EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 52011AB0022

Advies van de Europese Centrale Bank van 11 maart 2011 inzake een aanbeveling voor een besluit van de Raad betreffende de regelingen voor de onderhandelingen over een monetaire overeenkomst met de Franse Republiek, handelend ten behoeve van de Franse autonome overzeese gemeenschap Saint-Barthélemy (CON/2011/22)

PB C 213 van 20.7.2011, blz. 16–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 213/16


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 11 maart 2011

inzake een aanbeveling voor een besluit van de Raad betreffende de regelingen voor de onderhandelingen over een monetaire overeenkomst met de Franse Republiek, handelend ten behoeve van de Franse autonome overzeese gemeenschap Saint-Barthélemy

(CON/2011/22)

2011/C 213/06

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 10 maart 2011 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een aanbeveling voor een besluit van de Raad betreffende de regelingen voor de onderhandelingen over een monetaire overeenkomst met de Franse Republiek, handelend ten behoeve van de Franse autonome overzeese gemeenschap Saint-Barthélemy (1) (hierna het „ontwerpbesluit“).

De adviesbevoegdheid van de ECB is gebaseerd op artikel 219, lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Algemene opmerkingen

1.

Alhoewel de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor besluiten betreffende het afsluiten van monetaire overeenkomsten met derde landen bij de Raad van de EU berust, zou de ECB de met lidstaten van het eurogebied geassocieerde landen en gebieden overzee niet aanmoedigen de euro als officiële munt in te voeren. In het geval van Saint-Barthélemy heeft de ECB geen bezwaren tegen het ontwerpbesluit, aangezien Saint-Barthélemy, dat deel uitmaakt van Frankrijk, de euro sinds 1999 hanteert. Om aan het Franse voornemen tegemoet te komen om de euro na 1 januari 2012 in Saint-Barthélemy te handhaven, wanneer deze gemeenschap niet langer deel zal uitmaken van het grondgebied van de EU (2), is uit hoofde van EU-recht een met de gewijzigde omstandigheden rekening houdende oplossing vereist. Tegen deze achtergrond is het afsluiten van een monetaire overeenkomst met de Franse Republiek, handelend ten behoeve van Saint-Barthélemy, een bevredigende oplossing, omdat het Frankrijk in staat zou stellen de voor het gebruik van de eenheidsmunt vereiste bepalingen van EU-recht op Saint-Barthélemy te blijven toepassen op de volgende gebieden: monetaire, bancaire en financiële wetgeving; voorschriften voor het gebruik van de euro; het voorkomen van het witwassen van geld en de preventie van fraude en vervalsing van contanten en girale betaalmiddelen; alsook voorschriften inzake medailles en penningen en inzake statistische rapportageverplichtingen.

2.

De in het ontwerpbesluit vastgelegde reikwijdte van het onderhandelingsmandaat leert de ECB dat, in tegenstelling tot de met derde landen zoals het Vorstendom Monaco, het Vorstendom Andorra, de Republiek San Marino en Vaticaanstad afgesloten overeenkomsten, deze monetaire overeenkomst niet toestaat dat Saint-Barthélemy zijn eigen euromuntstukken uitgeeft. De ECB verwelkomt deze aanpak, maar om redenen van rechtszekerheid en doorzichtigheid dient dit ten minste in de preambule van het ontwerpbesluit te worden duidelijk gemaakt.

3.

De ECB herhaalt dat overdrachten, waaronder specifieke financiële bijstand voor banken en andere financiële instellingen, die noodzakelijk zijn voor de handhaving of het herstel van financiële stabiliteit in Saint-Barthélemy, ten laste zullen komen van de schatkist van de Franse Republiek.

4.

De ECB begrijpt dat alle binnen de bevoegheid van het Eurosysteem vallende taken, waaronder monetaire-beleidstransacties en het verzamelen van statistieken, zullen worden uitgevoerd door Banque de France via het Institut d’Émission des Départements D’Outre-mer (IEDOM).

5.

De ECB begrijpt eveneens dat de monetaire overeenkomst niet beoogt dat in Saint-Barthélemy gevestigde financiële instellingen directe toegang verkrijgen tot betalings- en afwikkelsystemen binnen het eurogebied en dat een dergelijke aansluiting ook in de toekomst via de respectieve Franse autoriteiten verkregen moet worden.

6.

De ECB is stellig van mening dat haar rol in onderhandelingen over monetaire overeenkomsten met een land of gebied overzee precies dezelfde dient te zijn als in het geval van onderhandelingen over monetaire overeenkomsten met derde landen. Tegen deze achtergrond dient de tekst van het ontwerpbesluit duidelijk en ondubbelzinnig te bepalen dat instemming van de ECB is vereist inzake aangelegenheden op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen.

