EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 52005AB0022

Advies van de Europese Centrale Bank van 21 juni 2005 op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor twee besluiten van de Raad met betrekking tot het actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) (CON/2005/22)

PB C 161 van 1.7.2005, blz. 11–12 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

1.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/11


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 21 juni 2005

op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor twee besluiten van de Raad met betrekking tot het actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”)

(CON/2005/22)

(2005/C 161/07)

1.

Op 10 mei 2005 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) verzoeken van de Raad van de Europese Unie om advies inzake twee voorstellen voor maatregelen: een voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging en uitbreiding van de werking van het Besluit van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) (hierna het „voorstel” te noemen); alsmede een voorstel voor een besluit van de Raad waarbij de toepassing van het Besluit van de Raad van […] tot wijziging en uitbreiding van de werking van het Besluit van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten (hierna het „parallelle voorstel” te noemen ) (1).

2.

De bevoegdheid van de ECB om advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 105, lid 4, eerste streepje van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank is dit advies door de Raad van bestuur goedgekeurd.

3.

Het programma „Pericles” is vastgesteld bij Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) (2). In overeenstemming met de opvatting in haar advies inzake het voorstel voor Besluit 2001/923/EG (3), zou de ECB met betrekking tot zowel het voorstel als het parallelle voorstel willen stellen, dat zij initiatieven die beogen de euro tegen valsemunterij te beschermen middels programma's inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor geselecteerde doelgroepen, nadrukkelijk verwelkomt en volledig steunt.

4.

De ECB stelt vast dat het voorstel met name ten doel heeft de duur van het programma „Pericles” (dat op 31 december 2005 afloopt) tot 31 december 2011 te verlengen, bij een gelijkblijvend jaarlijks budget van 1 miljoen EUR. Het voorstel voorziet tevens in administratieve bijstand voor grensoverschrijdende opsporingsactiviteiten, welke Europol vooraf dient te toetsen, in die gevallen waarin andere Europese instellingen geen administratieve bijstand bieden. Voorts wordt voorgesteld om de bijdrage van de Unie in de medefinanciering van informatie-uitwisselingen en externe maatregelen te verhogen van 70 % naar 80 % en flexibel om te gaan met beperkingen ten aanzien van het aantal projecten dat de lidstaten jaarlijks voor financiering in het kader van het programma „Pericles” mogen voordragen.

5.

Allereerst zij opgemerkt dat artikel 123, lid 4 van het Verdrag wellicht niet volstaat als rechtsgrond voor het voorstel, met name gezien de uitbreiding van het programma met administratieve bijstand voor grensoverschrijdende opsporingsactiviteiten.

6.

Wat de inhoud van het voorstel betreft, benadrukt de ECB dat het van belang is dat de termijn waarmee het programma „Pericles” verlengd wordt, gekoppeld wordt aan het tijdschema voor de invoering van de euro in de nieuwe lidstaten. Aangezien de streefdata voor de invoering van de euro voor de meeste nieuwe lidstaten liggen in de periode 2008-2010 (4), wordt in de voorgestelde verlenging van het programma „Pericles” tot 31 december 2011 rekening gehouden met de toekomstige grotere behoefte aan opleiding, informatie-uitwisseling en bijstand. Een gunstige bijkomstigheid is tevens dat de voorgestelde verlenging van het programma „Pericles” waarschijnlijk samenvalt met de uitgifte van de tweede serie eurobiljetten aan het einde van dit decennium, zodat ook met deze uitgifte rekening kan worden gehouden.

7.

De hogere bijdrage van de Gemeenschap aan de medefinanciering van informatie-uitwisselingen en externe maatregelen en de voorziene flexibele opstelling ten aanzien van het beperkte aantal projecten dat de lidstaten voor financiering mogen voordragen, zijn voorts eveneens twee positieve maatregelen waardoor ondersteuning wordt geboden waar de behoefte het grootst is.

8.

Zoals aangegeven in artikel 5 van Besluit 2001/923/EG is een goede coördinatie van het programma „Pericles” met bestaande communautaire of EU-programma's, alsmede met projecten van Europol en de ECB, van wezenlijk belang. Om die reden komt administratieve bijstand voor grensoverschrijdende opsporingsactiviteiten krachtens het voorstel uitsluitend voor financiering in aanmerking, indien de betreffende bijstand niet geboden wordt door andere Europese instellingen. Ingevolge het voorstel dient Europol de financiering van administratieve bijstand vooraf te toetsen. Aangezien de financiering van administratieve bijstand ook betrekking kan hebben op grensoverschrijdende opsporingsactiviteiten in verband met valse eurobiljetten, zou de Raad in overweging kunnen nemen de ECB bij deze toetsing te betrekken. De ECB merkt op dat het dienstig ware wanneer initiatieven die voor financiering in het kader van het programma „Pericles” in aanmerking komen, gezamenlijk door de Commissie, de ECB en Europol worden getoetst en dat de te nemen beslissing de instemming van deze drie lichamen vereist binnen het kader van de reeds opgezette stuurgroep teneinde een gezamenlijke strategie ter bescherming van de euro tegen valsemunterij te ontwikkelen.

9.

De ECB merkt op dat het voorstel de follow-up- en evaluatieprocedures slechts beperkt aanpast. Gezien het feit dat het programma „Pericles” met zes jaar wordt verlengd, adviseert de ECB om in artikel 1, lid 8 en artikel 1, lid 9 van het voorstel een meer ambitieuze, open en transparante evaluatieprocedure op te nemen. De ECB dient volledig betrokken te worden bij de evaluatie van de relevantie, doelmatigheid en doeltreffendheid van het programma „Pericles”, zodat de ECB een weloverwogen advies aan de Raad kan verstrekken omtrent eventuele toekomstige programmaverlengingen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 21 juni 2005.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  In COM(2005) 127 definitief is zowel het voorstel (referentie 2005/0029 (CNS)) als het parallelle voorstel (referentie 2005/0030 (CNS)) opgenomen.

(2)  PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50.

(3)  Punt 3 van het advies van de ECB CON/2001/31 van 9 oktober 2001 op het verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van een actieprogramma inzake opleiding, uitwisselingen en bijstand voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) (PB C 293 van 19.10.2001, blz. 3).

(4)  Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Centrale Bank – Eerste verslag over de praktische voorbereidingen voor de toekomstige uitbreiding van het eurogebied, COM(2004) 748 definitief, 10 november 2004; beschikbaar op http://europa.eu.int.


Naar boven