpartij, tegen de protectie.

Numeriek

Waarde

Bedrag in euro. Posten in vreemde valuta worden op de referentiedatum geconverteerd in euro tegen de respectieve ECB-euroreferentiewisselkoersen (i.e. de middenkoers).


(1)  Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank van 18 oktober 2013 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten (ECB/2013/40) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 107).

(2)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

(3)  Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (2003/361/EG) (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(4)  Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1).

(5)  Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 1072/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (ECB/2013/34) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 51).


BIJLAGE V

Door de feitelijke populatie van informatieplichtigen toe te passen minimumnormen

Informatieplichtigen nemen de volgende minimumnormen in acht om aan de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank (ECB) te voldoen.

1.

Gemeenschappelijke normen voor transmissie:

a)

de rapportage vindt tijdig plaats en binnen de termijn die door de desbetreffende nationale centrale bank (NCB) is vastgesteld;

b)

vorm en formaat van de statistische rapporten voldoen aan de technische rapportagevereisten die hiervoor door de desbetreffende NCB zijn vastgesteld;

c)

de informatieplichtige verstrekt elke betrokken NCB details inzake één of meerdere contactpersonen;

d)

de datatransmissie aan de desbetreffende NCB gebeurt met inachtneming van de daarvoor vastgestelde technische specificaties.

2.

Minimumnormen voor nauwkeurigheid:

a)

statistische informatie is juist: aan alle lineaire verbanden wordt voldaan, bijv. opgetelde subtotalen zijn gelijk aan de totalen, en de gegevens van de verschillende perioden zijn consistent;

b)

informatieplichtigen zijn in staat informatie te verschaffen over de ontwikkelingen waarop de verstrekte gegevens duiden;

c)

statistische gegevens zijn volledig en bevatten geen voortdurende en structurele leemtes; rapportageleemtes hebben overgangskarakter en worden aan de NCB gerapporteerd (en door de NCB gerapporteerd aan de ECB), de betrokken NCB wordt een verklaring gegeven en die overgangsleemten, waar van toepassing, worden zo snel mogelijk verholpen;

d)

informatieplichtigen houden zich aan de afmetingen, het afrondingsbeleid en decimalen die door de betreffende NCB voor de technische transmissie van de gegevens zijn vastgesteld.

3.

Minimumnormen voor conceptuele naleving:

a)

statistische gegevens worden gepresenteerd met inachtneming van de definities en classificaties zoals vervat in deze verordening;

b)

in geval van afwijking van deze definities en classificaties, maken informatieplichtigen onverwijld verschillen tussen de gebruikte maatstaf en de maatstaf in deze verordening ongedaan;

c)

informatieplichtigen verklaren een eventuele breuk in de verstrekte gegevens ten opzichte van de cijfers van voorgaande perioden.

4.

Minimumnormen voor herzieningen:

De informatieplichtigen volgen het door de ECB en de betrokken NCB vastgestelde herzieningenbeleid en herzieningsprocedures. Herzieningen die afwijken van regelmatige herzieningen worden van een toelichting voorzien.


Naar boven