7.

De ECB merkt tevens op dat het ontwerpbesluit aan verschillende belangrijke aangelegenheden geen aandacht besteedt, welke aangelegenheden als volgt dienen te worden geadresseerd:

7.1.

In andere monetaire overeenkomsten is het Hof van Justitie van de Europese Unie de instelling die bevoegd is uit dergelijke overeenkomsten voorvloeiende geschillen te beslechten. Het ontwerpbesluit dient duidelijk te maken dat in dit geval dezelfde regeling van toepassing is. De ECB is van mening dat de jurisdictie van het Hof van Justitie voor dit soort overeenkomsten niet voor de hand liggend is, waarbij specifiek verwezen zij naar diverse adviezen van het Hof waarin het Hof een duidelijk onderscheid maakt tussen met lidstaten afgesloten overeenkomsten en overeenkomsten afgesloten met lidstaten die verantwoordelijk zijn voor van hen afhankelijke gebieden, d.w.z. waar lidstaten niet handelen in hun hoedanigheid van lidstaat (3).

7.2.

Eén van de belangrijkste elementen uit deze monetaire overeenkomst zou de noodzaak moeten zijn te garanderen dat vigerende en toekomstige rechtshandelingen van de EU met directe werking, bijv. verordeningen, op Saint-Barthélemy van toepassing blijven. De ECB begrijpt dat Frankrijk beoogt deze kwestie te adresseren door de betreffende Franse organieke wet te wijzigen. De ECB merkt op dat in tegenstelling tot andere monetaire overeenkomsten het ontwerpbesluit niet voorziet in de instelling van een gezamenlijk comité dat verantwoordelijk is voor het beoordelen van de voortgang op het gebied van wetswijzigingen. De ECB acht het onbevredigend dat een dergelijk lichaam ontbreekt, waarin de EU, als een van de ondertekenende partijen van de overeenkomst, deelneemt en waakt over de juiste toepassing van het relevante EU-acquis in het gebied overzee, met name indien een lokaal bancair stelsel gebruik maakt van de euro.

De ECB acht het essentieel dat de specifieke toepassing van een relevante EU-rechtshandeling geschiedt met instemming van de Commissie en de ECB (4), bijvoorbeeld door de relevante rechtshandelingen van de EU en de ECB in een bijlage bij de monetaire overeenkomst op te nemen en een dergelijke bijlage en wijzigingen daarvan in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken. Wat betreft de goedkeuring van Saint-Barthélemy betreffende rechtshandelingen op gebieden die onder de bevoegdheid van de ECB vallen, zou het ontwerpbesluit bij wijze van alternatief van Frankrijk dienen te verlangen dat de ECB voorafgaande aan de goedkeuring van dergelijke rechtshandelingen op de hoogte wordt gesteld. Bovendien dienen EU-instellingen het recht te hebben Frankrijk aangaande dergelijke rechtshandelingen om informatie te verzoeken.

7.3.

De ECB begrijpt dat Saint-Barthélemy, na de wijziging van zijn status op 1 januari 2012, niet langer onder overigens direct toepasselijke bepalingen van EU-recht zal vallen, krachtens welke de desbetreffende EU-lichamen, zoals Europol, kunnen optreden in de strijd tegen de namaak van eurobankbiljetten. Deze kwestie dient ook in de monetaire overeenkomst te worden geregeld; het ontwerpbesluit dient de EU derhalve te machtigen een dergelijke bepaling in de monetaire overeenkomst op te nemen.

Indien de ECB voorstelt het ontwerpbesluit te wijzigen, wordt een specifiek formuleringsvoorstel met een toelichting in de bijlage opgenomen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 11 maart 2011.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  SEC(2011) 249 definitief.

(2)  Artikel 3 van het Besluit van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy ten aanzien van de Europese Unie, PB L 325 van 9.12.2010, blz. 4.

(3)  Advies 1/78, paragraaf 62 en Advies 1/94, paragraaf 17: ‘the territories in question, in so far as they remain outside the ambit of the EEC Treaty, are, as regards the Community, in the same situation as non-member countries. Consequently, it is in their capacity as the States responsible for the international relations of their dependent territories which are outside the scope of Community law, and not as Member States of the Community, that the States responsible for those territories are called upon to participate in the agreement’.

