EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 31999Y0715(03)

Advies van de Europese Centrale Bank op verzoek van de Raad van de Europese Unie betreffende een aanbeveling voor een beschikking van de Raad inzake wisselkoersaangelegenheden met betrekking tot de CFA- frank en de Comoren-frank (CON/98/37)

PB C 200 van 15.7.1999, blz. 6–7 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

31999Y0715(03)

Advies van de Europese Centrale Bank op verzoek van de Raad van de Europese Unie betreffende een aanbeveling voor een beschikking van de Raad inzake wisselkoersaangelegenheden met betrekking tot de CFA- frank en de Comoren-frank (CON/98/37)

Publicatieblad Nr. C 200 van 15/07/1999 blz. 0006 - 0007


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

op verzoek van de Raad van de Europese Unie betreffende een aanbeveling voor een beschikking van de Raad inzake wisselkoersaangelegenheden met betrekking tot de CFA-frank en de Comoren-frank

(CON/98/37)

(1999/C 200/05)

1. Op 24 juli 1998 heeft de Europese Centrale Bank (hierna aangeduid als de "ECB") een verzoek van de Raad van de Europese Unie ontvangen om een advies betreffende een ontwerp van een beschikking van de Raad inzake het hierboven genoemde onderwerp (hierna aangeduid als de "ontwerpversie van de beschikking"). Document COM(1998) 412 def., dat de ontwerpversie van de beschikking en een toelichting door de Commissie bevat, is aan de ECB toegestuurd. De bevoegdheid van de ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 109 L, lid 1, tweede alinea, in samenhang met artikel 109, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna aangeduid als het "Verdrag"). Overeenkomstig artikel 17.5, eerste zin, van het reglement van orde van de ECB, is dit advies van de ECB goedgekeurd door de raad van bestuur van de ECB.

2. De ontwerpversie van de beschikking bepaalt dat Frankrijk de huidige overeenkomsten inzake wisselkoersaangelegenheden met de Uemoa (West-Afrikaanse Economische en Monetaire Unie), de Cemac (Economische en Monetaire Gemeenschap van Centraal-Afrika) en de Comoren mag voortzetten na de vervanging van de Franse frank door de euro. De ontwerpversie van de beschikking bepaalt dat Frankrijk en de Afrikaanse landen die partij zijn bij deze overeenkomsten als enige verantwoordelijk blijven voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten. De ontwerpversie van de beschikking voorziet tevens in verscheidene procedurele vereisten voor de Franse autoriteiten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van Frankrijks huidige overeenkomsten met de Uemoa, de Cemac en de Comoren, en tot het onderhandelen en besluiten over wijzigingen in deze overeenkomsten alsmede het voorleggen van enige voornemens om de aard of het toepassingsgebied van deze overeenkomsten te wijzigen.

