EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32013D0041(01)

2014/4/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 22 oktober 2013 met betrekking tot overgangsbepalingen voor de toepassing van reserveverplichtingen door de Europese Centrale Bank na de invoering van de euro in Letland (ECB/2013/41)

PB L 3 van 8.1.2014, blz. 9–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/4(3)/oj

8.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 3/9


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 22 oktober 2013

met betrekking tot overgangsbepalingen voor de toepassing van reserveverplichtingen door de Europese Centrale Bank na de invoering van de euro in Letland

(ECB/2013/41)

(2014/4/EU)

DE DIRECTIE VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 19.1 en het eerste streepje van artikel 46.2,

Gezien Verordening (EG) nr. 2531/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de toepassing van reserveverplichtingen door de Europese Centrale Bank (1),

Gezien Verordening (EG) nr. 1745/2003 van de Europese Centrale Bank van 12 september 2003 inzake de toepassing van reserveverplichtingen (ECB/2003/9) (2),

Gezien Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (3),

Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (4), inzonderheid artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 4,

Gezien Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (5),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De invoering van de euro door Letland op 1 januari 2014 betekent dat met ingang van die datum reserveverplichtingen gelden voor in Letland gevestigde kredietinstellingen en bijkantoren van kredietinstellingen.

(2)

De integratie van deze entiteiten in het stelsel van reserveverplichtingen van het Eurosysteem noopt tot het aannemen van overgangsbepalingen, teneinde hun soepele integratie te waarborgen, zonder dat zulks een onevenredige last meebrengt voor kredietinstellingen in lidstaten die de euro als munt hebben, met inbegrip van Letland.

(3)

Artikel 5 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank houdt in dat de ECB, bijgestaan door de nationale centrale banken, de noodzakelijke statistische gegevens verzamelt van de bevoegde nationale autoriteiten of rechtstreeks van de economische subjecten om ook de tijdige voorbereiding op statistisch gebied te verzekeren met oog op de invoering van de euro door een lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Binnen het kader van dit besluit hebben de termen „instelling”, „reserveverplichting”, „reserveperiode” en „reservebasis” dezelfde betekenis als in Verordening (EG) nr. 1745/2003 (ECB/2003/9).

Artikel 2

Overgangsbepalingen voor in Letland gevestigde instellingen

1.   In afwijking van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1745/2003 (ECB/2003/9), geldt van 1 tot 14 januari 2014 een overgangsreserveperiode voor in Letland gevestigde instellingen.

2.   De reservebasis voor iedere in Letland gevestigde instelling gedurende de overgangsreserveperiode wordt vastgesteld op basis van haar balans per 31 oktober 2013. In Letland gevestigde instellingen rapporteren hun reservebasis aan Latvijas Banka overeenkomstig het ECB-rapportagekader voor monetaire en bancaire statistieken, zoals vastgelegd in Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33). In Letland gevestigde instellingen die een vrijstelling genieten uit hoofde van artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) berekenen voor de overgangsreserveperiode een reservebasis op basis van hun balans per 30 september 2013.

3.   Met betrekking tot de overgangsreserveperiode berekent hetzij een in Letland gevestigde instelling, hetzij Latvijas Banka de minimumreserves van die instelling. De partij die de minimumreserves berekent, legt haar berekening aan de andere partij voor, die voldoende tijd wordt gegund om de berekening te verifiëren en herzieningen in te dienen. De twee partijen bevestigen de berekende minimumreserves, met inbegrip van eventuele herzieningen ervan, ten laatste op 10 december 2013. Indien de in kennis gestelde partij het bedrag aan minimumreserves op 10 december 2013 niet heeft bevestigd, wordt ze geacht te hebben ingestemd met het berekende bedrag voor de betreffende overgangsreserveperiode.