(4)  Zie tevens het Advies op verzoek van de Raad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 109 L, lid 4 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzake een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de monetaire regelingen in de Franse territoriale gemeenschappen Saint-Pierre-et-Miquelon en Mayotte, PB C 127 van 7.5.1999, blz. 5.


BIJLAGE

Formuleringsvoorstellen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Door de ECB voorgestelde wijzigingen (1)

Wijziging 1

Overweging 6

„(6)

Er dient derhalve te worden onderhandeld over een monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse Republiek, handelend ten behoeve van de Franse autonome overzeese gemeenschap Saint-Barthélemy, teneinde te waarborgen dat de desbetreffende EU-wetgeving op Saint-Barthélemy van toepassing blijft.”

„(6)

Er dient derhalve te worden onderhandeld over een monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse Republiek, handelend ten behoeve van de Franse autonome overzeese gemeenschap Saint-Barthélemy, teneinde te waarborgen dat de desbetreffende EU-wetgeving op Saint-Barthélemy van toepassing blijft. De ECB dient bij deze onderhandelingen te worden betrokken en haar instemming is vereist inzake aangelegenheden op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen.

Toelichting

Zie toelichting bij wijziging 5.

Wijziging 2

Overweging 7

Nieuwe overweging

„(7)

Het onderhandelingsmandaat streeft er niet naar de autonome overzeese gemeenschap Saint-Barthélemy toe te staan of het recht te verlenen haar eigen euromuntstukken te slaan of uit te geven. De huidige situatie inzake het gebruik van euromuntstukken zal worden gehandhaafd.”

Toelichting

Zie paragraaf 2 van dit advies. De ECB is van mening dat rechtszekerheid en doorzichtigheid in deze van bijzonder belang zijn, aangezien dit de eerste monetaire overeenkomst met een overzeese gemeenschap is en de overeenkomst derhalve een precedent kan vormen.

Wijziging 3

Artikel 1, onder d)

Nieuwe bepaling

„d)

De Franse Republiek is gehouden te waarborgen dat overigens direct op Saint-Barthélemy toepasselijke rechtshandelingen van de EU en de ECB juist en volledig worden toegepast, terwijl de Franse overheid voorts verantwoordelijk blijft voor het toezicht op de toepassing ervan en tegelijkertijd de Commissie en de ECB volledig op de hoogte houdt.”

Toelichting

Zie paragraaf 7.2 van dit advies.

Wijziging 4

Artikel 1, onder e)

Nieuwe bepaling

e)

De monetaire overeenkomst breidt de werking van het Besluit van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (2) uit tot Saint-Barthélemy wat betreft de namaak van eurobankbiljetten.

Toelichting

Zie paragraaf 7.3 van dit advies. De ECB is van mening dat Frankrijk niet eenzijdig de geografische werkingssfeer van de taken en bevoegdheden van Europol tot bescherming van de integriteit van eurobankbiljetten mag uitbreiden.

Wijziging 5

Artikel 2

„De Commissie voert de onderhandelingen met de Franse Republiek, handelend ten behoeve van het Franse autonome overzeese gebied Saint-Barthélemy. De ECB wordt volledig betrokken bij de onderhandelingen over en dient akkoord te gaan bij aangelegenheden die binnen haar bevoegdheidssfeer vallen.”

„De Commissie voert de onderhandelingen met de Franse Republiek, handelend ten behoeve van het Franse autonome overzeese gebied Saint-Barthélemy. De ECB dient volledig bij de onderhandelingen te worden betrokken en akkoord te gaan met kwesties die binnen haar bevoegdheidssfeer vallen.”

Toelichting

Deze duidelijke en ondubbelzinnige tekst betreffende de rol van de ECB is in meerdere besluiten van de Raad inzake onderhandelingsmandaten en in monetaire overeenkomsten gebruikt. Het meest recente voorbeeld is artikel 3 van het Besluit van de Raad betreffende de regelingen voor de heronderhandeling over de monetaire overeenkomst tussen de regering van de Franse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en de regering van Zijne Doorluchtigheid de Vorst van Monaco (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

Wijziging 6

Nieuw artikel 3

Geen bepaling

„Het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt in de monetaire overeenkomst bekleed met rechtsmacht om geschillen te beslechten betreffende de uitleg en toepassing van de overeenkomst.”

Toelichting

Zie paragraaf 7.1 van dit advies.


(1)  De vet gedrukte tekst geeft aan waar de ECB voorstelt om een nieuwe tekst toe te voegen. Doorstreping betreft tekst die de ECB voorstelt te schrappen.

(2)  PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37”.


Naar boven