3. De ECB merkt op dat onder de huidige overeenkomsten inzake wisselkoersaangelegenheden met de Uemoa, de Cemac en de Comoren de converteerbaarheidsgarantie voor de CFA-frank en de Comoren-frank is gebaseerd op een budgettaire verplichting van het Franse ministerie van Financiën, niet op enige verplichting van de Banque de France. Naar de opvatting van de ECB in dezen, zal de Europese Gemeenschap door Frankrijk te machtigen tot voortzetting van de CFA-frankregelingen, geen partij worden bij de overenkomsten. Naar internationaal publiek recht zijn en blijven de overeenkomsten overeenkomsten tussen Frankrijk en de betrokken Afrikaanse landen. De ECB stelt derhalve voor in de toelichting de tweede alinea van de opmerkingen bij artikel 4 te schrappen. De ECB wil in dit opzicht duidelijk maken dat generlei committering om de converteerbaarheid van de CFA-frank of de Comoren-frank te handhaven of enigerlei verplichting van de ECB of enig onderdeel van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) mag worden afgeleid uit wijzigingen van de overeenkomsten. De ECB is van mening dat naar dit punt verwezen dient te worden in de overwegingen in de ontwerpversie van de beschikking. Tevens heeft de ECB opgemerkt dat het, zoals vermeld in overweging 7, onwaarschijnlijk is dat deze overeenkomsten concrete gevolgen zullen hebben voor het monetaire en wisselkoersbeleid van het eurogebied. De ECB acht het nuttig dat in de overwegingen tevens wordt verwezen naar het feit dat, overeenkomstig artikel 3 A, lid 2, van het Verdrag, enige wijziging van deze overeenkomsten onverminderd het hoofddoel van het wisselkoersbeleid van de Gemeenschap, namelijk het handhaven van prijsstabiliteit, moet zijn. Dit is een zodanig belangrijk punt dat een soortgelijke verwijzing eveneens gerechtvaardigd zou zijn in het voornaamste deel van de ontwerpversie van de beschikking, bijvoorbeeld in de artikelen 4 en 5. De ECB is tevens van mening dat in de overwegingen dient te worden verwezen naar de opvatting dat de ontwerpversie van de beschikking geen precedent vormt met betrekking tot enige regelingen waartoe in de toekomst zou kunnen worden besloten met betrekking tot de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten inzake aangelegenheden betreffende het monetaire of wisselkoersregime door de Gemeenschap met andere staten of internationale organisaties.

4. De ECB is van mening dat de procedurele vereisten die door de ontwerpversie van de beschikking aan Frankrijk worden opgelegt, niet ten volle recht doen aan de consultatieve rol van de ECB krachtens het Verdrag ten aanzien van het onderhandelen over en besluiten tot aanpassingen van Frankrijks huidige overeenkomsten met de Uemoa, de Cemac en de Comoren. Hoewel artikel 5 van de ontwerpversie van de beschikking erkent dat voornemens om de aard of het toepassingsgebied van deze overeenkomsten te veranderen, dienen te worden goedgekeurd door de Raad na consultatie van de ECB, bepaalt dit artikel van de ontwerpversie van de beschikking tevens dat Frankrijk dergelijke voornemens allereerst slechts moet voorleggen aan de Commissie en het Economisch en Fincieel Comité. De ECB is van mening dat het niet aan de ECB voorleggen van zulke voornemens niet in overeenstemming zou zijn met de geest van de consultatieve rol die voor de ECB is voorzien in artikel 109, lid 3, van het Verdrag. Hoewel de ECB zal zijn vertegenwoordigd in het Economisch en Financieel Comité, acht de ECB het passend dat deze voornemens direct aan de ECB moeten worden voorgelegd gezien de consultatieve rol van de ECB ten aanzien van besluiten over de regelingen voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten betreffende het monetaire of wisselkoersregime met buitenlandse staten. In dit opzicht vestigt de ECB de aandacht op het feit dat krachtens artikel 109, lid 3, van het Verdrag deze regelingen dienen te verzekeren dat de Gemeenschaop één standpunt inneemt.

5. Voorts, hoewel artikel 3 van de ontwerpversie van de beschikking bepaalt dat de bevoegde Franse autoriteiten de Commissie, de ECB en het Economisch en Financieel Comité regelmatig moeten informeren over de tenuitvoerlegging van de overeenkomsten, dienen de Franse autoriteiten alleen de Commissie en het Economisch en Financieel Comité van tevoren in kennis te stellen van wijzigingen van de pariteit tussen de euro en de CFA-frank en de Comoren-frank. Bovendien dient Frankrijk, krachtens artikel 4 van de ontwerpversie van de beschikking, de Commissie en het Economisch en Financieel Comité alleen van tevoren in kennis te stellen in zoverre de wijzigingen de aard of het toepassingsgebied van de overeenkomsten niet veranderen. De ECB is, om dezelfde redenen als uiteengezet in punt 4 hierboven, van mening dat de ECB direct betrokken dient te zijn bij alle aspecten van het proces.

6. Dit advies van de ECB zal worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 22 september 1998.

De Vice-President van de ECB

C. NOYER

Naar boven