Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 32016O0033
Guideline (EU) 2016/2300 of the European Central Bank of 2 November 2016 amending Guideline ECB/2014/31 on additional temporary measures relating to Eurosystem refinancing operations and eligibility of collateral (ECB/2016/33)
Richtsnoer (EU) 2016/2300 van de Europese Centrale Bank van 2 november 2016 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/31 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand (ECB/2016/33)
Richtsnoer (EU) 2016/2300 van de Europese Centrale Bank van 2 november 2016 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/31 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand (ECB/2016/33)
PB L 344 van 17.12.2016, blz. 123–125
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Van kracht
17.12.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 344/123 |
RICHTSNOER (EU) 2016/2300 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 2 november 2016
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/31 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand (ECB/2016/33)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 2,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name het artikel 3.1, eerste streepje, artikel 5.1, artikel 12.1, artikel 14.3 en artikel 18.2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op alle beleenbare activa voor Eurosysteemkrediettransacties moeten specifieke risicobeheersingsmaatregelen van toepassing zijn ter bescherming van het Eurosysteem tegen financiële schade wanneer het onderpand te gelde moet worden gemaakt vanwege wanbetaling van een wederpartij. Ten gevolge van de regelmatige herziening van het risicobeheersingskader van het Eurosysteem moeten meerdere wijzigingen uitgevoerd worden om adequate bescherming te waarborgen. |
(2) |
Derhalve moet Besluit ECB/2014/31 van de Europese Centrale Bank (1) dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Richtsnoer ECB/2014/31
Richtsnoer ECB/2014/31 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
De bijlage bij dit richtsnoer wordt ingevoegd als bijlage II bis. |
Artikel 2
Inwerkingtreding en implementatie
1. Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van kennisgeving aan de nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten.
2. De nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten nemen de nodige maatregelen om te voldoen aan dit richtsnoer en passen die maatregelen met ingang van 1 januari 2017 toe. Zij stellen de ECB uiterlijk op 5 december 2016 in kennis van de met die maatregelen verband houdende teksten en middelen.
Artikel 3
Geadresseerden
Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.
Gedaan te Frankfurt am Main, 2 november 2016.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) Richtsnoer ECB/2014/31 van de Europese Centrale Bank van 9 juli 2014 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (PB L 240 van 13.8.2014, blz. 28).
BIJLAGE
„BIJLAGE II bis
Surpluspercentages toegepast op uit hoofde van artikel 3, lid 2, van dit richtsnoer beleenbare effecten op onderpand van activa
Gewogen gemiddelde restlooptijd |
Surpluspercentage |
0-1 |
6,0 |
1-3 |
9,0 |
3-5 |
13,0 |
5-7 |
15,0 |
7-10 |
18,0 |
>10 |
30,0” |