4.   De bepalingen van artikel 3, leden 2 tot 4, zijn mutatis mutandis van toepassing op in Letland gevestigde instellingen waardoor deze instellingen voor hun initiële reserveperiodes verplichtingen ten opzichte van instellingen in Letland van hun reservebases mogen aftrekken, ofschoon die instellingen bij de berekening van de minimumreserves niet zullen voorkomen op de lijst van reserveplichtige instellingen in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1745/2003 (ECB/2003/9).

Artikel 3

Overgangsbepalingen voor instellingen gevestigd in andere lidstaten die de euro als munt hanteren

1.   De overgangsreserveperiode voor in Letland gevestigde instellingen laat de reserveperiode die overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1745/2003 (ECB/2003/9) van toepassing is op instellingen gevestigd in andere lidstaten die de euro als munt hebben, onverlet.

2.   Instellingen gevestigd in andere lidstaten die de euro als munt hanteren, kunnen besluiten voor de reserveperiodes van 11 december 2013 tot 14 januari 2014 en van 15 januari 2014 tot 11 februari 2014 verplichtingen aan in Letland gevestigde instellingen van hun reservebasis af te trekken, ook al zullen die instellingen ten tijde van de berekening van de minimumreserves niet voorkomen op de lijst van instellingen waarop de reserveverplichtingen van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1745/2003 (ECB/2003/9) van toepassing zijn.

3.   Instellingen gevestigd in andere lidstaten met de euro als munteenheid die verplichtingen aan in Letland gevestigde instellingen van hun reservebasis wensen af te trekken, berekenen hun minimumreserves voor de reserveperiodes van 11 december 2013 tot 14 januari 2014 en van 15 januari 2014 tot 11 februari 2014 respectievelijk op basis van hun balans per 31 oktober en 30 november 2013 en rapporteren statistische gegevens overeenkomstig deel 1 van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33), waarbij voor in Letland gevestigde instellingen wordt aangegeven dat het stelsel van reserveverplichtingen van de ECB reeds van toepassing is.

Dit doet geen afbreuk aan de verplichting voor instellingen om voor de betrokken perioden overeenkomstig tabel 1 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) statistische gegevens te rapporteren, waarbij in Letland gevestigde instellingen nog steeds worden vermeld als in het „buitenland” gevestigde banken.

De tabellen worden overeenkomstig de termijnen en procedures in Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) gerapporteerd.

4.   Voor de reserveperiodes die beginnen in december 2013, januari en februari 2014, berekenen instellingen gevestigd in andere lidstaten met de euro als munteenheid die een vrijstelling uit hoofde van artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) genieten en verplichtingen aan in Letland gevestigde instellingen wensen af te trekken, hun minimumreserves op basis van hun balans per 30 september 2013 en rapporteren statistische gegevens overeenkomstig deel 1 van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33), waarbij voor in Letland gevestigde instellingen wordt aangegeven dat het stelsel van reserveverplichtingen van de ECB reeds van toepassing is.

Dit doet geen afbreuk aan de verplichting voor instellingen om voor de betrokken perioden overeenkomstig tabel 1 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) statistische gegevens te rapporteren, waarbij in Letland gevestigde instellingen nog steeds worden vermeld als in het „buitenland” gevestigde banken.

De statistische gegevens worden overeenkomstig de termijnen en procedures in Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) gerapporteerd.

Artikel 4

Inwerkingtreding en toepassing

1.   Dit besluit is gericht tot Latvijas Banka, in Letland gevestigde instellingen en instellingen gevestigd in andere lidstaten die de euro als munt hanteren.

2.   Dit besluit treedt in werking op 1 november 2013.

3.   Bij gebreke van specifieke bepalingen in dit besluit, vinden de bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 1745/2003 (ECB/2003/9) en (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) toepassing.

Gedaan te Frankfurt am Main, 22 oktober 2013.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 1.

(2)  PB L 250 van 2.10.2003, blz. 10.

(3)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4.

(4)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(5)  PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1.


Naar boven